Risicomanagement en weerstandsvermogen zijn essentiële onderdelen van het (financiële) beleid van een gemeente. Risicomanagement is het geheel aan activiteiten en maatregelen gericht op het systematisch omgaan met en het beheersen van risico’s. Voorspellen is moeilijk. We moeten anticiperen op risico's. Voldoende weerstandsvermogen is een waarborg voor de financiële gezondheid van de gemeente. Als een onverwachte financiële tegenvaller zich voordoet, kan dit dan worden opgevangen?
Financiële weerbaarheid komt tot uiting in de mate waarin de gemeente Zoetermeer in staat is de financiële effecten van een crisis op te vangen: is Zoetermeer schokbestendig? Dit wil overigens niet zeggen dat er geen lastige inhoudelijke maatregelen nodig zijn, maar de gemeente heeft het heft in eigen hand. Met andere woorden: maatregelen liggen binnen haar eigen (politieke) beïnvloedingsmogelijkheden. Een meetpunt voor de weerbaarheid is de omvang van de weerstandscapaciteit.
Deze paragraaf geeft een overzicht van de belangrijkste financiële risico’s voor de gemeente Zoetermeer. De beschikbare weerstandscapaciteit is de belangrijkste financiële buffer voor risico’s, waarvoor geen specifieke voorzieningen zijn getroffen. De omvang van deze risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit bepalen of de gemeente over voldoende weerstandsvermogen beschikt.
De Kadernota Risicomanagement en weerstandsvermogen (2020) biedt een toekomstbestendige systematiek voor het omgaan met risico’s. Er wordt gebruik gemaakt van de systematiek van risicoscore met kansklasse en gevolgklasse voor het kwalificeren, kwantificeren en analyseren van risico’s.
Bij de kwalificaties van risico’s worden de volgende vijf kansklassen te onderscheiden:
Kansklasse | Kanspercentage | Actie | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
1 onwaarschijnlijk | < 10% | Geen risicobedrag opnemen | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
2 mogelijk | 10 - 30% | 20% van risico opnemen | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
3 aannemelijk | 30 - 50% | 40% van risico opnemen | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
4 waarschijnlijk | 50 - 70% | 60% van risico opnemen | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
5 bijna zeker | >70 | 100% van het bedrag: een voorziening treffen of opnemen in calculatie | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
In principe worden risico’s met een score van 1 niet of nauwelijks meegewogen, maar soms kan het toch belangrijk zijn deze separaat zichtbaar te maken. Bijvoorbeeld vanwege de financiële impact of politiek-bestuurlijke aandacht.
Bij de kwantificering van de risico’s worden de volgende vijf gevolgklassen te onderscheiden:
Gevolgklasse | Omvang risico in € | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
1 | < € 100.000 | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
2 | € 100.000 – € 500.000 | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
3 | € 500.000 – € 1.250.000 | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
4 | € 1.250.000 – € 2.500.000 | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |
5 | > € 2.500.000 | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst | Tekst |