Bijlage college producten, kosten en prestatie PB 2026

Prestatie-indicatoren Programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie

Prestatie-indicatoren 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren

Leerwinst doelgroeppeuters VVE taal

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren - Leerwinst doelgroeppeuters VVE taal

Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand (VVE-doelgroepkinderen) die een Voor- en Vroegschools Educatie (VVE) programma volgen, wordt de ontwikkeling op het gebied van taal en rekenen gevolgd. Dit gebeurt bij peuters (2 en 3 jaar) en kleuters (4 en 5 jaar). We kijken of de doelgroepkinderen als groep minimaal een gemiddelde ontwikkeling hebben die passend is voor de leeftijd. Een score van 2,50 of hoger betekent dat de gemiddelde ontwikkeling passend is voor de leeftijd. In onderstaande tabel staat de ontwikkeling van taal bij de doelgroeppeuters.
Bron: VVE-resultatenmonitor Zoetermeer

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie - - - -
Begroting PB 2026 - 2,5 2,5 2,5 2,5
Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren - Toelichting

Toelichting:
In de tabel staat de gemiddelde ontwikkeling in taal van een groep peuters, die een voor- en vroegschools programma (VVE) volgen. Dit is omgezet in een score. We streven de komende jaren naar een score van 2,5 of hoger. 
Een score van 0 tot en met 2,49 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep lager is dan past bij de leeftijd.
Een score van 2,50 tot en met 3,49 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep past bij de leeftijd.
Een score van 3,5 tot en met 5 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep hoger is dan past bij de leeftijd. 
In 2026 starten we met deze nieuwe resultatenmonitor. Daarom staat er bij de realisatie 2024 geen getal. 

Leerwinst doelgroeppeuters VVE rekenen

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren - Leerwinst doelgroeppeuters VVE rekenen

Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand (doelgroepkinderen) die een Voor- en Vroegschools Educatie (VVE) programma volgen, wordt de vooruitgang op het gebied van taal en rekenen gevolgd. Dit gebeurt bij peuters (2 en 3 jaar) en kleuters (4 en 5 jaar). We kijken of de doelgroepkinderen meer leerwinst boeken dan wat gemiddeld is voor hun leeftijdscategorie in Nederland. In onderstaande tabel staat de ontwikkeling van rekenen bij de doelgroeppeuters.
Bron: VVE-resultatenmonitor Zoetermeer

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie - - - -
Begroting PB 2026 - 2,5 2,5 2,5 2,5
Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren - Toelichting

Toelichting:
In de tabel staat de gemiddelde ontwikkeling in rekenen van een groep peuters, die een voor- en vroegschools programma (VVE) volgen. Dit is omgezet in een score. We streven de komende jaren naar een score van 2,5 of hoger. 
Een score van 0 tot en met 2,49 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep lager is dan past bij de leeftijd.
Een score van 2,50 tot en met 3,49 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep past bij de leeftijd.
Een score van 3,5 tot en met 5 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep hoger is dan past bij de leeftijd. 
In 2026 starten we met deze nieuwe resultatenmonitor. Daarom staat er bij de realisatie 2024 geen getal. 

Leerwinst doelgroepkleuters VVE taal

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren - Leerwinst doelgroepkleuters VVE taal

Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand (doelgroepkinderen) die een Voor- en Vroegschools Educatie (VVE) programma volgen, wordt de vooruitgang op het gebied van taal en rekenen gevolgd. Dit gebeurt bij peuters (2 en 3 jaar) en kleuters (4 en 5 jaar). We kijken of de doelgroepkinderen meer leerwinst boeken dan wat gemiddeld is voor hun leeftijdscategorie in Nederland. In onderstaande tabel staat de ontwikkeling van taal bij de doelgroepkleuters.
Bron: VVE-resultatenmonitor Zoetermeer

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie - - - -
Begroting PB 2026 - 2,5 2,5 2,5 2,5
Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren - Toelichting

Toelichting:
In de tabel staat de gemiddelde ontwikkeling in taal van een groep kleuters, die een voor- en vroegschools programma (VVE) volgen. Dit is omgezet in een score. We streven de komende jaren naar een score van 2,5 of hoger. 
Een score van 0 tot en met 2,49 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep lager is dan past bij de leeftijd.
Een score van 2,50 tot en met 3,49 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep past bij de leeftijd.
Een score van 3,5 tot en met 5 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep hoger is dan past bij de leeftijd. 
In 2026 starten we met deze nieuwe resultatenmonitor. Daarom staat er bij de realisatie 2024 geen getal. 

