Uitgaven

12,45%
€ -69.688
x €1.000
12,45% Complete

Inkomsten

7,92%
€ 44.339
x €1.000
7,92% Complete

Saldo

6031,37%
€ -25.349
x €1.000

Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen

Uitgaven

12,45%
€ -69.688
x €1.000
12,45% Complete

Inkomsten

7,92%
€ 44.339
x €1.000
7,92% Complete

Saldo

6031,37%
€ -25.349
x €1.000

Maatschappelijk effect programma: Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen - Maatschappelijk effect programma: Wat willen we bereiken?

Bevorderen van een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving

Terug naar navigatie - Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen - Maatschappelijk effect programma: Wat willen we bereiken? - Bevorderen van een duurzame, veilige en aantrekkelijke leefomgeving

Zoetermeer werkt aan een duurzame toekomst zoals verwoord in de Omgevingsvisie Zoetermeer 2040. Deze visie is uitgewerkt in de Ruimtelijke Strategie Zoetermeer 2040. Beide documenten geven aan hoe en waar de stad zich wil ontwikkelen. De plannen worden verder uitgewerkt in omgevingsprogramma’s.

Energietransitie
Zoetermeer maakt werk van duurzaamheid. De energietransitie ('van het aardgas af') zorgt voor verduurzaming van woningen en bedrijven. Daarnaast draagt dit bij aan bestaanszekerheid en het tegengaan van energiearmoede. De uitvoering vraagt investeringen van woningeigenaren, maar tegelijk vergroot dit de woonaantrekkelijkheid van de eigen woning én de verbinding van de eigenaar-bewoner met de stad. Daarom stimuleren we deze investeringen en zetten we in op het versnellen van de energietransitie. Daarbij werken we samen met de woningcorporaties, omgevingsdienst en bedrijven. Belangrijk aandachtpunt is de uitvoeringsproblematiek door netcongestie.

Aanpak voor de buitenruimte
Om de doelen en ambities van de gemeente te halen, komt er een nieuwe integrale aanpak voor de buitenruimte. Dit sluit aan bij het verbeteren van het beheer van de leefomgeving (assetmanagement). De gemeente wil:

  • Een toekomstbestendige, duurzame, veilige en aantrekkelijke buitenruimte;
  • Goede keuzes maken in inrichting, gebruik en onderhoud;
  • Sturen op maatschappelijke waarden, risico’s en kwaliteit;
  • Samenwerken met inwoners en partners.

Uitvoering nieuw afvalbeleid
Met het nieuwe afvalbeleid zet de gemeente in op het verminderen van restafval, het vergroten van de inzameling van herbruikbare grondstoffen en het voorkomen dat de afvalkosten voor inwoners sterk toenemen. We willen meer doen met minder: minder afval verbranden, meer materialen circulair hergebruiken.

De komende jaren werken we toe naar het landelijke doel van een circulaire economie in 2050, waarbij afval niet langer het eindpunt is, maar de start van een nieuwe keten. Tegelijkertijd willen we zorgen voor een duidelijke, gemakkelijke én toegankelijk inzamelsysteem, dat recht doet aan de wensen van bewoners én bijdraagt aan een schone en leefbare stad.

Speerpunten in 2026: Wat gaan we daarvoor doen?
Energietransitie

  • Ondersteunen van particuliere huiseigenaren (buurtinitiatieven, VvE’s, individueel) met energiebesparing, opwekking van stroom en aardgasvrije verwarming. 
  • We zetten de SPUK Energiearmoede in voor maatregelen die de woonlasten verlagen van huurders van woningen met een slecht energielabel. 
  • In aanvulling op het standaard aanbod van producten en diensten van het VvE-loket, benaderen we Zoetermeerse VvE's proactief om het gesprek over verduurzamen aan te gaan.
  • We bevorderen onderlinge samenwerking tussen VvE's door het opzetten van een gemeentebreed VvE-platform, waar VvE-bestuursleden ervaringen met elkaar kunnen delen en informatie kan uitwisselen.
  • We ronden de participatie af over het toekomstige warmtesysteem in gebieden met hoogbouw. Het doel is tot een haalbaar en gedragen alternatief te komen voor collectieve warmte. 
  • We gaan verder aan de slag met de acties uit het Actieplan Netcongestie.
  • We starten met het ondersteunen van de verduurzaming van religieus vastgoed.

