Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De instandhouding van de kapitaalgoederen is in de gemeente Zoetermeer vastgelegd in beheerplannen. Daarin zijn het meerjarig onderhoudsprogramma en de daarbij behorende financiële gevolgen opgenomen. In de beheerplannen is ook het gewenste kwaliteitsniveau van de voorziening vastgelegd.

Per categorie wordt ingegaan op het onderhoud van de kapitaalgoederen:

  1. Openbare Ruimte (wegen en groen)
  2. Riolering
  3. Ondergrondse Inzamelmiddelen
  4. Begraafplaatsen
  5. Vastgoed (gebouwen)
  6. Beeldende kunst

Openbare Ruimte

Terug naar navigatie - Openbare Ruimte

Omschrijving algemeen beleidskader
In de Nota onderhoud openbare ruimte zijn de kosten voor groot onderhoud en vervanging voor de lange termijn doorgerekend. Ook het vastgestelde beeldkwaliteitsniveau is hierin opgenomen. Het betreft de kapitaalgoederen van wegen, kunstwerken, groen, spelen, verkeerslichten, oppervlaktewater, verkeerslichten, verlichting, fietsoverkappingen en autobewegwijzering. 
Het beheer richt zich op de optimalisatie van het (groot) onderhoud en vervanging om de (maatschappelijke) opgaven van de gemeente Zoetermeer te helpen bereiken en de levensduur van assets te verlengen. Tegelijk met de omschakeling van groeistad naar beheerstad moet Zoetermeer overschakelen op risico- en effect gestuurd en omgevingsbewust beheer om de kostenstijging te beheersen. De kapitaalgoederen in de openbare ruimte moeten tenminste veilig blijven en aan wet- en regelgeving blijven voldoen. Binnen de kaders dient verantwoorde participatie plaats te vinden. 

Als gevolg van de BBV-regels worden investeringen met maatschappelijk nut geactiveerd en afgeschreven overeenkomstig de verwachte gebruiksduur (Raadsvoorstel rentenota 2018, zaaknummer: 0637341872). Jaarlijks wordt bijna € 32 mln. geïnvesteerd in het onderhoud van de openbare ruimte. Hiertegenover staat de waarde van de openbare ruimte (wegen, fietspaden, bomen, speeltoestellen en riolering) die ongeveer € 1,5 miljard vertegenwoordigt.

Financiële consequenties
De Gemeente Zoetermeer is een gemeente die constant in beweging is. Dat geldt ook voor het openbaar gebied. Er wordt veel energie gestoken in het op orde brengen van de areaalgegevens en inspecties van de kapitaalgoederen in de openbare ruimte. Dit geeft vertrouwen in de grondslag voor het in beeld brengen van de benodigde inspanningen voor groot onderhoud en vervanging binnen het primaire beheerproces.
Het dagelijks onderhoud van de openbare ruimte is aanbesteed conform de afgesproken kwaliteit tegen actuele marktprijzen. Het dagelijks en groot onderhoud worden gefinancierd vanuit de algemene dienst en komen ten laste van programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen. De jaarlijkse fluctuaties in de uitgaven van het groot onderhoud worden verrekend via de egalisatiereserve groot onderhoud bovengronds.
Investeringen met maatschappelijk nut worden geactiveerd. De waarde van het bezit, de uitgaven aan het verkrijgen of vervaardigen van dit bezit, worden tot uitdrukking gebracht onder de materiele vaste activa op de balans. Hierdoor worden de uitgaven aan de investering toegerekend en verdeeld over de periode waarin het nut zich voordoet.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

Omschrijving beleidskader
Conform de Wet milieubeheer geeft de gemeente in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) aan op welke wijze zij haar wettelijke taak voor een doelmatige inzameling en transport van afvalwater wil uitvoeren. Het plan is gericht op een duurzame instandhouding van een goed werkende riolering. In 2016 is het geactualiseerde Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) vastgesteld door de raad. In 2022 is gestart met de actualisatie van de nota riolering (opvolger van het GRP). Deze zal in 2023 worden afgerond en voorgelegd aan de raad. 

Financiële consequenties
De kosten van het groot onderhoud komen ten laste van de Voorziening riolering.