Leerwinst doelgroepkleuters VVE rekenen

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren - Leerwinst doelgroepkleuters VVE rekenen

Bij kinderen met een ontwikkelingsachterstand (doelgroepkinderen) die een Voor- en Vroegschools Educatie (VVE) programma volgen, wordt de vooruitgang op het gebied van taal en rekenen gevolgd. Dit gebeurt bij peuters (2 en 3 jaar) en kleuters (4 en 5 jaar). We kijken of de doelgroepkinderen meer leerwinst boeken dan wat gemiddeld is voor hun leeftijdscategorie in Nederland. In onderstaande tabel staat de ontwikkeling van rekenen bij de doelgroepkleuters.
Bron: VVE-resultatenmonitor Zoetermeer

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie - - - -
Begroting PB 2026 - 2,5 2,5 2,5 2,5
Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.1 Bijdragen aan maatwerk in spelen en leren - Toelichting

Toelichting:
In de tabel staat de gemiddelde ontwikkeling in rekenen van een groep kleuters, die een voor- en vroegschools programma (VVE) volgen. Dit is omgezet in een score. We streven de komende jaren naar een score van 2,5 of hoger. 
Een score van 0 tot en met 2,49 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep lager is dan past bij de leeftijd.
Een score van 2,50 tot en met 3,49 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep past bij de leeftijd.
Een score van 3,5 tot en met 5 betekent dat de gemiddelde ontwikkeling van de VVE-kinderen als groep hoger is dan past bij de leeftijd. 
In 2026 starten we met deze nieuwe resultatenmonitor. Daarom staat er bij de realisatie 2024 geen getal. 

Prestatie-indicatoren 1.2 Beperken uitval in het onderwijs

Succesvolle plaatsing maatwerktraject

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.2 Beperken uitval in het onderwijs - Succesvolle plaatsing maatwerktraject

Het aantal begeleide voortijdig schoolverlaters dat in het verslagjaar succesvol op een maatwerktraject is geplaatst richting onderwijs, werk of hulpverlening. Dit geldt ook voor jongeren die al eerder zijn uitgevallen en opnieuw begeleiding hebben gekregen.
Bron: Jaarverslag Leerplicht/Doorstroompunt

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 92,0% - - - -
Begroting PB 2026 - 92,0% 93,0% 93,0% 93,0%

Prestatie-indicatoren 1.5 Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie

% Van de uitstroom dat binnen 1 jaar weer instroomt (terugvalpercentage)

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.5 Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie - % Van de uitstroom dat binnen 1 jaar weer instroomt (terugvalpercentage)

Het aantal instromers, dat in het vorige (voorafgaand aan de verslagperiode) kalenderjaar was uitgestroomd naar werk, als percentage van de uitstroom naar werk van het vorige kalenderjaar.
Bron: Domein/CBS

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 11,0% - - - -
Begroting PB 2026 - 15,0% 15,0% 15,0% 15,0%

Prestatie-indicatoren 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan

Beperken instroom preventiequote

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan - Beperken instroom preventiequote

Het percentage van alle afgehandelde aanvragen levensonderhoud in een kalenderjaar dat niet tot een uitkering leidt. Oorzaken hiervoor zijn een goede klantherkenning (met bijvoorbeeld directe bemiddeling naar werk) en gedegen screening van wettelijke eisen (geen recht op bijstand door bijvoorbeeld partnerinkomen en/of vermogen).
Bron: Suites4Sociaal Domein/Menzis/Zorg en Zekerheid

