Inleiding

Verantwoord investeren in Zoetermeer 2040 
Er komen financieel onzekere tijden aan. Uit de begroting blijkt dat voor 2024 het structurele saldo nog bijna € 1,3 mln. positief is en naar verwachting in 2025 ongeveer € 6,5 mln. Voor het jaar 2026 wordt echter een structureel saldo verwacht van € 12,9 mln. negatief oplopend tot ongeveer € 17,5 mln. in 2027. 
Onze begroting is voor 2024 sluitend, maar de randen van de begroting zijn bereikt. Het voorjaarsdebat waarin de richting voor deze begroting is vastgesteld toonde dit al aan. We onderschrijven allemaal het uitgangspunt ‘verantwoord financieel beleid in combinatie met investeren in een toekomstbestendige stad’. Met dat in gedachten blijven we bouwen aan de toekomst van onze stad. De visie Zoetermeer 2040 en het Coalitieakkoord ‘Samen doen wat nodig is’ bieden hiervoor de belangrijkste aanknopingspunten. 

Financiële tekorten vanaf 2026 
De voornaamste oorzaak van onze financiële onzekerheid is het zogenoemde ‘ravijn’ van 2026. Net als alle andere Nederlandse gemeenten, krijgt Zoetermeer vanaf 2026 te maken met een forse terugval in financiële bijdrage vanuit het gemeentefonds van het rijk. Het is onduidelijk welke koers het rijk vaart na de verkiezingen. Daardoor is de vraag of een nieuw kabinet naar gemeenten zal luisteren en maatregelen neemt om het ravijn te voorkomen nog steeds actueel. De moties die door bijna alle gemeenten zijn aangenomen bij het VNG-congres bekrachtigen de boodschap van meer knaken voor onze taken. Wij handhaven onze steun aan de VNG bij hun lobby richting het rijk en aan ‘raden in verzet’ die op dat punt een belangrijke toegevoegde waarde heeft.   

Bijzondere aandacht
Het aankomende jaar staan we voor specifieke financiële uitdagingen die onze bijzondere aandacht vragen. Bij Jeugdhulp zien we al vanaf 2015 een jaarlijkse stijging van lasten, maar we worden nu geconfronteerd met een exorbitante stijging in kosten. Om de kosten terug te dringen en beheersbaar te maken werken we aan zowel korte als lange termijn acties. Doordat wij ongeveer zestig jaar geleden als groeikern zijn aangewezen  staan wij nu voor specifieke uitdagingen. Net als andere New Towns vragen gedateerde wijken om bijzondere aandacht op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en aantrekkelijkheid. 

Ambities 
Het uitblijven van duidelijkheid over extra structurele rijksmiddelen betekent niet dat we stil gaan zitten. Al voelt het ontzettend als begroten met de handen op de rug, we investeren nog steeds in de toekomst van onze stad. Om Zoetermeer ook in de toekomst een aantrekkelijke stad te laten zijn, werken we onverminderd hard aan het uitvoeren van de visie Zoetermeer 2040 en de daarin opgenomen programma's. 

Het verwachte aantal opleveringen van nieuwbouwwoningen zit fors in de lift en dit jagen we aan om tot een nog groter aantal te komen. Daarbij houden we oog voor de gehele leefomgeving. Het nieuwe zwembad en omliggend terrein in het Van Tuyllpark zijn naar verwachting in 2024 gereed, wat een belangrijke impuls geeft aan het recreatieve aanbod van de stad. Ook investeren we in aantrekkelijke openbare gebieden met groen en water zoals een nieuw Centraal Park bij het Dobbegebied. Een groene stad gaat hand in hand met een energiezuinige stad. In de aankomende periode gaan we als eerste in de wijken Centrum, Meerzicht en Buytenwegh aan de slag met het verduurzamen van gebouwen. 

Goede dienstverlening aan onze inwoners is een centrale taak van de gemeente. Door bijvoorbeeld de capaciteit voor de uitvoering van Wmo -taken structureel uit te breiden is gelukt om alle aanvragen zorgvuldig af te handelen binnen de gestelde termijn. Ook het veilig houden van de gemeente is van cruciaal belang om fijn in de stad te wonen of werken. Daarom blijft de gemeente hard werken aan de veiligheid in Zoetermeer. Dat begint op de scholen. Daarbij werken wij samen met schoolwijkagenten, jeugdmarshalls en jeugdboa’s. 