Leefomgeving 

  • Uitvoering geven aan de aanvulling bomenbeleid voor buurtbomen.   
  • Opstellen uitvoeringskader buitenruimte, hierbij hoort ook een visie over het gebruik van de ondergrond.
  • Het voortzetten van de implementatie van assetmanagement voor het professionaliseren van het beheer.
  • Voortzetten van de aanpak voor het tegengaan van zwerfvuil in het project Schoon is Gewoon.
  • Uitvoering van een klimaatstresstest voor heel Zoetermeer als actualisatie van de stresstest uit 2018. 

Doelstellingen

Indicatoren, trendgrafieken en financiën Programma 3

Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling

Totale CO2-uitstoot in de gemeente voor woningen (in ton)

Terug naar navigatie - Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - Totale CO2-uitstoot in de gemeente voor woningen (in ton)

Het gaat om de CO2-uitstoot van woningen door het verbruik van aardgas, de elektriciteit die geleverd is via het openbare net en het verbruik van (gasgestookte) stadswarmte.
Bron: Landelijke klimaatmonitor

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 108.000 - - - -
Begroting PB 2026 - 114.000 107.000 100.000 93.000

Totale CO2-uitstoot in de gemeente voor bedrijven (dienstverlening, geen industrie) (in ton)

Terug naar navigatie - Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - Totale CO2-uitstoot in de gemeente voor bedrijven (dienstverlening, geen industrie) (in ton)

Het gaat om de CO2-uitstoot van bedrijfsgebouwen door het verbruik van aardgas, de elektriciteit die geleverd is via het openbare net en het eventuele verbruik van (gasgestookte) stadswarmte.
Bron: Landelijke klimaatmonitor

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 82.000 - - - -
Begroting PB 2026 - 74.000 70.000 67.500 65.000
Terug naar navigatie - Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - Toelichting

Toelichting:
Het gaat om de CO2-uitstoot ten gevolge van het verbruik van aardgas en elektriciteit die geleverd is via het openbare net en het verbruik van stadswarmte in woningen. De trend over de laatste 5 jaar laat een afname zien die als het goed is doortrekt naar de toekomst. Hier is ook het landelijke en gemeentelijke beleid op gericht. 
NB: Omdat de data in de Klimaatmonitor op dit onderdeel gemiddeld 1,5 jaar achterlopen, betreffen de cijfers over jaar X in feite de gegevens over jaar X-1.

Geïnstalleerd vermogen in zonne-energie in Megawatt (MW)

Terug naar navigatie - Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - Geïnstalleerd vermogen in zonne-energie in Megawatt (MW)

In Zoetermeer is de hernieuwbaar opgewekte elektriciteit afkomstig van zonnepanelen en windmolens. Het streven voor 2030 is om 149 GWh aan duurzame stroom op te wekken. Het opgestelde vermogen aan windenergie is stabiel (9 MW); dit levert op jaarbasis gemiddeld 16 GWh energie op. In 2030 is dan een jaarproductie zonne-energie nodig van 133 GWh; hiervoor is een opgesteld vermogen van ongeveer 150 MW aan zonnepanelen nodig.
Bron: Landelijke klimaatmonitor

Bron: Klimaatmonitor
Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 80 - - - -
Begroting PB 2026 - 113 127 137 145
Terug naar navigatie - Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - Toelichting

Toelichting:
In Zoetermeer is de hernieuwbaar opgewekte elektriciteit afkomstig van zonnepanelen en windmolens. Om in 2030 149 GWh duurzame energie te produceren (ca. 16 GWh uit wind en ca. 133 GWh uit zon), moet het opgestelde vermogen aan zonnepanelen tot 2030 doorgroeien naar ongeveer 150 MW. Met de gepresenteerde prognoses wordt dit doel gehaald.