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 35,0% - - - -
Begroting PB 2026 - 40,0% 40,0% 40,0% 40,0%

% Van de doelgroep met Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan - % Van de doelgroep met Kwijtschelding

Het aantal mensen van de doelgroep (=melders) dat in het kalenderjaar geheel of gedeeltelijke kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen krijgt. Dit uitgedrukt in een percentage van de doelgroep.
Bron: Belastingadministratie

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 76% - - - -
Begroting PB 2026 - 75% 75% 75% 75%

Aantal succesvol afgeronde schuldregelingen in het jaar ten opzichte van het jaar waarin de regeling is gestart

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan - Aantal succesvol afgeronde schuldregelingen in het jaar ten opzichte van het jaar waarin de regeling is gestart

Het aantal succesvol afgeronde schuldregelingen op basis van het totaal aantal gestarte schuldregelingen ten opzichte van het jaar waarin de regeling is gestart.
Bron: Cognos

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 27 - - - -
Begroting PB 2026 -
Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 1.6 Voorzien in noodzakelijke middelen van bestaan - Toelichting

Toelichting:
Een schuldregeling is succesvol afgerond als de cliënt gedurende de aflostermijn van 18 maanden heeft voldaan aan de maximale inspanningsverplichting. Voor 1 juli 2023 gold 36 maanden als aflostermijn. Een regeling kan ook voortijdig worden beëindigd, bijvoorbeeld wanneer de cliënt tussentijds niet aan de verplichting voldoet of als er nieuwe schulden ontstaan. 
Het aantal laat zien dat 27 van de 113 gestarte regelingen succesvol zijn afgerond. Dit komt neer op ongeveer 24 procent. Dit resultaat kan door jaarlijks schommelen. 

Prestatie-indicatoren Programma 2 Samen leven en ondersteunen

Prestatie-indicatoren 2.1 Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp

% Jeugdigen dat niet vrij toegankelijke jeugdhulp ontvangt tov tot jeugdigen 0-18 jaar Z'meer

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 2.1 Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp - % Jeugdigen dat niet vrij toegankelijke jeugdhulp ontvangt tov tot jeugdigen 0-18 jaar Z'meer

Het percentage jeugdigen van 0-18 jaar dat niet vrij toegankelijke jeugdhulp ontvangt afgezet tegen het totaal aan jeugdigen van 0-18 jaar in Zoetermeer.
Bron: CBS

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 16,1% - - - -
Begroting PB 2026 - 15,8% 15,0% 13,0% 11,0%

Bereik basispakket JGZ

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 2.1 Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp - Bereik basispakket JGZ

Het bereik tijdens de verschillende contactmomenten (0 – 1 jaar, 1 – 4 jaar, groep 2 basisonderwijs, groep 7 basisonderwijs, klas 2 voortgezet onderwijs) wordt weergegeven als percentage van het totaal aantal jeugdigen in deze groepen.
Bron: Verantwoording JGZ

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 90,3% - - - -
Begroting PB 2026 - 90,0% 90,0% 90,0% 90,0%
Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 2.1 Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp - Toelichting

Toelichting:
Het bereik in de leeftijdscategorie 0-4 jaar ligt gemiddeld op 90,3% (bijgewerkt percentage ten opzichte van de Jaarrekening 2024). Het bereik voor de leeftijdscategorie 4-18 jaar is gemiddeld 88% (bijgewerkt percentage ten opzichte van de Jaarrekening 2024) . De Jeugdgezondheidszorg maakt de beweging richting Zorg op Maat. Hiermee wordt de zorg meer ingericht op de behoefte van de ouders en het kind. 

Prestatie-indicatoren 2.2 Langer zelfstandig wonen

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 2.2 Langer zelfstandig wonen - Toelichting

Toelichting:
De vraag naar huishoudelijke ondersteuning vanuit de Wmo groeit, daardoor is het een uitdaging om tijdig goede ondersteuning te bieden. Het college en aanbieders werken hard aan deze uitdaging, onder andere door de nieuwe inkoop eind 2025 met vernieuwde vormen van huishoudelijke ondersteuning. De tevredenheid is het afgelopen jaar gestegen en we blijven streven naar 75% tevredenheid.

