Onderwijs
“Meer aandacht voor de kracht van het onderwijs en minder labelen”, dat is de ondertitel van het boek van Bert Wienen. Daarin schrijft hij hoe we de stap kunnen maken van individueel naar inclusief onderwijs. Hij is kritisch op de grote aandacht op het kind en het steeds benadrukken van de mentale kwetsbaarheid. We zien namelijk dat de afgelopen jaren steeds meer kinderen een vorm van jeugdhulp krijgen en dat steeds meer kinderen naar het speciaal onderwijs gaan. Daarom staat de vraag centraal: ‘Wat kunnen we als omgeving doen?’ We gaan niet alleen meer kijken naar wat een kind, jongere of volwassene nodig heeft. We gaan ook kijken naar wat een pedagogisch professional in de kinderopvang of leerkracht nodig heeft om te kunnen bieden wat nodig is.
We werken samen met onze partners in het onderwijs, de kinderopvang, de zorg en vrije tijd, aan een situatie waar minder kinderen, jongeren en volwassenen iets ‘anders’ of ‘extra’s’ nodig hebben buiten het reguliere aanbod. Met andere woorden: we willen dat in de normale ontwikkel- en leeromgeving aanwezig is, wat iedereen nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen. Daarvoor investeren we als gemeente in schoolgebouwen, vervullen we onze wettelijke verplichtingen voor bijvoorbeeld de inzet van zorg, de uitvoering van leerplicht en het toezicht op de kinderopvang. En we leggen verbindingen tussen bestuurders en managers en uitvoering. Daarnaast faciliteren en subsidiëren we initiatieven en maken samenwerkingsafspraken. Zoals de afspraken die vastgelegd worden in de Lokaal Educatieve Agenda over onderwerpen als Zoetermeer 2040, gelijke kansen en een passende onderwijsplek.
Economie
Zoetermeer is van oudsher een stad waar het goed ondernemen is. Het is goed bereikbaar, de infrastructuur is prima en het ligt gunstig ten opzichte van de grote steden in de regio. Voor een gezonde ontwikkeling van onze stad is het belangrijk dat de groei van de bevolking en die van de economie, banen en voorzieningen hand in hand gaan. De grenzen voor uitbreiding van de stad zijn bereikt.
De uitdaging voor de komende jaren is vooral dat de juiste ontwikkeling op de juiste plek plaatsvindt. Om te zorgen dat er voor bewoners voldoende werk is, reserveren we voor iedere woning ruimte voor een baan. Daarvoor moeten we ruimtelijke keuzes maken. Die staan in de Ruimtelijke strategie Zoetermeer. We reserveren ruimte voor bedrijven op de bedrijventerreinen die daarvan afhankelijk zijn. Ook in de wijk moet ruimte worden gezocht voor werkfuncties die goed samen kunnen met woningen. Onze wijkcentra met de economische voorzieningen voor onze bewoners moeten worden verdicht. Voor de leefbare stad behouden we een goed voorzieningenaanbod en een aantrekkelijk ondernemersklimaat. Met de verdere ontwikkeling van het Dutch Innovation Park ondersteunen we ontwikkelingen van toegepaste innovaties. In juli vestigde TNO zich op het park. Net als op andere campussen in Nederland groeit het aantal arbeidsplaatsen hier aantoonbaar sneller dan op andere bedrijventerreinen, dankzij de nauwe samenwerking tussen onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven. We versterken daarnaast het vestigingsklimaat door ondernemers te ondersteunen met eigentijdse dienstverlening. We bieden makkelijk toegang tot kennis over digitalisering, cybersecurity en verduurzaming in het midden- en kleinbedrijf, zodat lokale bedrijven goed voorbereid zijn op de uitdagingen van de toekomst.
Problemen met de aanleg van grote energieaansluitingen houden groei en de uitgiften van nog beschikbare gronden tegen. Daarom richten we ons op de kwaliteit en het gebruik van de ruimte op de bestaande bedrijventerreinen, kantoorlocaties en retaillocaties. We organiseren het accountmanagement om een proactieve relatie met het (georganiseerde) bedrijfsleven aan te gaan en te onderhouden. Samen zetten we stappen naar een prettig en toekomstbestendig ondernemers- en vestigingsklimaat (schoon, heel, veilig en energieneutraal). Ook verkrijgen we inzicht in mogelijkheden om de bestaande ruimte beter te gebruiken en sturen aan op het juiste gebruik via passende maatregelen.
De bovenstaande opgaven worden in de hele regio erkend. Samen met regionale partners werken we aan een sterk economisch vestigingsklimaat voor Zoetermeer en Zuid-Holland. De ontwikkeling van het Dutch Innovation Park en de samenwerking met andere (regionale) campussen is hierbij erg belangrijk.
Arbeidsparticipatie en bestaanszekerheid
De vooruitzichten voor de economie en arbeidsmarkt in 2026 zijn overwegend positief. De werkloosheid blijft historisch laag en de koopkracht van huishoudens neemt door inkomensmaatregelen van het kabinet langzaam toe. Toch heeft niet iedereen bestaanszekerheid. Nog steeds zijn er inwoners die moeilijk rondkomen, nemen schulden bij bepaalde groepen toe en zijn er mensen die toch moeite hebben om (weer) aan het werk te gaan.
