In de jaarrekening worden de verschillen in de “toelichting op het overzicht baten en lasten” groter dan € 100.000 verklaard. Onderstaande betreft per programma een samenvatting op hoofdlijnen (verschillen > € 0,5 mln.). De optelling tot het totaal per programma van het verschil tussen de gewijzigde begroting en rekening die in onderstaande samenvatting niet wordt verklaard, bestaat uit een optelling van kleinere posten.
Programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie: € 30.000 voordeel
De gemeente Zoetermeer ontvangt en beheert als centrumgemeente van de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal de middelen voor de regio. De besteding van deze middelen wordt bepaald in overleg met de regionale partners en vastgelegd in het jaarlijks op te stellen Uitvoeringsplan ZHC. In het Tweede Tussenbericht is melding gedaan van een verwachte onderbesteding van de beschikbare middelen. Ten opzichte van dat bericht stellen wij het beeld voor 2023 als volgt bij:
De kosten van de afgesproken activiteiten vallen op 2 posten lager uit dan ingeschat:
- Regiogelden (€ 0,1 mln. voordeel): deze middelen ontvangt de regio met als doel om de regionale samenwerking te verstevigen.
- Perspectief op werk/Dichterbij dan je denkt (€ 0,5 mln. voordeel): In 2022 zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld door het Rijk om in te zetten voor de krapte op de arbeidsmarkt. Besloten is om deze middelen in te zetten voor uitbreiding van dienstverlening van matchmakers, het Leerwerkloket en praktijkleren.
Omdat deze middelen van de regio zijn (en daarmee dus niet vrij besteedbaar) wordt met deze jaarrekening een voorstel gedaan tot een voorlopige bestemming van het resultaat. In het Tweede Tussenbericht is al een afwijking gemeld van 2,4 mln. voordelig. Dit brengt het totale over te hevelen bedrag van 2023 naar 2024 op € 3,0 mln. In de Perspectiefnota 2025 zal een voorstel worden gedaan voor een definitieve resultaatbestemming om het bedrag van € 3,0 mln. volledig over te hevelen naar 2024.
In 2023 heeft De Binnenbaan een verzoek ingediend om een eenmalige (indexerings-)compensatie van € 0,5 mln. vanwege uitzonderlijke kostenstijgingen in 2022 en 2023. Dit heeft geleid tot extra uitgaven. Deze kostenstijgingen werden veroorzaakt door de volgende factoren:
- De hoge inflatie die volgde na de coronacrisis en de oorlog in Oekraïne
- De stijging van het minimumloon per 1 januari 2023
- De nieuwe CAO SGO per 1 januari 2023
- Oplopende kosten van semipermanente inhuurkrachten voor het kaderpersoneel van de Binnenbaan
Er zijn verder geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.
Programma 2 Samen leven en ondersteunen: € 1,5 mln. nadeel
In de Perspectiefnota 2024 is incidenteel een budget van € 0,3 mln. beschikbaar gesteld voor de projecten Jeugd, ter dekking van personele lasten. Vanwege capaciteitsproblemen en andere dekkingsbronnen is dit budget niet gebruikt.
Daarnaast is op de projecten Toekomstbestendig jeugdhulp € 0,2 mln. minder uitgegeven dan vooraf verwacht, omdat de kosten voor het grootste deel ten laste zijn gebracht van de specifieke uitkering Integraal Zorgakkoord. Activiteiten zijn in 2023 opgestart en zullen in 2024 verder invulling krijgen. Het totaal zal door middel van budgetoverheveling in 2024 beschikbaar worden gesteld.
Gedurende 2023 bleek dat het beschikbare budget voor specialistische jeugdhulp niet voldoende was om de stijgende vraag te kunnen opvangen. In het Tweede Tussenbericht 2023 is een nadeel gemeld van € 9,0 mln. In de raadsmemo's Nieuwe prognose kosten specialistische jeugdhulp 2023 en de Financiële afwijkingen na het Tweede Tussenbericht 2023 is een aanvullend nadeel met een bandbreedte van € 2,0 tot € 3,7 mln. gemeld. De overschrijding van de Specialistische Jeugdhulp is € 2,9 mln..