Toename oppervlakte natuurlijker beheerde gebieden (extra hectare)

Terug naar navigatie - Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - Toename oppervlakte natuurlijker beheerde gebieden (extra hectare)

Toename in hectare per jaar van gebieden met betere omstandigheden voor de (toename van de) biodiversiteit na uitvoering van projecten uit het programma Duurzaam & Groen Zoetermeer. In deze gebieden heeft veelal een aanpassing van inrichting plaatsgevonden en een structurele aanpassing in het beheer.
Bron: Groenkaart

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 0,0 - - - -
Begroting PB 2026 - 0,0 0,0 0,0 0,0
Terug naar navigatie - Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - Toelichting

Toelichting:
De toename van het totaal aantal hectares begroot natuurkerngebied vanaf 2026 komt voort uit de definitieve begrenzing van het natuurkerngebied binnen de Nieuwe Driemanspolder. De nu voorgestelde begrenzing van de natuurkern is 31 ha groot. Deze natuurkern is de laatste van de voorgenomen te begrenzen natuurkerngebieden. De realisatie van deze begrenzing brengt het cumulatief oppervlakte natuurkerngebieden op 176 ha.

Aantal kilogram restafval per inwoner

Terug naar navigatie - Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - Aantal kilogram restafval per inwoner

Het aantal kilogram fijn huishoudelijk restafval per inwoner bevindt zich de laatste jaren in een licht dalende trend. Voor de komende jaren is de verwachting dat het versnelt. De verwachte effecten van nieuw beleid, mede vanuit de adviezen van het burgerberaad, zijn hierin verwerkt.
Bron: Gemeentelijke database

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 202 - - - -
Begroting PB 2026 - 191 185 179 179
Terug naar navigatie - Doelstelling 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - Toelichting Financiën

Toelichting:
Onder deze doelstelling zijn voornamelijk de kosten van afvalinzameling en -verwerking (en handhaving) opgenomen en de daarbij behorende opbrengst afvalstoffenheffing (en overige opbrengsten afval).   
Voor het aardgasvrij maken in Palenstein is budget opgenomen (2027 € 3,4 mln., 2028 € 2,7 mln. en 2029 € 1,0 mln.). De aanleg wordt gedekt vanuit de in de brede bestemmingsreserve gestorte rijksbijdrage van (2027 € 3,0 mln., 2028 € 2,5 mln. en 2029 € 1 mln.). Ook de uitgaven vanuit het Duurzaamheidsfonds verlopen via deze doelstelling. Het rijk heeft voor de uitvoering van het klimaat- en energiebeleid tot en met 2030 € 2,8 mln. per jaar subsidie beschikbaar gesteld. Hier staan even hoge kosten tegenover. 

Doelstelling 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte

% Van de openbare ruimte dat op het afgesproken kwaliteitsniveau zit

Terug naar navigatie - Doelstelling 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte - % Van de openbare ruimte dat op het afgesproken kwaliteitsniveau zit

Per kwartaal wordt op willekeurige meetlocaties de beeldkwaliteit gemeten en de procentuele scores op en boven de norm bepaald. De ambities zijn per gebiedstype vastgesteld in de Nota Onderhoud Openbare Ruimte.
Bron: Quickscan openbare ruimte

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 94% - - - -
Begroting PB 2026 - 90% 90% 90% 90%
Terug naar navigatie - Doelstelling 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte - Toelichting Financiën

Toelichting:
Algemeen beheer
Dit betreft de uitgaven aan bedrijfsmiddelen (licenties en onderhoud van inspectie- en inventarisatiesoftware voor de openbare ruimte, basisregistraties, landmeting -en digitaliseringsapparatuur), kosten van advies en maatregelen van de bomencommissie (aanvullende maatregelen lopen af in 2027) en de middelen voor de structurele kwaliteitsimpuls onderhoud openbare ruimte, budget voor innovatie en  ontwikkeling. 