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 2.2 Langer zelfstandig wonen - Toelichting

Toelichting:
Deze indicator is met ingang van 2025 aangepast en wordt dan voor het eerst op de nieuwe manier gemeten. Het gaat om het aantal complexe casussen waar daadwerkelijk procescoördinatie door de gemeente is ingezet. De verwachting is dat het aantal de komende jaren toeneemt. Dat komt onder andere door de intensievere samenwerking met de Lokale Zorg- en Veiligheidskamer. Casuïstiek vanuit het veiligheidsdomein brengt extra complexiteit met zich mee.

% Klanten van inZet dat beweegt van een zwaar cliëntprofiel naar een licht cliëntprofiel

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 2.2 Langer zelfstandig wonen - % Klanten van inZet dat beweegt van een zwaar cliëntprofiel naar een licht cliëntprofiel

Het percentage cliënten dat ondersteuning krijgt van inZet waarbij de ondersteuning naar een lichter cliëntprofiel is afgeschaald.
Bron: Cliëntsysteem inZet

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie - - - -
Begroting PB 2026 - 40% 40% 40% 40%
Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 2.2 Langer zelfstandig wonen - Toelichting

Toelichting:
Het streven is dat 40% van de cliënten die een ondersteuningstraject bij inZet doorlopen, tijdens dit traject doorstromen naar een lichter cliëntprofiel dan waarmee ze gestart zijn. Dit betreft uitsluitend cliënten voor wie een ondersteuningsplan is opgesteld. Niet voor alle cliënten wordt een ondersteuningsplan opgesteld, bijvoorbeeld wanneer cliënten enkel deelnemen aan welzijnsactiviteiten, informatie en advies ontvangen of kortdurende ondersteuning krijgen. Zij vallen buiten de doelgroep en worden niet meegenomen in deze indicator.

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 2.2 Langer zelfstandig wonen - Toelichting

Toelichting:
Het streven is dat 50% van de cliënten van inZet (ook) gebruik maakt van groepsaanbod. inZet heeft de opdracht om meer collectieve ondersteuning te bieden in plaats van individuele ondersteuningstrajecten. Het ontwikkelen van (nieuwe) collectieve vormen van ondersteuning kost tijd. inZet is daar volop mee bezig. Daarom houden we rekening met een ingroeipad om het streefcijfer te behalen.

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 2.2 Langer zelfstandig wonen - Toelichting

Toelichting:
In de jaarstukken 2024 is een realisatie gemeld van 163 mensen die gebruik hebben gemaakt van de onafhankelijke cliëntondersteuning (OCO). Dat is gebaseerd op cijfers die op dat moment beschikbaar waren. Uit de definitieve cijfers blijkt dat het gebruik hoger is, namelijk 212 mensen. We zien een sterk stijgende trend in de cijfers, waarschijnlijk door toenemende bekendheid van Adviespunt Zorgbelang en de voorziening OCO. Adviespunt Zorgbelang voert sinds 2021 de OCO uit in Zoetermeer. In het begin maakten nog weinig mensen hier gebruik van, in 2023 ligt het omslagpunt en sindsdien stijgt het gebruik. Onafhankelijk onderzoek van BMC laat zien dat ca. 11% van de Wmo-cliënten gebruik maakt van OCO. Op basis van dit onderzoek en het daadwerkelijke gebruik in Zoetermeer verwachten we dat de stijging de komende jaren doorzet. Uitgaande van 7800 unieke Wmo-cliënten (zie indicator 'aantal unieke klanten met een Wmo maatwerkvoorziening') verwachten we dat uiteindelijk ca. 850 mensen (11% van 7800) per jaar gebruik maken van OCO. De begroting van de indicator is hierop aangepast.

Prestatie-indicatoren Programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen

Prestatie-indicatoren 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling

% Recycle

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - % Recycle

Vanuit de Rijksoverheid is de ambitie om 65% van het huishoudelijk afval te scheiden. Op dit moment heeft Zoetermeer een recycle percentage van 32%.
Het recyclepercentage is de hoeveelheid huishoudelijk afval dat ter herverwerking wordt aangeboden. Dit is met uitzondering van grof en klein huishoudelijk restafval dat verbrand wordt.
Bron: Gemeentelijke database

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 32,0% - - - -
Begroting PB 2026 - 35,0% 39,0% 40,0% 40,0%

% Gescheiden ingezamelde glas ten opzichte van het totaal opgehaalde glas

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - % Gescheiden ingezamelde glas ten opzichte van het totaal opgehaalde glas

Betreffende indicator geeft het percentage glas dat gescheiden is ingezameld ten opzichte van het totaal aanwezig glas wat vanaf huishoudens komt.
Bron: Gemeentelijke database

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 66,0% - - - -
Begroting PB 2026 - 66,0% 67,0% 67,0% 67,0%

% Gescheiden ingezamelde PBD ten opzichte van het totaal opgehaalde PBD

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - % Gescheiden ingezamelde PBD ten opzichte van het totaal opgehaalde PBD

Betreffende indicator geeft het percentage plastic, blik en drinkkartons (PBD) aan dat gescheiden is ingezameld ten opzichte van het totaal aanwezig PBD wat vanaf huishoudens komt.
Bron: Gemeentelijke database

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 27,0% - - - -
Begroting PB 2026 - 30,0% 50,0% 60,0% 60,0%

% Gescheiden ingezamelde GFT ten opzichte van het totaal opgehaalde GFT

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling - % Gescheiden ingezamelde GFT ten opzichte van het totaal opgehaalde GFT

Deze indicator geeft het percentage weer van het ingezamelde GFT met mini- en verzamelcontainers ten opzichte van de totale hoeveelheid ingezamelde GFT (wat nog grotendeels in de restafvalcontainers en op het zelfbrengdepot wordt ingezameld).
Bron: Gemeentelijke database

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 39,0% - - - -
Begroting PB 2026 - 39,0% 40,0% 42,0% 42,0%

Prestatie-indicatoren 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte

Kwaliteitsniveau verharding

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte - Kwaliteitsniveau verharding

Het gedeelte van de steekproefsgewijs beoordeelde, evenredig over de 7 wijken van Zoetermeer verspreide plekken dat voldoet aan afgesproken beeldkwaliteitsniveau A, B, of C, voor verharding. Gemiddelde van 4 kwartalen. Circa 1700 individuele metingen. De afgesproken kwaliteit is vastgesteld in de Nota Onderhoud Openbare Ruimte.
Bron: Quickscan

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 97% - - - -
Begroting PB 2026 - 90% 90% 90% 90%

Kwaliteitsniveau meubilair

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte - Kwaliteitsniveau meubilair

Het gedeelte van de steekproefsgewijs beoordeelde, evenredig over de 7 wijken van Zoetermeer verspreide plekken dat voldoet aan afgesproken beeldkwaliteitsniveau A, B, C , voor meubilair. Gemiddelde van 4 kwartalen. Circa 1700 individuele metingen. De afgesproken kwaliteit is vastgesteld in de Nota Onderhoud Openbare Ruimte.
Bron: Quickscan

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 95% - - - -
Begroting PB 2026 - 90% 90% 90% 90%

Kwaliteitsniveau groen

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte - Kwaliteitsniveau groen

Het gedeelte van de steekproefsgewijs beoordeelde, evenredig over de 7 wijken van Zoetermeer verspreide plekken dat voldoet aan afgesproken beeldkwaliteitsniveau  A, B, C, voor groen. Gemiddelde van 4 kwartalen. Circa 1700 individuele metingen. De afgesproken kwaliteit is vastgesteld in de Nota Onderhoud Openbare Ruimte.
Bron: Quickscan

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 89% - - - -
Begroting PB 2026 - 90% 90% 90% 90%

Kwaliteitsniveau verzorging

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 3.2 Behouden kwaliteit openbare ruimte - Kwaliteitsniveau verzorging

Het gedeelte van de steekproefsgewijs beoordeelde, evenredig over de 7 wijken van Zoetermeer verspreide plekken dat voldoet aan afgesproken beeldkwaliteitsniveau A, B, C voor verzorging. Gemiddelde van 4 kwartalen. Circa 1700 individuele metingen. De afgesproken kwaliteit is vastgesteld in de Nota Onderhoud Openbare Ruimte.
Bron: Quickscan

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 93% - - - -
Begroting PB 2026 - 90% 90% 90% 90%

Prestatie-indicatoren Programma 4 Vrije Tijd

Prestatie-indicatoren 4.1 Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen- en speelvoorzieningen

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 4.1 Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen- en speelvoorzieningen - Toelichting

Toelichting:
Momenteel wordt gewerkt aan de realisatie van een nieuwe locatie voor Poppodium Boerderij. De opening van het nieuwe pand staat gepland voor 2029, wat mogelijk leidt tot een iets hoger waarderingscijfer. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met een overgangsperiode, waardoor de verwachte groei mogelijk niet direct volledig in de cijfers zichtbaar zal zijn. 

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 4.1 Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen- en speelvoorzieningen - Toelichting

Toelichting:
Met de verhuizing van het NVGM van een tijdelijk pand naar de permanente locatie wordt verwacht dat het museum stappen kan zetten richting een geaccrediteerd museum en meer bezoekers zal bereiken. De verhuizing naar het nieuwe pand staat gepland voor medio 2026. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met een overgangsperiode, waardoor de verwachte groei mogelijk niet direct volledig in de cijfers zichtbaar zal zijn.

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 4.1 Bevorderen laagdrempelig toegankelijke cultuur-, sport-, groen- en speelvoorzieningen - Toelichting

Toelichting:
Het ministerie van OCW is momenteel bezig om lokale omroepen onder te brengen als streekomroepen. Dit gebeurt waarschijnlijk in 2028/2029. Zoetermeer FM zal samenwerken met de lokale omroep van Langsingerland als streekomroep, met ieder een eigen focus op de eigen stad. Dat betekent dat het ministerie de streekomroepen direct zal financieren en niet meer gedecentraliseerd via de gemeenten. Hiermee verdwijnt over een paar de subsidierelatie. 

Prestatie-indicatoren 4.2 Bevorderen levendige stad

Prestatie-indicatoren Programma 5 Veiligheid

Prestatie-indicatoren 5.1 Bevorderen van de veiligheid in de woning

Uitvoeren van voorlichtings-, subsidie- en /of handhavingsacties ter voorkoming en vermindering van criminaliteit

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 5.1 Bevorderen van de veiligheid in de woning - Uitvoeren van voorlichtings-, subsidie- en /of handhavingsacties ter voorkoming en vermindering van criminaliteit

Om criminaliteit zoveel mogelijk preventief te voorkomen, wordt er voorlichting (o.a. radicalisering) en subsidies (o.a. woninginbraken) gegeven en handhavingsacties uitgevoerd.
Bron: Gemeente Zoetermeer

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 93 - - - -
Begroting PB 2026 - 5 5 5 5
Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 5.1 Bevorderen van de veiligheid in de woning - Toelichting

Toelichting:
HALT geeft voorlichtingen op scholen over onder andere het tegengaan van ondermijning en geweld en wapenbezit. Daarnaast geven scholen zelf aan waarover zij hun leerlingen willen laten voorlichten. Thema's zijn bijvoorbeeld: Gedrag online, digitale criminaliteit en een veilige jaarwisseling. Daarnaast wordt de publiekscampagne vanuit de aanpak ondermijning die is gericht op het verminderen van criminaliteit door eerdere signalering en melding door inwoners, in 2025 gelanceerd.

Aantal personen met een tijdelijk huisverbod dat recidiveert

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 5.1 Bevorderen van de veiligheid in de woning - Aantal personen met een tijdelijk huisverbod dat recidiveert

Het tijdelijk huisverbod dient ertoe een einde te maken aan een gewelddadige situatie in de huiselijke sfeer en om de juiste hulpverlening op te starten.  Om te kunnen bepalen of dit een effectief instrument, wordt het aantal gevallen van recidive in kaart gebracht.
Bron: Konraad

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 4 - - - -
Begroting PB 2026 - 2 2 2 2

Prestatie-indicatoren 5.2 Behouden veiligheid en leefbaarheid in de wijk

Prestatie-indicatoren 5.3 Behouden veiligheid in de stad

Aantal aangepakte criminele en overlast gevende jeugdgroepen

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 5.3 Behouden veiligheid in de stad - Aantal aangepakte criminele en overlast gevende jeugdgroepen

Aantal problematische en criminele jeugdgroepen die vanuit een multidisciplinaire zijn aangepakt door gemeente, politie en overige partners om (jeugd)overlast tegen te gaan en recidive van crimineel gedrag te voorkomen.
Bron: Gemeente Zoetermeer

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 2 - - - -
Begroting PB 2026 - 2 2 2 2

Deelname gemeente Zoetermeer aan multidisciplinaire, regionale oefening

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 5.3 Behouden veiligheid in de stad - Deelname gemeente Zoetermeer aan multidisciplinaire, regionale oefening

Zoals afgesproken in het Besluit Veiligheidsregio's zorgt het bestuur van de veiligheidsregio ervoor dat de onderdelen van de rampenbestrijding en crisisbeheersing jaarlijks een gezamenlijke oefening houden.
Bron: Rapport VRH

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 1 - - - -
Begroting PB 2026 - 1 1 1 1

Prestatie-indicatoren Programma 6 Dienstverlening en participatie

Prestatie-indicatoren 6.1 Continueren klanttevredenheid

Balie: % Afspraak binnen de servicenorm (binnen twee weken is er een mogelijkheid om een afspraak te maken)

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 6.1 Continueren klanttevredenheid - Balie: % Afspraak binnen de servicenorm (binnen twee weken is er een mogelijkheid om een afspraak te maken)

Percentage van de afspraken die binnen twee weken geboekt kunnen worden (=servicenorm).
Bron:  handmatige kwaliteitsmeting

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie - - - -
Begroting PB 2026 - 80,0% 80,0% 80,0% 80,0%

Prestatie-indicatoren Programma 7 Inrichting van de stad

Prestatie-indicatoren 7.5 Overige

Leegstand gemeentelijke vastgoedportefeuille

Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 7.5 Overige - Leegstand gemeentelijke vastgoedportefeuille

Het aantal m2 bruto-vloeroppervlakte (bvo) van de gemeentelijke gebouwen of gebouwdelen dat niet verhuurd is en dus leegstaat (exclusief tijdelijke leegstand ivm herontwikkeling), uitgedrukt als percentage van het totaal aantal m2 bvo. Het percentage leegstand gemeentelijk vastgoed is maximaal 2,9%.
Bron: Gemeentelijke database

Type 2024 2026 2027 2028 2029
Realisatie 3,0% - - - -
Begroting PB 2026 - 2,9% 2,9% 2,9% 2,9%
Terug naar navigatie - Prestatie-indicatoren 7.5 Overige - Toelichting

Toelichting:
De gemeente streeft ernaar om de volledige vastgoedportefeuille in te zetten voor maatschappelijke activiteiten. Daarbij is de doelstelling om de leegstand te beperken tot maximaal 2,9% van het totaal aantal verhuurbare vierkante meters. In 2023 werd deze doelstelling ruimschoots behaald, met een leegstand van slechts 0,76%. Voor 2025 wordt verwacht dat de leegstand opnieuw onder de doelstelling zal uitkomen, mede dankzij de geplande invulling van de panden aan het Stadhuisplein 23, Zuidwaarts 2 en de gedeeltelijke leegstand van locatie Croesinckplein (Welkom2).