Het nadeel wordt verklaard door de volgende oorzaken:
- Voortzettende stijging van het aantal jeugdigen met jeugdhulp. Dit doet zich met name voor binnen de jeugd-GGZ. Ook binnen de ambulante jeugdhulp was een lichte stijging te zien van het aantal jeugdigen.
- In het raadsmemo over de monitor kosten jeugdhulp (afdoening toezegging 632) is weergegeven hoe de kosten en het gebruik zich verdelen over de verschillende jeugdhulpcategorieën. Daarin is zichtbaar dat de grootste kostenstijging zich voordoet bij ambulante jeugdhulp, jeugdhulp met verblijf en jeugd-GGZ.
- Door de toename van het aantal jeugdigen die zeer specialistische landelijk ingekochte jeugdhulp ontvangt, stijgen ook de kosten voor deze vormen van jeugdhulp.
- Daarnaast neemt de zorgzwaarte toe; jeugdigen krijgen meer en of langer zorg. Dit leidt tot een hogere gemiddelde kostprijs per jeugdige.
- Er zijn meer kosten gemaakt voor maatwerk en PGB's;
- Indexatie van de tarieven.
Op de noodopvang van de ontheemde Oekraïners is een (aanvullend) voordeel behaald van € 1,4 mln. Het totale voordeel bedraagt hiermee € 6,3 mln. In het memo Financiële afwijkingen na Tweede Tussenbericht 2023 was een (aanvullend) voordeel gemeld van € 0,8 mln. De lagere kosten zijn ontstaan door de zelfredzaamheid van de Oekraïners, lagere organisatiekosten en lagere kosten levensonderhoud. Door extra opvang vanaf november is een hogere opbrengst ontstaan. Het Rijk heeft geanticipeerd op de kostenontwikkeling en heeft de normvergoeding 2024 voor de opvang en het levensonderhoud naar beneden bijgesteld. Daarnaast wordt door het Rijk nagedacht over een beëindiging van de specifieke regeling en het onderbrengen van opvang van ontheemden en asielzoekers in één regeling.
Het bureau HHM heeft, in gezamenlijke opdracht van inZet en gemeente, in 2023 onderzoek gedaan naar een passend budget voor inZet en daartoe ook een rekenmodel ontwikkeld. Eind 2023 hebben de gemeente en inZet onder begeleiding van HHM invulling gegeven aan het rekenmodel. Dat heeft geleid tot een aanpassing van het budget voor 2023, zoals gemeld in het raadsmemo Financiële afwijkingen na het Tweede Tussenbericht 2023. Op basis van onderzoek en rekenmodel zal het voorstel worden gedaan het budget ook voor 2024 en verder aan te passen. Dit voorstel zal worden betrokken bij Perspectiefnota 2025 / Eerste Tussenbericht 2024.
Er zijn verder geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.
Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen: € 33.000 nadeel
We hebben een nadeel van € 1,1 mln. op de lasten van riolering. Hiervan heeft € 0,3 mln. betrekking op prijsstijgingen welke worden gedekt uit de stelpost prijsstijgingen in het overzicht algemene dekkingsmiddelen. Het resterende bedrag van € 0,8 mln. heeft betrekking op onvoorziene spoedreparaties naar aanleiding van inspecties en onvoorziene kosten bij projecten.
Er zijn verder geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.
Programma 4 Vrije tijd: € 0,1 mln. voordeel
Er zijn geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.
Programma 5 Veiligheid: € 0,2 mln. nadeel
Bij het coalitieakkoord zijn er tijdelijke middelen beschikbaar gesteld vanuit de Reserve fonds Zoetermeer 2040.
Er is op basis van het coalitieakkoord ingezet op intensivering van de gemeentelijk handhavingscapaciteit. De uitbreiding van team handhaving is nog niet op orde, doordat náást de uitbreiding, we ook te maken hebben gehad met natuurlijk verloop, waardoor de formatie nog niet op volle sterkte is. Daarom is de bijdrage vanuit de Reserve fonds Zoetermeer 2040 in 2023 niet nodig geweest.