Keuzes maken 
We zijn ambitieus, maar de onzekerheid over de toekomstige financiering vraagt wel om scherpe keuzes van het college en de gemeenteraad, waarbij we ons bewust moeten zijn van de langetermijneffecten die onze uitgaven hebben op de begroting. Om vanaf 2026 een sluitende begroting te kunnen aanbieden is een dekkingsplan nodig. Het college zoekt momenteel naar oplossingen. Als het rijk haar verantwoordelijk voor zich uit blijft schuiven zit er voor ons niks anders op dan te werken aan bezuinigingsvoorstellen. De komende tijd wordt daarom ontzettend belangrijk. We zetten alles op alles om te voorkomen dat onze inwoners daar de dupe van worden. Dit vraag om een nog scherpere financiële afweging bij besluiten van het stadsbestuur. Doel is een 'schokbestendige' begroting die de gemeente niet bij elke tegenvaller dwingt om te bezuinigen.

Samen doen wat nodig is voor Zoetermeer 
Zoetermeer heeft een duidelijk toekomstperspectief voor 2040. En ondanks de soms moeilijke omstandigheden waaronder die stappen moeten worden gezet, blijft Zoetermeer daar naartoe werken. Iedereen die in Zoetermeer woont, werkt, leert, recreëert en onderneemt  verdient dat ook. Daar komen wij niet zomaar. Dat doel halen wij alleen als heel de gemeente haar schouders eronder zet. Laten wij samen doen wat nodig is. 

Financieel perspectief op hoofdlijn

Terug naar navigatie - Financieel perspectief op hoofdlijn

Begroting 2024: blijven doen wat nodig is, maar bezuinigingen onvermijdelijk vanaf 2026
Bij de uitvoering van de doelen uit het coalitieakkoord houdt dit college rekening met de financiële onzekerheid vanaf 2026. 
Voor de jaren 2024 en 2025 heeft het college in de Perspectiefnota 2024 voorgesteld om in totaal € 12 mln. (in 2024 € 6,5 mln. en 2025 € 5,5 mln.) te investeren in incidenteel nieuw beleid, waarvoor een deel van het positief resultaat uit de jaarrekening 2022 wordt aangewend. Ondanks dat het college het weliswaar wenselijk vond, is er bewust gekozen om hierbij geen structureel nieuw beleid te formuleren en deze bedragen alleen tot en met 2025 op te nemen.

Steeds duidelijker wordt dat er vanaf 2026 een fors financieel tekort ontstaat, met name veroorzaakt door de afschaffing van de 'trap op trap af'-systematiek en de opschalingskorting, ook wel het 'financieel ravijn' genoemd. Ook de oplopende uitgaven in de Jeugdzorg baren ernstige zorgen. We zoeken daarom naar een balans tussen verantwoord financieel beleid en het blijven werken aan onze stad. Uitgangspunt blijft om de visie Zoetermeer 2040 uit te voeren. De gemeente heeft hiervoor verschillende plannen die we, als uitwerking van de Perspectiefnota 2024, presenteren in deze begroting.

Eind mei jl. is de meicirculaire uitgekomen en de uitkomsten hiervan zijn in deze begroting verwerkt. In de Voorjaarsnota 2023 heeft het rijk de eenmalige rijksbijdrage in 2026 van (landelijk) € 924 mln. structureel gemaakt en daarnaast is een nieuwe normeringssystematiek aangekondigd die vanaf 2027 ingaat. Tenslotte zijn de eigen ramingen voor het BTW-compensatiefonds en het percentage voor loonstijging aangepast op basis van de meest actuele inzichten. Voor 2024 geeft dit nog een klein nadelig effect, dat met name wordt veroorzaakt door de doorwerking van de forse stijging van lonen en prijzen uit eerdere jaren. Voor de jaren 2025 en verder geeft het een iets positiever beeld. Met name het jaar 2027 laat een flinke stijging zien vanwege het structureel maken van de extra rijksbijdrage in het gemeentefonds, per saldo vertoont dit jaar nog steeds een fors tekort.