In Zoetermeer vinden we dat iedereen mee moet kunnen doen. Daarom blijven we investeren in een inclusieve arbeidsmarkt en toegankelijke en laagdrempelige ondersteuning. In 2026 werken we verder aan de uitvoering van de landelijke koerswijziging van de Participatiewet in balans. Daarbij staan de menselijke maat en meer ruimte voor maatwerk centraal. We zijn hier al mee begonnen. Met Spoor 3 versterken we het vakmanschap van onze medewerkers. Zo kunnen zij inwoners beter helpen met passende en integrale hulp. Ook bij geldzorgen en schulden blijven we inzetten op een brede aanpak: preventie, vroegsignalering, voorlichting en samenwerking met maatschappelijke partners en vrijwilligers, zowel stadsbreed, als dichtbij in de wijk. In lijn met de bestuurlijke afspraken tussen de VNG, de NVVK, Divosa en SZW die zijn opgenomen in de Elementen basisdienstverlening schuldhulpverlening, scherpen we onze werkprocessen aan. Zo blijven we zorgen dat hulp eenvoudig bereikbaar is, verminderen we stress bij de aanmelding en zorgen we dat inwoners bij de intake beter worden begeleid, zonder onnodig papierwerk. Ook tijdens het schuldhulptraject bieden we passende coaching en nazorg.
Na besluitvorming door de raad starten we in 2026 met uitvoering van de actieagenda. Deze meerjarenagenda is gemaakt om de bestaanszekerheid van inwoners te versterken en de dienstverlening te verbeteren.
Organisatieontwikkeling Sociaal Domein
In 2026 vindt een reorganisatie van de afdelingen van het Sociaal Domein plaats, gericht op het versterken van de kwaliteit van de dienstverlening, het verbeteren van interne sturing en het beheersbaar maken van de (personeels)kosten.
Speerpunten in 2026: Wat gaan we daarvoor doen?
De focus voor het onderdeel ‘onderwijs’ komt te liggen op:
- Het verder versterken van de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp;
- Het bevorderen van gelijke kansen in het onderwijs;
- Het toekomstbestendiger maken van het nieuwkomersonderwijs;
- Het uitvoering geven aan de “Wet van school naar duurzaam werk” met het nieuwe regionale programma voorkomen schoolverlaten 2026-2029 in verbinding met de aanpak jeugdwerkloosheid en het domein zorg;
- Het inzetten op het vergroten van de basisvaardigheden en het verlagen van laaggeletterdheid, door lokale en regionale samenwerking.
De focus voor het onderdeel ‘arbeidsparticipatie en bestaanszekerheid’ komt te liggen op:
Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie door:
- Gefaseerd invoeren van de maatregelen uit de nieuwe Participatiewet In Balans, met meer aandacht voor de menselijke maat, vertrouwen in inwoners en eenvoudiger regels;
- Het verder ontwikkelen van het Werkcentrum Zuid Holland Centraal;
- Het begeleiden van mensen naar duurzaam werk via De Binnenbaan, onder andere met loonkostensubsidies, beschut werk en meer bedrijfsscholen;
- Statushouders al vanuit een COA-locatie te begeleiden naar werk.
Bestaanszekerheid bevorderen door:
- Na besluit van uw raad te starten met de acties uit de Actieagenda financiële bestaanszekerheid. Deze acties zijn gericht op: het beter bereiken van inwoners met landelijke en lokale regelingen, het verbeteren van de manier waarop inwoners worden benaderd en het sterker inzetten op preventie;
- De kwaliteit en zichtbaarheid van de huidige ZoetermeerPas te verbeteren en gefaseerd toe te werken naar een brede stadspas. ;
- Verdergaan te met de collectieve zorgverzekering voor minima en zorgen dat inwoners een verzekering hebben die past bij hun situatie;
- Het inzetten van ervaringskennis en ervaringsdeskundigheid bij het maken van beleid voor herstel en versterking van bestaanszekerheid.
Preventie en schuldhulpverlening door:
- Het organiseren van preventieactiviteiten, met daarbij aandacht voor financiële educatie in het onderwijs (van basis- tot mbo-onderwijs);
- Na besluit van uw raad via het Programma Sociale Innovatie te starten met het Jongerenperspectieffonds, een methodiek voor intensieve ondersteuning van jongeren met (dreigende) schulden;
- Vroegsignalering binnen de gemeente te organiseren, dicht bij de schuldhulpverlening, om de organisatie en aansturing te verbeteren, bereik te vergroten en de kans dat mensen hulp accepteren;
- Verder invoeren van de Elementen Basisdienstverlening schuldhulpverlening en borgen van kwaliteit volgens de eisen van de NVVK, de branchevereniging voor schuldhulp en financiële dienstverlening. De acties staan ook in relatie tot de Actieagenda financiële bestaanszekerheid die eind 2025 door de raad wordt vastgesteld.
De focus voor het onderdeel ‘economie’ komt te liggen op:
Bevorderen van een beter ondernemersklimaat door ons te blijven richten op:
- De basis goed op orde houden;
- Versterken van het brede MKB;
- Een sterke rol in de regio spelen;
- Versterken ecosysteem voor start- & scale-ups.
Bevorderen werkgelegenheidsgroei door ons te blijven richten op:
- Ruimte maken voor (brede) werkgelegenheidsgroei;
- Beter benutten en verduurzamen van de bestaande werklocaties met aandacht voor werk in de wijk.