Er zijn geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.
Programma 6 Dienstverlening: € 0,4 mln. nadeel
Voor het afhandelen van WABO-vergunningen worden leges ontvangen. Bij het memo 'financiële afwijkingen na tweede Tussenbericht 2023' is gemeld dat ten opzichte van het tweede Tussenbericht een nadeel verwacht werd van € 0,9 mln. in 2023. Dit is nagenoeg zo uitgekomen. De belangrijkste reden is dat er minder grote aanvragen zijn ingediend. De oorzaak is een combinatie van hogere bouwkosten en de hoge rentes.
Het was een uitdaging om goed personeel te vinden voor vergunningverlening waardoor inhuur noodzakelijk was. Daarnaast is ook ingehuurd voor langdurig ziekteverzuim. Hierdoor is er een nadeel ontstaan van € 0,8 mln.
Op grond van de Wet Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) is een voorziening is getroffen voor de pensioenverplichtingen aan wethouders. Door het stijgen van de rente in 2023 is een voordeel op de baten van € 0,7 mln. Dit bedrag valt vrij uit de voorziening vanwege de rentestijging. Daarnaast is er een voordeel op de uitgaven van € 0,1 mln., door de rentestijging is de in 2023 geraamde toevoeging aan de voorziening niet nodig geweest.
Er zijn verder geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.
Programma 7 Inrichten van de stad: € 0,2 mln. voordeel
Er zijn geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.
Overzicht Overhead: € 49.000 voordeel
Bij uitbreiding van formatie hebben we rekening gehouden met een stijging van de overheadkosten. De werkelijke stijging is lager dan verwacht.
Er zijn verder geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien: € 7,5 mln. voordeel
In de tweede helft van het jaar hebben we actief leegstandsonderzoek uitgevoerd. Dat heeft geleid tot extra OZB-aanslagen waarmee de opbrengst OZB € 0,6 mln. hoger is uitgekomen. De opbrengsten hondenbelasting, toeristenbelasting en precario zijn per saldo € 0,1 mln. lager dan begroot.
De inkomsten uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn € 4,5 mln. hoger dan begroot. Dit komt door:
- de effecten van de septembercirculaire (€ 2 mln.);
- herverdeeleffecten € 1,5 mln.;
- extra taken € 1 mln. uit de decembercirculaire.
Het vrijvallen van de reservering voor loon- en prijsstijging van € 2,3 mln. is al gemeld bij het memo financiële afwijkingen na TB2. Hier tegenover staan tegenvallers op onder andere programma 1 voor de hogere kosten van de Binnenbaan en op programma 3 voor de hogere kosten voor de riolering.
Voor de eerder gereserveerde taken die de gemeente van het rijk heeft gekregen is € 0,8 mln. niet uitgegeven. Voor ruim € 0,5 mln. betreft het hier de middelen die we hebben gekregen voor de verbetering van de dienstverlening naar aanleiding van de toeslagenaffaire. Hiervan is bij de Perspectiefnota om de middelen te besteden aan andere zaken door het vrij te laten vallen in het begrotingssaldo. Dit is gedaan voor de jaren 2024-2027. Het bedrag van 2023 valt nu vrij in het jaarrekeningsaldo. Voor € 0,1 mln. gaat het om middelen voor het klimaatakkoord en voor € 0,2 mln. voor de aanpak van laaggeletterdheid.
Aan de inkomstenkant is een nadeel grotendeels ontstaan doordat de extra middelen voor de noodopvang van asielzoekers nog niet is ontvangen. Hier was in de begroting wel rekening mee gehouden. De verwachting is dat dit in 2024 gecorrigeerd gaat worden.
Er zijn verder geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.
Heffingsbedrag vennootschapsbelasting: € 0,2 mln. voordeel
Er zijn geen activiteiten die per saldo een voor- of nadeel geven van meer dan € 0,5 mln.