Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Inleiding

De instandhouding van de meeste kapitaalgoederen is vastgelegd in beheerplannen. Daarin is het meerjarig onderhoudsprogramma en de daarbij behorende financiële gevolgen opgenomen. In de beheerplannen is ook het gewenste kwaliteitsniveau van de voorziening vastgelegd.

Per categorie wordt ingegaan op het onderhoud van de kapitaalgoederen: 

  1. Openbare Ruimte
  2. Riolering
  3. Ondergrondse Inzamelmiddelen
  4. Begraafplaatsen
  5. Vastgoed (gebouwen)
  6. Beeldende kunst

Openbare Ruimte

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Openbare Ruimte

Omschrijving algemeen beleidskader
In de Nota Onderhoud Openbare Ruimte 2023-2026 is het beeldkwaliteitsniveau van de openbare ruimte vastgelegd en de verwachte kosten voor groot onderhoud en vervanging. Onder openbare ruimte vallen wegen, civiele kunstwerken, groen en bomen, speelvoorzieningen, waterkeringen, verkeerslichtregelinstallaties, openbare verlichting en weg/straatmeubilair. Voor het berekenen van de verwachte kosten is uitgaan van het terugbrengen in de oorspronkelijke toestand.

Ontwikkelingen
Er zijn een groot aantal ontwikkelingen waar de gemeente invulling aan moet geven, die een grote impact hebben op de openbare ruimte. Zoals onder andere de energietransitie, circulaire economie, klimaatadaptie, biodiversiteitsherstel, gezondheidsbevordering en bescherming. Door onderhoudswerkzaamheden te combineren tot integrale projecten komen een groot aantal aspecten die spelen in de openbare ruimte naar voren. Dit vraagt om een bredere inzet van het budget dan het een op een in stand houden van de openbare ruimte.

Financiële consequenties
De kosten van kapitaalgoederen met maatschappelijk nut worden conform de nota Waarderen, activeren en afschrijven  geactiveerd en afgeschreven. Voor deze kapitaalgoederen zijn in de begroting de volgende investeringsbedragen opgenomen: 

2026    € 21 miljoen; 
2027    € 19 miljoen; 
2028    € 15 miljoen;
2029    € 16 miljoen

De jaarlijkse uitgaven voor dagelijks beheer, groot onderhoud en de kapitaallasten van vervangingen zijn als volgt:

2026    € 37 miljoen; 
2027    € 36 miljoen; 
2028    € 36 miljoen;
2029    € 37 miljoen.

Groot onderhoud
Fluctuaties in de jaaruitgaven van het groot onderhoud worden verrekend via de egalisatiereserve groot onderhoud bovengronds. De jaarlijkse onder- of overbestedingen van groot onderhoud worden met deze reserve verrekend, tot het minimum van € 0 en het maximum van € 5 mln. 

Ontwikkeling van vervangingen op lange termijn 
Vanwege het ouder worden van de stad zal het aantal vervangingen in de toekomst toenemen. In de Nota Onderhoud Openbare Ruimte 2027 t/m 2030 wordt ingegaan op de vervangingsaanpak.

Kosten op jaarbasis Openbare ruimte Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Totale kosten (* € 1.000) 39.554 41.405 37.500 35.900 36.400 36.600
Inwoners 128.594 129.852 130.573 131.601 131.766 134.888
Kosten per inwoner (* €) 307,59 318,86 287,20 272,79 276,25 271,34
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening

Toelichting Trendgrafiek Kosten Openbare Ruimte per inwoner (in euro)

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Toelichting Trendgrafiek Kosten Openbare Ruimte per inwoner (in euro)

Vanaf 2026 worden naar aanleiding van de bezuinigingen verschillende investeringen geactiveerd en worden de kosten verdeeld over een langer termijn.  Deze grafiek laat de exploitatiekosten van de openbare ruimte per inwoner zien. Doordat deze investeringen geactiveerd worden dalen de exploitatiekosten in de grafiek.  

Riolering

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Riolering

Omschrijving beleidskader
De gemeente geeft in de Nota Riolering 2023-2026 aan op welke wijze zij invulling geeft aan haar wettelijke taak (Omgevingswet) voor afvalwater, hemelwater en grondwater. 

Financiële consequenties
De kosten van het groot onderhoud komen ten laste van de Voorziening riolering.