Ondergrondse inzamelmiddelen

Terug naar navigatie - Ondergrondse inzamelmiddelen

Omschrijving algemeen beleidskader
De kosten van het groot onderhoud van de ondergrondse inzamelmiddelen voor afvalinzameling verlopen niet gelijkmatig over de jaren. In het bestedingsplan groot onderhoud staan de kosten voor de komende jaren geraamd. Om een constante lastenraming in de begroting te hebben, wordt hiervoor de voorziening afvalstoffenheffing gebruikt.

Financiële consequenties
Jaarlijks wordt een constant bedrag in de voorziening gestort voor het groot onderhoud van de ondergrondse inzamelmiddelen. Tegenover de kosten van het groot onderhoud staat een onttrekking uit de voorziening. Voordelen op de afvalstoffenheffing als gevolg van uitgestelde investeringen worden bij de jaarrekening ook aan deze voorziening toegevoegd. Bij de belastingverordening 2019 is besloten om van 2019 tot en met 2022 jaarlijks € 150.000 te onttrekken aan de voorziening om het tarief van de afvalstoffenheffing te verlagen. De kosten voor het reguliere onderhoud zijn begroot in programma 3.
De voorziening ontwikkelt zich de komende jaren als volgt:

Begraafplaatsen

Terug naar navigatie - Begraafplaatsen

Omschrijving algemeen beleidskader
Het beleid met betrekking tot de begraafplaatsen is vastgelegd in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en het Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen, beide vastgesteld in 2020.

In 2011 is besloten tot een uitbreiding van de begraafplaatsen in Zoetermeer. Met dit besluit werd geanticipeerd op de vergrijzing en een verwachte toename van het aantal begravingen en crematies. Met de uitbreidingen kunnen deze ontwikkelingen worden opgevangen. De afgelopen jaren is de geplande uitbreiding van de begraafplaats het Parkgebied gerealiseerd. Hier zijn particuliere tweepersoonsgraven, kindergraven en islamitische graven aangelegd. Mede door het verzoek van de gemeenteraad om meer mogelijkheden aan te bieden om as te bestemmen, is tevens een urnentuin aangelegd met daarin urnengraven, urnengraven met een zuil en gedenkzuilen. In de tweede helft van 2020 is de urnentuin compleet gemaakt door het plaatsen van een asverstrooischaal.

Door deze nieuwe producten en de nieuwe begraafmogelijkheden, maar ook door ervaringen van de afgelopen jaren, zijn de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen, het Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen en de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten zowel inhoudelijk juridisch als tekstueel aangepast.

Financiële consequenties
De gebouwde voorzieningen op de begraafplaatsen zijn op basis van kapitaallasten gefinancierd, waardoor vervanging op termijn mogelijk is. De kosten voor het ruimen van de graven, dagelijks onderhoud en groot onderhoud worden gedekt uit de voorziening afkoopsommen onderhoud graven. Onttrekkingen aan de voorziening vinden plaats op basis van jaarlijks uitgevoerd regulier en groot onderhoud aan graven, grafbedekking en onderhoud aan de begraafplaats als geheel.

De voorziening wordt gevoed door de ontvangsten (afkoop) voor toekomstig regulier en groot onderhoud aan graven, grafbedekking en onderhoud aan de begraafplaats als geheel.

Het ruimen van algemene graven vindt plaats nadat het gebruiksrecht van tien jaar is verstreken. Deze periode van tien jaar grafrust is een wettelijke minimale termijn. Bij het ruimen worden altijd meerdere graven tegelijk geruimd. Dit wordt eens in de twee of eens in de vier jaar (afhankelijk van het aantal) uitgevoerd. In 2021 is een groot aantal graven geruimd.
Het schudden van particuliere graven geschiedt als er geen verlenging van het uitsluitend recht op een graf heeft plaatsgevonden. Dit schudden gebeurt per graf, gelijktijdig met het delven van hetzelfde graf voor een begrafenis.

De eerstvolgende ruiming staat gepland voor 2025. In 2024 staan werkzaamheden gepland voor het ruimen van kindergraven waarvan er geen verzoek tot verlenging is aangevraagd door nabestaanden.

Tarieven begraafplaatsen
De tarieven van de begraafplaats worden gebaseerd op integrale kostprijsberekeningen.