Dagelijks beheer en klein onderhoud
Het schoon en heel houden, van de wegen, openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, waterbouwkundige voorzieningen, onderhoud van bomen en groen, speeltoestellen, kunstwerken, riolering en parkeervoorzieningen. Bij klein onderhoud gaat het om dagelijks verzorgend onderhoud en reparaties die noodzakelijk zijn om het object in goede werkende en veilige staat te houden tegen een van tevoren vastgesteld kwaliteitsniveau. Hierbij moet worden gedacht aan maatregelen die noodzakelijk zijn om het object blijvend naar behoren te laten functioneren of haar representativiteit te laten behouden. Klein onderhoud is het onderhoud dat vanaf het eerste of het lopende planjaar op een klein gedeelte van het object wordt uitgevoerd. 

Exploitaties
Dit betreft de exploitatie van de bij de gemeente in beheer zijnde fietsenstallingen in het Stadshart, parkeerbeheer, begraafplaatsen en het gronddepot in de Driemanspolder.

Groot onderhoud
Dit betreft onderhoud gericht op het in stand houden van civiele kunstwerken, openbare verlichting, speeltoestellen, verkeersregelinstallaties en het vervangen van bomen. Groot onderhoud is in de regel gepland onderhoud van veelal ingrijpende aard als gevolg van slijtage, dat op een substantieel deel van het object wordt uitgevoerd. 

Risico's

Terug naar navigatie - Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen - Risico's

Netcongestie
Sinds december 2024 hebben we te maken met netcongestie. Dit vormt een structureel risico voor de haalbaarheid, snelheid én betaalbaarheid van de energietransitie. Dit moet worden opgelost door (versnelling van) netverzwaring, slimme sturing van vraag en aanbod en een goede ruimtelijk afgestemde planning van ontwikkelingen. Ondanks dat hier vol op wordt ingezet, is de verwachting dat de netcongestie pas in 2035 volledig is opgelost. Hierdoor kan stagnatie optreden in het tempo van de energietransitie.

Beleidswijzigingen/Nieuw beleid

Terug naar navigatie - Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen - Beleidswijzigingen/Nieuw beleid
Bedragen x € 1.000 
Beleidswijzigingen/Nieuw beleid 2026 2027 2028 2029
1. Natuurinclusief verduurzamen en Soortenmanagementplan
    - dekking via SPUK
150
-150
150
-150
   
Saldo 0 0 0 0


Toelichting:
1. Natuurinclusief verduurzamen en Soortenmanagementplan
Bij de bouw, verbouw en/of verduurzaming hebben inwoners en belanghebbenden te maken met flora en fauna bescherming. Om aan de Omgevingswet te voldoen moet elke gebouweigenaar hier zelf een onderzoek doen. (Denk bijvoorbeeld aan onderzoek naar aanwezigheid van dieren in spouwmuren). Hierdoor lopen de kosten op en het onderzoek vertraagt de gewenste ontwikkelingen in de (ver)bouw en de verduurzaming. Om dit te voorkomen starten we met het opstellen van een soortenmanagementplan (SMP). Een SMP houdt in dat we op basis van uitgebreid ecologisch onderzoek een gemeente breed biodiversiteitsplan maken. Hiermee vereenvoudigen we procedures en kunnen we collectieve ontheffingen verstrekken. Voor het maken van een SMP krijgen we € 0,367 mln. subsidie (de Specifieke Uitkering natuurvriendelijk isoleren) om dit onderzoek de komende jaren uit te voeren. Hierdoor profiteert de gebouwde omgeving, binnen het stedelijk gebied, in haar geheel om de gebouwen te verduurzamen. 