Bedragen x € 1.000
Riolering Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Voorziening Riolering
Saldo Voorziening 1-1 27.236 30.499 31.298 32.062 33.149 34.252
Storting in voorziening 3.113 3.175 3.302 3.302 3.302 3.302
Waardevermeerdering / rente t,g,v, voorziening) 2.315 610 493 651 784 881
Nieuwe investeringen -2.165 -2.986 -3.031 -2.866 -2.983 -3.296
Verwachtingen
Verwachtingen (correctie vrijval)
Saldo Voorziening 31-12 30.499 31.298 32.062 33.149 34.252 35.139
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening
Kosten op jaarbasis Riolering afgezet tegen het aantal aansluitingen Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Kosten per aansluiting (* €) 124,00 126,79 126,32 126,32 126,32 126,32
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening

Toelichting Trendgrafiek Kosten Riolering per inwoner (in euro)

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Toelichting Trendgrafiek Kosten Riolering per inwoner (in euro)

In januari 2023 is de Nota Riolering vastgesteld door de raad. Hierin zijn de kosten opgenomen voor de taken afval- en hemelwater en grondwater. Net als bij de rest van de openbare ruimte zorgt ook hier het ouder worden van de stad voor een toename in de benodigde vervangingen. Veel rioolbuizen naderen het einde van de levensduur. Voor deze uitgaven wordt gespaard in de voorziening Riolering.

Ondergrondse inzamelmiddelen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Ondergrondse inzamelmiddelen

Omschrijving algemeen beleidskader
De kosten van het groot onderhoud van de ondergrondse inzamelmiddelen voor afvalinzameling verlopen niet gelijkmatig over de jaren. In het 'beheerplan verzamelcontainers 2023-2027' staan de kosten voor groot onderhoud voor de komende jaren geraamd. Om een constante lastenraming in de begroting te hebben, wordt hiervoor de voorziening groot onderhoud verzamelcontainers gebruikt.

Financiële consequenties
Jaarlijks wordt een constant bedrag in de voorziening gestort voor het groot onderhoud van de ondergrondse inzamelmiddelen. Tegenover de kosten van het groot onderhoud staat een besteding in de voorziening. De kosten voor het reguliere onderhoud zijn begroot in programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen.
De voorziening ontwikkelt zich de komende jaren als volgt:

Bedragen x € 1.000
Ondergrondse inzamelmiddelen Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Voorziening afvalstoffenheffing
Saldo Voorziening 1-1 1.583 1.920 1.625 1.259 1.333 1.451
Storting in voorziening 322 322 335 335 335 335
Waardevermeerdering / rente t.g.v. voorziening 135 38 65 28 29 33
Aanwending -120 -655 -766 -289 -246 -211
Saldo Voorziening 31-12 1.920 1.625 1.259 1.333 1.451 1.608
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening
Kosten op jaarbasis Ondergrondse inzamelmiddelen Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Totale kosten (* € 1.000) 1.308 1.359 1.430 1.461 1.480 1.500
Inwoners 128.594 129.852 130.573 131.601 131.766 134.888
Kosten per inwoner (* €) 10,17 10,47 10,95 11,10 11,23 11,12
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening

Begraafplaatsen

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Begraafplaatsen

Omschrijving algemeen beleidskader
Voor de begraafplaatsen is een Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen en het Uitvoeringsbesluit gemeentelijke begraafplaatsen vastgesteld.

Financiële consequenties
De investeringen voor gebouwde voorzieningen op de begraafplaatsen zijn geactiveerd en hierop wordt afgeschreven, waardoor vervanging op termijn mogelijk is. De kosten voor het ruimen van de graven, dagelijks onderhoud en groot onderhoud worden gedekt uit de voorziening afkoopsommen onderhoud graven. Onttrekkingen aan de voorziening vinden plaats op basis van jaarlijks uitgevoerd onderhoud aan graven, grafbedekking en onderhoud aan de begraafplaats als geheel.
De voorziening wordt gevoed door de ontvangsten (afkoop) voor toekomstig onderhoud aan graven, grafbedekking en onderhoud aan de begraafplaats als geheel.