Tegenover deze lasten staan de volgende inkomsten:

Vastgoed

Terug naar navigatie - Vastgoed

Omschrijving algemeen beleidskader
De kernopgave van de vastgoedportefeuille is dat deze in kwaliteit, functie, omvang en ligging voldoet aan de beleidsmatig vastgestelde huisvestingsvraag van de gemeente (Vastgoednota 2013). Dit betekent bijvoorbeeld dat, bij structurele leegstand, gebouwen afgestoten worden en dat voor huisvestingsvragen waarvoor binnen de bestaande portefeuille geen passende huisvesting beschikbaar is, nieuwe gebouwen worden aangetrokken. Voor de (wijkgebonden) sociaal-culturele voorzieningen zet de gemeente in op krachtige, flexibele, eenvoudig aanpasbare multifunctionele centra waarin meerdere (wijk)functies zijn gecentreerd. De vorming van ’Integrale Kind Centra' is daar een voorbeeld van.

Beleidskader onderhoud
Het onderhoud aan de gemeentelijke vastgoedportefeuille vindt planmatig plaats op basis van het meerjarenonderhoudplanning (MJOP). Het MJOP wordt vertaald in uit te voeren onderhoudsactiviteiten per jaar. Eventuele nieuwe wet- en regelgeving wordt verwerkt in de periodieke aanpassing van het MJOP. Het uitgangspunt is 'toestandsafhankelijk onderhoud'. Dit betekent dat onderhoud pas wordt uitgevoerd wanneer de vastgestelde normwaarden niet langer worden gehaald. Hiertoe worden de vastgoedobjecten tweejaarlijks geïnspecteerd.

Omvang vastgoedportefeuille
Zoetermeer heeft een vastgoedportefeuille van ruim 280 objecten/adressen met een oppervlakte van ongeveer 320.000 m² aan gebouwen en 1.500.000 m² aan terreinen met een totale WOZ-waarde van ruim € 260 mln. De portefeuille is zeer divers en is te verdelen in vijf hoofdportefeuilles:

  1. Onderwijsaccommodaties
    Schoolbesturen zijn formeel juridisch eigenaar van de onderwijsgebouwen en gronden, terwijl de gemeente het economisch claimrecht heeft. Dit betekent dat schoolbesturen en gemeente een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor de instandhouding hiervan.
  2. Sociaal-cultureel vastgoed
    Concrete voorbeelden hiervan zijn de bibliotheken, museum, het Stadstheater, multifunctionele centra, stadsboerderijen, kinderopvang en buurthuizen.
  3. Accommodaties voor binnen- en buitensport
    Het betreft de gym- en sportzalen, de diverse sportparken en de zwembaden.
  4. Ambtelijk vastgoed
    Ambtelijk vastgoed omvat alle vastgoedobjecten die in gebruik zijn voor het huisvesten van de gemeentelijke organisatie, zoals het stadhuis, de afvalinzameling en werkplaatsen.
  5. Commercieel en overig vastgoed
    Vastgoedobjecten die in gebruik zijn door commerciële huurders voor het uitvoeren van economische bedrijvigheid behoren tot de portefeuille commercieel vastgoed. Voorbeelden zijn kantoren, parkeergarages, bedrijfsruimten en winkels.

Instandhoudingstermijnen, afschrijving en onderhoud
Met het bestaande investeringsbeleid van het vervangingsfonds onderwijs, is bepaald welke toekomstige investeringen er nodig zijn om de bestaande voorraad schoolgebouwen in dezelfde kwaliteit in stand te houden. Het fonds wordt gevoed door een jaarlijkse storting, waarvan de hoogte zodanig is bepaald dat het fonds niet negatief wordt. De investeringen zijn gebaseerd op een levensduur van 50 jaar, waarna vervangende nieuwbouw of vernieuwbouw plaatsvindt. Halverwege de levensduur vindt een kleinschalige renovatie plaats. Het volledige onderhoud komt voor rekening van schoolbesturen. Voor de toekomstige ruimtebehoefte van scholen wordt rekening gehouden met leerlingenprognoses.
De kredieten zijn normatief en taakstellend voor de planvorming. De uitvoering voor het primair onderwijs wordt aangestuurd en begeleid door de gemeente. Daarmee bepaalt de gemeente, in overleg met de schoolbesturen, dat de planvorming voldoet aan het geformuleerde beleid ten aanzien van tussentijdse investeringen en tot welke omvang de inzet van het taakstellend budget nodig is. De schoolbesturen zetten, tegelijkertijd met de gemeentelijke investeringen, eigen middelen in voor (groot) onderhoud, waardoor sprake is van een efficiënte en integrale aanpak. 
Het voortgezet onderwijs doet in principe zelf de uitvoering. Daarvoor verlangt de gemeente vooraf inzicht in de planvorming en de kosten daarvan en een accountantsverklaring bij oplevering.