Bezuinigings- en dekkingsvoorstellen

Terug naar navigatie - Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen - Bezuinigings- en dekkingsvoorstellen
Bedragen x € 1.000 
Bezuinigings- en dekkingsvoorstellen 2026 2027 2028 2029
1. Vervangingsinvesteringen kapitaliseren 7.000 7.000 7.000 7.000
2. Kostendekkendheid afvalstoffenheffing 350 350 350 350
3. Kostendekkendheid rioolheffing 130 130 130 130
4. Zwerfvuil ruimen financieren door bijdrage verpakkingsindustrie 35 35 35 35
5. Verhoging leges kabels en leidingen 123 123 123 123
6. Beperken herstelwerkzaamheden openbare ruimte 53 53 53 53
7. Verlagen budget tijdelijke kwaliteitsimpuls 100      
8. Verlagen werkbudget energietransitie  63 63 63 63
Saldo 7854 7754 7754 7754


Toelichting:
1. Vervangingsinvesteringen kapitaliseren (maatregel 105)
Dit is een technische maatregel die conform het BBV (artikel 59) verplicht is. Het is geen bezuiniging, (de investeringskosten en cash-flows wijzigen niet) maar het is een andere wijze van het toerekenen van de lasten in de tijd. 
De lasten van de vervangingsinvesteringen worden vanaf 2026 verdeeld over de gebruiksduur van de investering in plaats van deze in één keer ten laste van het jaar van aanschaf/realisatie te brengen. Het beleid was dat alle investeringen met maatschappelijk nut worden geactiveerd, maar in de praktijk werd dit nog niet voor alle kapitaalgoederen gedaan. Met deze maatregel wordt uitvoering gegeven aan het vastgestelde beleid. 
Door het activeren van investeringskosten zijn er geen lasten in de begroting in jaar van realisatie/verkrijging. In de jaren daarna wordt gedurende de gebruiksduur van de investering een gelijk deel van de kosten in de begroting opgenomen. Bij jaarlijkse investeringen neem de last ieder jaar toe totdat de betreffende kapitaalgoederen vervangen dienen te worden. Daarna wordt het lastenniveau stabiel bij gelijkblijvende activa.

2.  Kostendekkendheid afvalstoffenheffing (maatregel 102a)
De afvalstoffenheffing is op dit moment 94% kostendekkend (Verordening 2025). Zonder het tarief van de afvalstoffenheffing te verhogen kan het saldo van de begroting stijgen met € 0,35 mln. Dit komt door de toename van het aantal huishoudens.

3. Kostendekkendheid rioolheffing (maatregel 102b)
De kostendekkendheid van de rioolheffing wordt verhoogd van 98% naar 99%.  Begroot is dat de inkomsten toenemen met € 0,13 mln. De hoogte van de leges worden vastgesteld via een aanpassing van de legesverordening hierdoor kunnen de bedragen nog wijzigen.

4. Zwerfvuil ruimen financieren door bijdrage verpakkingsindustrie: amendement Q
De gemeente ontvangt jaarlijks een vergoeding (Single Use Plastics vergoeding) vanuit de Uitgebreide Producentenverantwoording (UPV). Een deel van deze vergoeding zetten wij in om de kosten voor het ruimen van zwerfvuil te dekken. De komende jaren wordt de UPV vergoeding lager. Daardoor heeft de gemeente straks minder geld om zwerfvuil acties te organiseren. 

5.  Verhoging van de leges kabels en leidingen (ondergrondse infrastructuur)
Door amendement R1 en amendement 2506-O1 zijn de volgende bezuinigingsmaatregelen komen te vervallen:

  • Versoberen beheer openbare ruimte maatregel 81b (€ 0,045 mln.)
  • Beperken van het nemen van verkeersmaatregelen maatregel 98 (€ 0,015 mln.)
  • Groenprojecten maatregel 78 (€ 0,063 mln.)

Om deze lasten te dekken is in de begroting 2026 een verhoging van de leges voor kabels en leidingen opgenomen van € 0,123 mln. De hoogte van de leges worden vastgesteld via een aanpassing van de legesverordening hierdoor kunnen de bedragen nog wijzigen.