Bedragen x € 1.000
Begraafplaatsen Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Voorziening afkoopsommen onderhoud graven
Saldo Voorziening 1-1 478 509 462 544 619 696
Storting in voorziening 32 92 96 96 96 96
Aanwending ten gunste van de exploitatie -42 -31 -33 -33 -33 -33
Waardevermeerdering / rente t.g.v. voorziening 41 10 19 12 14 16
Nieuwe investeringen
Verwachtingen -118
Saldo Voorziening 31-12 509 462 544 619 696 775
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening

Tarieven begraafplaatsen
De tarieven van de begraafplaats worden gebaseerd op integrale kostprijsberekeningen.

Kosten op jaarbasis Begraafplaatsen Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Totale kosten (* € 1.000) 700 783 843 823 828 833
Inwoners 128.594 129.852 130.573 131.601 131.766 134.888
Kosten per inwoner (* €) 5,44 6,03 6,46 6,25 6,28 6,18
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening

Vastgoed

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Vastgoed

Omschrijving algemeen beleidskader
Gemeentelijk vastgoedbeleid richt zich op het beschikbaar stellen van huisvesting voor activiteiten die essentieel zijn voor het behalen van maatschappelijke doelen, maar die doorgaans niet door de markt worden opgepakt. De nadruk ligt op het vergroten van maatschappelijke waarde, het bevorderen van inclusie door toegankelijk vastgoed te realiseren en het ondersteunen van lokale gemeenschappen. Dit alles gebeurt met oog voor kostenefficiëntie en toekomstbestendigheid.
De vastgoedportefeuille moet voldoende flexibel zijn om in te spelen op actuele maatschappelijke vraagstukken en beleidsdoelen van de gemeente. Daarbij wordt gestreefd naar een uniforme en transparante aanpak in het beheer en gebruik van vastgoed.

Beleidskader onderhoud
Vastgoedbeheer richt zich op het op peil houden van onderhoud, verhuur en exploitatie, gecombineerd met een goede dienstverlening en deskundig advies. Zo kan de gemeente tijdig inspelen op de behoefte aan nieuwe maatschappelijke voorzieningen. Belangrijk daarbij is dat voorzieningen meegroeien met de bevolkingsontwikkeling (Visie Zoetermeer 2040).

Omvang vastgoedportefeuille
De gemeente Zoetermeer beschikt over ruim 300 panden die nodig zijn voor maatschappelijke en publieke functies, waaronder onderwijs, sport, cultuur, welzijn en overheidsdiensten. 

  1. Onderwijsaccommodaties
    Schoolbesturen zijn formeel juridisch eigenaar van de onderwijsgebouwen en gronden, terwijl de gemeente het economisch claimrecht heeft. Dit betekent dat schoolbesturen en gemeente een gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen voor de instandhouding hiervan.
  2. Sociaal-cultureel vastgoed 
    Concrete voorbeelden hiervan zijn de bibliotheken, museum, het Stadstheater, multifunctionele centra, stadsboerderijen, kinderopvang en buurthuizen.
  3. Accommodaties voor binnen- en buitensport 
    Het betreft de gym- en sportzalen, de diverse sportparken en de zwembaden.
  4. Ambtelijk vastgoed
    Ambtelijk vastgoed omvat alle vastgoedobjecten die in gebruik zijn voor het huisvesten van de gemeentelijke organisatie, zoals het stadhuis, de afvalinzameling en werkplaatsen.
  5. Commercieel en overig vastgoed
    Vastgoedobjecten die in gebruik zijn door commerciële huurders voor het uitvoeren van economische bedrijvigheid behoren tot de portefeuille commercieel vastgoed. Voorbeelden zijn kantoren, parkeergarages, bedrijfsruimten en winkels.

Instandhoudingstermijnen, afschrijving en onderhoud
Het Meerjarenonderhoudsprogramma gemeentelijke accommodaties (MJOP) vormt de basis voor de egalisatievoorziening groot onderhoud.
De komende jaren ligt de nadruk op verduurzaming, het vergroten van de toegankelijkheid en een efficiënt en effectief beheer van de vastgoedportefeuille.