Reserves en voorzieningen ten behoeve van onderhoud
Onderwijs
Het vervangingsfonds schoolgebouwen (formeel: Reserve egalisatie investeringen schoolgebouwen) is in 2000 ingesteld en zorgt voor dekking van de investeringslasten van vervangings- of renovatie- investeringen van de bestaande voorraad schoolgebouwen. De voeding van het fonds vindt plaats door een jaarlijks oplopende storting. Het vervangingsfonds voorkomt dat voor de dekking van nieuwe investeringen een beroep moet worden gedaan op het begrotingssaldo en egaliseert pieken en dalen. De onderbouwing ligt vast in een beheerplan dat om de vijf jaar wordt herijkt.
In 2022 is het vervangingsfonds, onderbouwd door het Integraal Huisvestingsplan 2022-2026, op drie onderdelen herijkt:

  • bijstelling financieel-technische uitgangspunten/parameters in het beheerplan vervangingsfonds;
  • capaciteitsaanpassing op basis van leerlingenprognoses;
  • herschikking, clustering en eerdere nieuwbouw van scholen ten gevolge van gesignaleerde knelpunten.

Voor de egalisatie van kosten onderhoud van schoolgebouwen, die door de gemeente zelf worden geëxploiteerd, dient de voorziening onderhoud schoolgebouwen. De jaarlijkse voeding van deze voorziening wordt gevormd door inkomsten van schoolbesturen en derden.

 

Gemeentelijke gebouwen
In 2020 zijn de reserves groot onderhoud ambtelijke huisvesting, sociaal cultureel en sport omgezet naar een voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen.

Ambtelijke huisvesting en overig
Hiervoor is in 2011 de reserve groot onderhoud ambtelijke huisvesting en wijkonderkomens, accommodaties openbare ruimte en strategische panden gevormd.

Sport en Sociaal-cultureel
De bestemmingsreserve groot onderhoud welzijnsaccommodaties heeft als doel de kosten voor groot onderhoud aan sociaal-culturele gebouwen en sportvoorzieningen op de lange termijn te kunnen financieren en te egaliseren. De bestemmingsreserve wordt jaarlijks gevoed met een tot en met 2027 oplopende storting, die wordt gedekt uit de vrijval van de kapitaallasten van welzijnsaccommodaties. Geschat wordt dat vanaf 2029 de vrijval aan kapitaallasten structureel hoger is dan de benodigde storting. De niet-benodigde vrijval kan dan vanaf die datum worden aangewend om de kosten te kunnen dekken van functionele aanpassingen, levensduur verlengend onderhoud, vervanging en renovatie.

Beeldende kunst

Terug naar navigatie - Beeldende kunst

Tot 2020 werd in dit overzicht alleen het reguliere budget voor onderhoud aan de beeldende kunst in de openbare ruimte (BKOR) opgenomen. Vanaf 2021 wordt ook het reguliere budget voor beheer van de collectie kunst in gemeentelijke gebouwen (voornamelijk het stadhuis) meegeteld. Deze kosten werden eerder wel gemaakt, maar nog niet in dit overzicht vermeld. 
Verder wordt vanaf 2021, naast het reguliere onderhoud, een aantal ‘kunstspecials’ uitgevoerd: grote restauraties, herplaatsingen van kunstwerken uit ons depot, renovaties en verduurzamingen.
Voor deze - eenmalige - specials is binnen de reserve BKOR gespaard. Ook deze (tijdelijke) budgetten staan in dit overzicht. Omdat dit zeer gevarieerde projecten zijn, zullen deze kosten over de verschillende jaren fluctueren.