Paragraaf 4 Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de kadernota Treasury 2021 en het Treasurystatuut 2021 is de structuur, inrichting en het beleid van de treasuryfunctie vastgelegd. De concrete vertaling van het treasurybeleid wordt jaarlijks in de financieringsparagraaf bij de programmabegroting weergegeven. Verantwoording over en/of tussentijdse aanpassing van (de uitvoering van) het beleid vindt plaats in de tussenrapportages en de jaarrekening.

De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s met als doelstelling: “Het beheren van financiële posities en geldstromen op een zodanige wijze dat de daaraan verbonden risico's worden beperkt en de daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten worden geoptimaliseerd". De beheersing van deze geldstromen dient uitsluitend de publieke taak. Het prudente karakter van de treasury-activiteiten staat hierbij voorop.
Uit de treasuryactiviteiten volgen rentelasten en/of rentebaten. In deze paragraaf komen de raming en ontwikkeling van rente en financieringsbehoefte aan de orde.

Onder de treasuryfunctie valt niet het garanderen van verstrekte geldleningen aan derden. Deze activiteiten vallen onder de betreffende programma’s.

Ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen

Algemeen
De regelgeving voor gemeenten op het gebied van de rente is opgenomen in de wet Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Het betreft de verwerking van de rentelasten en -baten in de begroting en jaarstukken. In de Rentenota 2018 staat de Zoetermeerse werkwijze met betrekking tot rente. De belangrijkste onderdelen van de nota zijn de werkwijzen voor de gehanteerde rentepercentages bij het opstellen van de begroting, het doen van investeringen, de toerekening van rente aan programma's, de wijze van financiering en hoe wordt omgegaan met de rente- en financieringsrisico's. Ook staat de werkwijze bij afwijkingen in de werkelijkheid beschreven.

Rentescenario (gehanteerd rentepercentage)
Ieder jaar bij de perspectiefnota wordt het rentescenario bekeken en eventueel een voorstel tot wijziging gedaan. Bij de Perspectiefnota 2022 is het volgende scenario vastgesteld:

Het rentescenario is de verwachte rente(ontwikkeling) voor langlopende leningen. Als ijkpunt voor 'langlopend' wordt een lening met een looptijd van 10 jaar gehanteerd met een aflossing ineens aan het eind van de looptijd (= 10 jaar fix). De in het rentescenario opgenomen verwachte renteontwikkeling is gebaseerd op:

  • huidige marktrente;
  • historische rente (trend);
  • inschatting van de renteontwikkeling door de grootbanken;
  • een scenario van een gefaseerd 'groeien' naar het structurele renteniveau.

Vanwege de ruime liquiditeit in de markt en de marktvooruitzichten door de grootbanken is het rentescenario niet gewijzigd. Het structurele percentage waarmee gerekend wordt in de begroting blijft 2%. Vanaf het vertrekpunt 2021 wordt in vier nagenoeg gelijke stappen naar dit structurele niveau toe gegroeid.

De huidige tarieven in de markt (peildatum 30-6-2021) zijn:

Lange rente
De lange rente (10 jaar fix) is op dit moment 0,46%. Dit is een lichte stijging ten opzichte van begin dit jaar. De verwachting is dat de lange rente iets gaat stijgen. 

Korte rente
De korte rente (3 maands euribor) is stabiel en bedraagt (peildatum 30-6-2021) – 0,542% 

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Treasury kent een breed scala aan risico's zoals renterisico's, debiteurenrisico, kredietrisico's, liquiditeitsrisico's, koersrisico's en valutarisico’s, die moeten worden toegelicht in de treasuryparagraaf. Deze risico's staan benoemd in de wet Fido. Niet alle genoemde risico’s zijn van toepassing op de gemeente Zoetermeer. Zo heeft de gemeente Zoetermeer geen leningcontracten in vreemde valuta afgesloten (valutarisico).
Daarnaast worden aandelen die de gemeente bezit, in principe tegen nominale waarde op de balans gewaardeerd, waardoor ook geen koersrisico wordt gelopen.
Voor het afdekken en beheersbaar houden van het debiteurenrisico en de financiële dekking van oninbare debiteuren zijn beleidsrichtlijnen opgesteld. Ook zijn voorzieningen getroffen die periodiek worden herijkt. De overige risico's worden hieronder toegelicht.