6. Beperken herstelwerkzaamheden openbare ruimte (maatregel 84a)
De gemeente ontvangt jaarlijks ongeveer 40.000 meldingen over allerlei zaken in de openbare ruimte. Naar aanleiding van deze meldingen en zelf geconstateerde zaken neemt de gemeente in een groot aantal gevallen maatregelen. Wat nodig is voor de veiligheid blijven wij uitvoeren. Het budget wordt met ongeveer 5% verlaagd. De mogelijkheid om op vragen en verzoeken voor kleine verbeteringen in de openbare ruimte maatregelen te nemen wordt kleiner. Zoals bijvoorbeeld een extra keer vegen, het rechtzetten van een licht scheefstaande paal en het opknappen van een groenvak.  

7. Verlagen budget tijdelijke kwaliteitsimpuls (maatregel 84b)
De begroting voor de tijdelijke kwaliteitsimpuls 2026 wordt verlaagd met € 0,1 mln.  Dit leidt tot minder vervangen van groenvakken en een lagere bijdrage aan verbeteringen in de openbare ruimte.

8. Verlagen werkbudget energietransitie (maatregel 76)
In de begroting is afzonderlijk werkbudget voor de energietransitie opgenomen. Op jaarbasis is in totaal circa € 0,5 mln. geraamd over de periode 2026 tot en met 2028. De besparing van € 63.000 op het werkbudget energietransitie omvat met name het verminderen van de inzet voor communicatie en het inschakelen van adviesbureaus. In de periode 2026 tot en met 2030 kan de bezuiniging worden opgevangen door het maximaal benutten van de rijksmiddelen voor de capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE-middelen) en vrijval van de gemeentelijke middelen (Coalitieakkoord).

Toelichting financiën op hoofdlijnen:

Doelstelling 3.1
Onder doelstelling 3.1 (bevorderen duurzame ontwikkeling) valt het inzamelen en verwerken van huishoudelijk afval. Hiervoor is ongeveer € 15 mln. beschikbaar. De inkomsten onder deze doelstelling bestaan vooral uit de afvalstoffenheffing en overige opbrengsten afval (€ 21 mln.).
Aan het verbeteren van het leefmilieu (geluid- en luchtkwaliteit, energiebesparing en verbetering biodiversiteit), Duurzaam en Groen, is in totaal € 2 mln. beschikbaar. Voor de WKO en het duurzaamheidsfonds zijn incidenteel middelen beschikbaar, deze uitgaven worden via reserves gedekt. Daarnaast zijn specifieke middelen van het rijk beschikbaar waaronder de Tijdelijke regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE) € 2,8 mln.

Doelstelling 3.2
De kosten voor deze doelstelling bestaan uit budgetten voor dagelijks, periodiek en groot onderhoud van de openbare ruimte. Hiervoor is ca. € 45 mln. beschikbaar. Daartegenover staan inkomsten van ca. € 13 mln. bestaande uit rioolheffing, parkeerinkomsten, vrijval voorziening, inkomsten begraafplaats en bijdragen van derden. In 2026 is er nog een incidentele bijdrage van ca. € 2 mln. van de reserve.

Aangenomen amendementen en moties perspectiefdebat

Terug naar navigatie - Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen - Aangenomen amendementen en moties perspectiefdebat
 Amendement 2506-O1 Versterk je kernkwaliteit voor een aantrekkelijke stad

Besluit:
Onder beslispunt 4 te schrappen
- 4.32 Groenprojecten
Onder beslispunt 4 een besluitpunt toe te voegen:
- 4.40 Verhoging leges kabels en leidingen (ondergrondse infrastructuur)
       > 2026 - € 63.000
       > 2027 - € 63.000
       > 2028 - € 63.000
       > 2029 - € 63.000

Stand van zaken:
De legestarieven voor kabels & leidingen worden verhoogd. Vaststelling vindt plaats in de raadsvergadering van december 2025.

Amendement 2506-Q Niet minder zwerfvuil ruimen

Besluit:
Akkoord met PN met dien verstande....
Beslispunt 4 als volgt te wijzigen:
- Was: 4.25 Zwerfvuil ruimen beperken
- Wordt: 4.25 Zwerfvuil ruimen financieren door bijdrage verpakkingsindustrie

Stand van zaken:
Zolang de gemeente voldoende vergoeding ontvangt vanuit de Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (UPV) wordt € 35.000 van deze vergoeding ingezet voor de dekking van het ruimen van zwerfvuil. 

Amendement 2506-R1 Andere bezuinigingskeuzes

Besluit:
Onder beslispunt 4 te schrappen:
- 4.26 Versoberen beheer openbare ruimte
- 4.30 Beperken van het nemen van verkeersmaatregelen

Beslispunt 4 toe te voegen:
- 4.40 Verhoging leges, kabels en leidingen (ondergrondse infrastructuur)

Stand van zaken:
De legestarieven voor kabels & leidingen worden verhoogd. Vaststelling vindt plaats in de raadsvergadering van december 2025.

Amendement 2506-U1 Groen Blijven Doen!

Besluit:
Beslispunt 3. aan te vullen met de volgende tekst "Met dien verstande dat maatregel 4.29 (stoppen met adoptiegroen) wordt geschrapt en dat een bedrag van 70.000 euro hiervoor wordt gedekt door een aanvullende besparing op maatregel 4.2 (ramingssystematiek), conform de lijn uit bezuinigingspakketten 2 en 3 zoals opgenomen in het memo Bezuinigings- en dekkingsmogelijkheden."

Stand van zaken: 
De gemeente blijft het adopteren van openbaar groen faciliteren. 

 Motie 2506-13 In Bulk tegen zwerfaval

Verzoekt het college om:

  • Te onderzoeken welke locaties binnen de gemeente het meest geschikt zijn voor de plaatsing van een bulkmachine, met specifieke aandacht voor bereikbaarheid en gebruiksgemak voor verschillende doelgroepen
  • Met Statiegeld Nederland en andere relevante partijen in gesprek te gaan over financiering en exploitatie
  • De raad uiterlijk in het eerste kwartaal van 2026 te informeren over de uitkomsten van het onderzoek en eventuele vervolgstappen.

Stand van zaken:
De gemeente verkent verschillende locaties voor de plaatsing van een bulkmachine. Daarbij wordt gekeken naar bereikbaarheid, toegankelijkheid en geschiktheid voor verschillende doelgroepen. Ook zijn er gesprekken met Statiegeld Nederland over de vergoeding en exploitatie. 

Motie 2506-14 Meer vrouwelijk schoon

Verzoekt het college:

  • Bij nieuwe aanplant of bij vervanging van bomen te kijken naar de allergeniciteit en de mogelijkheid tot het planten van een vrouwelijke boom
  • Bij gelijke geschiktheid te kiezen voor een vrouwelijke boom
  • Dit toe te passen op plekken - of met bomen - die niet zorgen voor overlast door zaden, vruchten of rotzooi op stoepen of auto's (bijvoorbeeld in bermen en in parken).

Stand van zaken:
Het huidige proces voor toetsing voor soortkeuze van bomen wordt aangevuld met een stap toetsing op vrouwelijke varianten waarbij dit relevant is. Kanttekening is dat pollen een grote afstand af leggen en deze stap naar verwachting een beperkt effect heeft op het verminderen van allergische reacties.

Motie 2506-19 Doorpakken met afvalbeleid

Draagt het college op:

  • voor de laatste raadsvergadering van 2025 een voorstel aan de gemeenteraad voor te leggen voor een nieuw afvalbeleid, zodat deze gemeenteraad daar nog in 2025 een besluit over kan nemen,
  • daarin specifieke opties op te nemen met financiële consequenties, zoals decentrale inzameling van luiers, chemisch afval, frituurvet en dergelijke, zodanig dat ze amendeerbaar zijn,
  • amendement 2410-i "geef inzicht en keuzemogelijkheden" van de ChristenUnie-SGP te betrekken bij het opstellen.