Reserves en voorzieningen ten behoeve van onderhoud
Onderwijshuisvesting
Het vervangingsfonds schoolgebouwen (formeel: Reserve egalisatie investeringen schoolgebouwen) is in 2000 ingesteld en zorgt voor dekking van de investeringslasten van vervangings- of renovatie- investeringen van de bestaande voorraad schoolgebouwen. De voeding van het fonds vindt plaats door een jaarlijks oplopende storting. Het vervangingsfonds voorkomt dat voor de dekking van nieuwe investeringen een beroep moet worden gedaan op het begrotingssaldo en egaliseert pieken en dalen. De onderbouwing ligt vast in een beheerplan dat om de vijf jaar wordt herijkt.
In 2022 is het vervangingsfonds, onderbouwd door het Integraal Huisvestingsplan 2022-2026, op drie onderdelen herijkt:

  • Bijstelling financieel-technische uitgangspunten/parameters in het beheerplan vervangingsfonds;
  • Capaciteitsaanpassing op basis van leerlingenprognoses;
  • Herschikking, clustering en eerdere nieuwbouw van scholen ten gevolge van gesignaleerde knelpunten.
Bedragen x € 1.000
Vastgoed Schoolgebouwen Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Reserve egalisatie schoolgebouwen
Saldo reserve 1-1 6.160 6.733 6.860 7.943 9.404 10.840
- Storting in reserve 2.853 1.836 2.962 3.359 3.391 3.434
- Verminderingen -2.280 -1.709 -1.880 -1.898 -1.955 -2.218
Saldo Reserve 31-12 6.733 6.860 7.943 9.404 10.840 12.056
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening

Grootonderhoud gemeentelijke gebouwen
Voor de egalisatie van kosten onderhoud van de gemeentelijke gebouwen wordt een voorziening gehanteerd. De uitgangspunten voor deze voorziening zijn:

  1. De voorziening dient ter egalisering van in de tijd onregelmatig gespreide kosten. 
  2. Er is sprake van kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt maar waarvan de oorsprong (mede) ligt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar.
  3. De voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren.
  4. De voorziening wordt in stand gehouden op basis van een actueel en door de raad vastgesteld beheerplan.
  5. Het beheerplan wordt periodiek geactualiseerd (maximaal na 5 jaar).
  6. Het beheerplan dient financieel te zijn getoetst en aan te sluiten met de stand van en de jaarlijkse storting aan de voorzieningen.
Bedragen x € 1.000
Vastgoed gemeentelijke gebouwen Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Voorziening Groot Onderhoud Gemeentelijke gebouwen
Saldo reserve 1-1 10.932 11.522 9.037 4.343 6.549 6.072
- Storting in reserve 6.265 5.064 5.194 4.928 4.994 4.989
- Verminderingen -5.675 -7.549 -9.888 -2.723 -5.471 -4.494
Saldo Voorziening 31-12 11.522 9.037 4.343 6.549 6.072 6.567
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening

Beeldende kunst

Terug naar navigatie - Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen - Beeldende kunst

Omschrijving algemeen beleidskader
Het reguliere onderhoud van beeldende kunst in de openbare ruimte (BKOR) is gericht op duurzame instandhouding van het gemeentelijk kunstbezit. Het onderhoud wordt planmatig uitgevoerd op basis van ervaringscijfers. Die zijn verwerkt in een meerjarenonderhoudsplan, dat weer wordt vertaald naar jaarplannen. De reguliere werkzaamheden (inspectie, reguliere schoonmaak, klein- en groot onderhoud en verhelpen van calamiteiten) zijn grotendeels in één raamovereenkomst aanbesteed. Voor bijzondere objecten (zoals fontein, geurtuin, en dergelijke) lopen aparte contracten. Binnen het lopende budget is beperkt ruimte gehouden om kleine (onvoorziene) schades te herstellen. 

Financiële consequenties
De reguliere uitgaven voor onderhoud van beeldende kunst in de openbare ruimte (BKOR) zijn verwerkt in de exploitatie en komen ten laste van programma 4 Vrije Tijd.  

Bedragen x € 1.000
Kosten op jaarbasis Beeldende kunst Rekening PB 2025 Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Totale kosten (* € 1.000) 129 90 96 96 96 96
Inwoners 128.594 129.852 130.573 131.601 131.766 134.888
Kosten per inwoner (* €) 1,00 0,69 0,74 0,73 0,73 0,71
Kosten op jaarbasis Kosten op jaarbasis Kosten Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening Rekening

Vanaf 2021 telt hier ook het beheer van kunst in gemeentelijke gebouwen (vnl. stadhuis) mee. Daarnaast haalden we in 2021 t/m 2024 incidenteel (voor dat doel gespaard) budget uit de reserve BKOR voor eenmalige restauraties en verduurzaming.