Het financieel perspectief voor de komende vier jaar ziet er als volgt uit:

Uit de tabel blijkt dat de gemeente Zoetermeer nu in alle jaren een negatief begrotingssaldo heeft (regel Programmabegroting 2024-2027). In de Perspectiefnota 2024 was in het jaar 2024 nog sprake van een bescheiden positief saldo, maar door de meicirculaire, het aangenomen amendement tijdens het voorjaarsdebat en de mutaties uit het Tweede Tussenbericht (TB2) is dit beeld verslechterd, met uitzondering van het jaar 2027. Als we echter kijken naar het onderscheid tussen incidentele - en structurele baten en lasten is er voor de jaren 2024 en 2025 nog wel sprake van een structureel en reëel evenwicht.

Financieel beeld en provinciaal toezicht
Het begrotingssaldo is dus in alle jaren negatief. De provincie als toezichthouder beoordeelt de begroting op structureel en reëel evenwicht. Dat houdt in dat structurele lasten gedekt moeten worden uit structurele baten. Daarbij kijkt de provincie naar het eerste jaar van de begroting, en als dat niet in evenwicht is naar het laatste jaar 2027. Het gepresenteerde tekort vanaf 2026 heeft geen directe gevolgen voor het oordeel van de provincie in het kader van het begrotingstoezicht, omdat het structurele begrotingssaldo in 2024 en 2025 nog positief is.

Voor 2024 is het structurele saldo ruim € 1,3 mln. positief. Dit biedt enige ruimte voor de verwerking van de financiële gevolgen van de tijdens het voorjaarsdebat ingediende moties. Structureel is er echter geen ruimte en uitvoering van die moties leidt tot een groter financieel tekort. Vanwege de oplopende tekorten in de meerjarenbegroting worden de gevolgen van de moties daarom in een aanvullend begrotingsvoorstel aan de raad voorgelegd. Vanaf 2026 is het structurele saldo negatief, oplopend tot ruim € 17,5 mln. in 2027 (zie laatste regel).

Financiële ontwikkelingen: een vooruitblik
Naast de bovengenoemde ontwikkelingen heeft de gemeente Zoeterneer te maken met enkele onzekerheden.

Als eerste de forse stijging van de kosten van Jeugdhulp. Op dit moment zijn de budgetten in de begroting 2024 ten opzichte van 2023 verhoogd met 8,5% voor prijsstijgingen, maar daarnaast verlaagd met € 0,3 mln. als gevolg van eerder verwachte besparingsmaatregelen. Naar verwachting leidt dit tot een tekort van € 10 mln. voor 2024. Het geprognosticeerde bedrag is dermate fors dat er op dit moment  acute maatregelen worden voorbereid om de verwachte kostenstijging te temperen. Deze maatregelen richten zich op de volgende drie lijnen: het aanscherpen van de instroom, het verbeteren van de kostenbeheersing en het bevorderen en versnellen van de uitstroom. Tezamen dienen deze maatregelen voor 2024 een besparing van € 7 mln. op te leveren. 

Daarnaast ontvangt de gemeente Zoetermeer de komende jaren een suppletie-uitkering van ongeveer € 10 mln. per jaar in verband met de herijking van gemeentefonds per 1-1-2023. Zoetermeer is hierbij een zogenaamde nadeel-gemeente. Door het Ministerie van BZK is aangegeven dat deze uitkering ook vanaf 2026 mag worden opgenomen in de begroting, maar de verwachting is dat deze op termijn in enkele stappen wordt afgebouwd.  

Tot slot is recent door de 'Studiegroep Begrotingsruimte' aangekondigd dat de rijksoverheid op termijn (2028) (landelijk) € 17 miljard zal moeten ombuigen om de rijksfinanciën op de lange termijn gezond te houden. 

Bezuinigingen vanaf 2026 onvermijdelijk
In het Coalitieakkoord 'Samen doen wat nodig is' is opgenomen dat op het moment dat er meer duidelijkheid is over de inkomsten vanaf 2026, de coalitie als nodig opnieuw zal bezien wat nodig is om de begroting structureel sluitend te houden. In de Perspectiefnota 2024 is al aangekondigd dat er de komende periode oplossingsrichtingen worden onderzocht, die in het voorjaar van 2024 bij de Perspectiefnota 2025 worden gepresenteerd. Op basis van het actuele financieel perspectief, de nog aanwezige risico’s en om voldoende ruimte te bieden om keuzen te kunnen maken, wordt voor de Perspectiefnota 2025 een pakket met maatregelen voorbereid.