Stand van zaken:
Het college werkt aan het nieuwe Afvalbeleidsplan, dat uiterlijk voor de laatste raadsvergadering van 2025 aan de gemeenteraad wordt voorgelegd. In dit voorstel worden meerdere beleidsopties opgenomen, met inzicht in de financiële gevolgen per optie. De raad krijgt keuzemogelijkheden en amendeerbare onderdelen voorgelegd.

Motie 2506-36 Op de schoonmaak toer

Verzoekt het college:

  • Deelname aan het Tourproject tot nader order te bevriezen totdat de gemeentelijke afvalvoorziening in alle wijken aantoonbaar op orde is,
  • En de € 200.000 te parkeren in een fonds 'schoon is gewoon' dat in wijken kan worden ingezet voor opruimacties, extra bakken of toezicht.

Stand van zaken:
Het bedrag van € 200.000 is gelabeld voor de aanpak van zwerfvuil in de Brede bestemmingsreserve

Motie 2506-45A Meer natuurspeeltuinen voor een gezonde ontwikkeling van kinderen

Verzoekt het college:

  • om bij onderhoud, renovatie of vervanging van buurtspeeltuintjes standaard de optie van een natuurspeeltuin mee te nemen in het ontwerptraject;
  • daarbij de voorkeur te geven aan de aanleg van een natuurspeeltuin,
  • bewoners, en in het bijzonder kinderen, actief te betrekken bij het ontwerp en de inrichting van deze speelplekken;
  • de speeltuinen ook toegankelijk te maken voor kinderen met een beperking;
  • de raad jaarlijks te informeren over de voortgang van de vervanging en (her)inrichting van speeltuinen en de toepassing van natuurelementen daarin,

Stand van zaken:
Dit nemen we op in het nieuwe uitvoeringsplan Spelen. Daar waar een speellocatie geschikt is voor spelen met natuurlijke materialen, wordt dit opgenomen als keuze-mogelijkheid richting inwoners.

Motie 2506-78 Overlast van bomen beperken zonder te hoeven kappen

Verzoekt het college om:

  • om een inventarisatie te maken van locaties binnen de gemeente waar structurele boomgerelateerde overlast wordt ervaren door vruchten of plakkerige afscheiding;
  • om in overleg met een boomverzorger of boomtechnisch adviseur een pilot uit te voeren met injectietechnieken (zoals met ethefon of andere geschikte groeiregulatoren) op minimaal één overlastgevende locatie;
  • de eenmalige kosten te dekken uit het programma Onderhoud openbare ruimte (Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen) en de raad hierover te informeren uiterlijk in 2026 met een voorstel voor structurele aanpak indien de pilot succesvol blijkt.

Stand van zaken:
Groeiregulatoren zijn gewasbeschermingsmiddelen die gezondheidsrisico’s met zich meebrengen.  De insteek is daarom voor een proef met groeiplaatsverbetering op een locatie waar er overlast is door luizen.

 Motie 2506-82A Bidirectionele laadpalen

Verzoekt het college:

  • Een verkenning uit te voeren naar de mogelijkheden, randvoorwaarden en juridische beperkingen van bidirectioneel laden in Zoetermeer;
    • In deze verkenning specifiek in kaart te brengen
    • Welke technische aanpassingen nodig zijn aan de laadinfrastructuur';
    • Welke typen voertuigen en laadpalen geschikt zijn;
    • Wat de verwachte kosten, baten en risico's zijn;
    • Welke wettelijke en beleidsmatige aanpassingen nodig zijn of worden verwacht;
    • Bij deze verkenning actief samen te werken met de Dutch Innovation Factory (DIF), lokale bedrijven, kennisinstellingen en netbeheerders en daarbij ruimte te bieden aan studenten om via stages, onderzoek of opdrachten bij te dragen;
    • De resultaten van deze verkenning uiterlijk Q4 2026 aan de raad te presenteren, inclusief een voorstel voor eventueel vervolgbeleid.

Stand van zaken:
Het uitzoekwerk is gestart en bij Stedin is navraag gedaan naar de leereffecten van pilots bij andere gemeenten.