Renterisico
Het renterisico betreft de kans op schommelingen in rentelasten als gevolg van schommelingen in de rentestand in combinatie met herfinanciering. Om de renterisico’s te bewaken is vanuit de wet Fido voorgeschreven het renterisico op twee manieren te bewaken. Het renterisico op korte termijn wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet en voor de lange termijn financiering door middel van de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet geeft voor de gemeente de maximaal toegestane omvang van de kortlopende schuld (met looptijd korter dan één jaar) aan. Wanneer de kasgeldlimiet 3 kwartalen achter elkaar dreigt te worden overschreden, moeten maatregelen worden genomen om overschrijding te voorkomen. Maatregelen betekenen doorgaans het aantrekken van lang geld (consolideren). Voor 2022 bedraagt de maximale omvang van de kortlopende schulden € 35,3 mln.

Renterisiconorm
Het renterisico op het lange geld wordt bewaakt via de renterisiconorm. Deze norm wil zeggen dat de jaarlijkse aflossing plus renteherzieningen van de leningenportefeuille maximaal 20% van het begrotingstotaal mag zijn. Dat houdt in dat in 2022 maximaal voor € 83 mln. aan aflossingen en/of renteherzieningen mogen worden gedaan. De raming in de tabel hieronder laat zien dat de aflossing in 2022 € 2,1 mln. bedraagt. Dat is € 80,9 mln. lager dan toegestaan. Hiermee wordt ruimschoots voldaan aan de norm.

Derivaten
In de kadernota Treasury 2021 is opgenomen dat de gemeente geen gebruik maakt van derivaten. 

Liquiditeitsrisico
Onder liquiditeitsrisico wordt verstaan het tegelijkertijd innemen van posities geleend en uitgeleend geld. Vanuit de doelstelling van de treasury worden, binnen de kaders van de renterisiconorm van de wet Fido, dubbele posities zoveel mogelijk vermeden. Vanwege de ontvangen Enecogelden (€ 90 mln) in 2020 en de bestaande leningenportefeuille is er in 2022 nog steeds sprake van een dubbele positie. Vanwege de komende investeringen met betrekking tot onder andere de Schaalsprong, de binnenstad en de plannen voor wat betreft de bestemming van de Enecogelden is de verwachting dat deze dubbele positie de komende jaren verdwijnt.

Kredietrisico
Onder kredietrisico wordt verstaan het risico dat door de gemeente uitgezette geldleningen door de debiteur niet kunnen worden afgelost. Door de invoering van het schatkistbankieren, waarbij een eventueel overschot aan liquide middelen dat boven het kwartaalgemiddelde van € 2 mln. uitkomt, uitgezet moet worden bij de Staat en de feitelijke situatie van een geraamd tekort aan financieringsmiddelen, wordt geen kredietrisico ingeschat.

Leningportefeuille

Terug naar navigatie - Leningportefeuille

De leningenportefeuille van de gemeente Zoetermeer is per 1 januari 2022 begroot op € 66,3 mln. De vaste activa worden grotendeels gefinancierd met eigen vermogen en de aanwezige financieringsmiddelen uit voorzieningen.

Financieringsbehoefte en verwacht renteresultaat

Terug naar navigatie - Financieringsbehoefte en verwacht renteresultaat

De verwachting is dat in 2022 geen nieuwe leningen worden aangetrokken. De financieringsbehoefte blijft naar verwachting lager dan onze financieringsmiddelen. Dit heeft vooral te maken met de nog bestaande vaste leningen en de ontvangen Enecogelden begin 2020. De rentelast in de begroting bestaat daarmee in 2022 grotendeels uit de lasten van de bestaande lange leningen.

De volgende tabel toont de financieringsbehoefte (benodigde vreemde financieringsmiddelen). Uit de tabel komt naar voren dat er de eerste jaren nog een overschot aan financieringsmiddelen is. Dit overschot geeft een vertekend beeld, omdat de verwachting is dat nog in deze collegeperiode en zeker in de volgende collegeperiode er aanspraak wordt gedaan op het Fonds 2040. Zodra dat fonds wordt ingezet als dekking voor inhoudelijke plannen neemt de omvang van de eigen financieringsmiddelen af. In onderstaand overzicht van de financieringsbehoefte is niet vooruit gelopen op de omvang en aanwending van het Fonds 2040 in de komende jaren.

Rentelasten in de begroting
De rentelasten voor de komende jaren over de (voornamelijk bestaande) langlopende leningen bedragen:

De rentelasten zijn opgenomen in het Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen.