Bijlage 10 Verbonden partijen

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Doel Het doel/beleid van de gemeente is het gemeentelijke belang, samen met de andere aandeelhouders vanuit het publiek domein als bezitter van de BNG, handhaven.
Beleid De gemeente ziet het aandelenbezit in de BNG als een duurzame belegging.
Financiële effecten (gemeente) Het dividend 2024, in 2025 vastgesteld en ten gunste van het boekjaar 2025 gebracht, bedraagt € 8.800 (in 2024 € 7.600).
Risico De politieke, economische en monetaire ontwikkelingen.
BNG heeft als rating driemaal AAA.
Financieel en bestuurlijk belang De gemeente heeft 3.510 aandelen (nominaal à € 2,50, totaal € 8.775). Dit is een belang van 0,0063%.
Bijdrage aan doel-
stelling programma
Het dividend is een algemeen dekkingsmiddel.
Relatie met programma Programma OAD.
Beleidsvoornemens / beleidskader De gemeente heeft geen specifieke beleidsvoornemens.
Vestigingsplaats Den Haag.
Doel / openbaar belang BNG Bank is van en voor de publieke sector. Alles wat we doen staat in het teken van maatschappelijke impact. Bij ons draait het niet om zoveel mogelijk winst, maar om maximale maatschappelijke impact. Dat is onze drijfveer.
Beleid /voortgang
  • BNG Bank biedt klanten kredieten tegen de scherpste tarieven, mogelijk gemaakt door onze lage organisatiekosten en financieringskosten.
  • BNG Bank biedt een digitale dienstverlening in combinatie met persoonlijk contact als dat nodig is.
  • BNG Bank is aantoonbaar duurzaam.
  • BNG Bank heeft efficiënte processen en richt zich op het continu verbeteren van deze processen. 
  • De data van BNG Bank zijn van hoge kwaliteiten ze zijn goed toegankelijk.
  • BNG Bank heeft moderne en veilige IT.
  • We zijn een bank met een hart, gericht op persoonlijke groei en samenwerking.
Eigen vermogen verbonden partij Per begin 2024: 4.721, waarvan € 4.412 mln. van aandeelhouders
Per eind 2024: € 4.777, waarvan € 4.468 mln. van aandeelhouders
Vreemd vermogen verbonden partij Per begin 2023: € 107.459 mln.
Per eind 2023: € 110.819 mln.
Resultaat verbonden partij De nettowinst 2024 voor aandeelhouders bedraagt € 279 mln. (2023: € 240 mln.). Hiervan wordt 50,0% uitgekeerd als dividend (€ 2,51 per aandeel, in 2023 50%: € 2,16).

Stedin
Doel Het aandelenbezit in Stedin betreft een duurzame belegging.
Beleid De gemeente ziet het aandelenbezit in Stedin in de gewone aandelen als een duurzame (langjarige) belegging.
De deelname in de cumulatief preferente aandelen ondersteunen Stedin in haar financieringsbehoefte in het kader van de energietransitie.
De gemeente heeft geen prestatiedoelstellingen.
Financiële effecten (gemeente)

Gewone aandelen
Het dividend gewone aandelen 2024, in 2025 vastgesteld en ten gunste van het boekjaar 2025 gebracht, bedraagt € 1,0 miljoen (2023: € 1.0 mln.).

Cumprefs (cumulatief preferente aandelen)
Op de cumprefs wordt 3% rendement uitgekeerd, een vast rendement van € 267.000.

Te begroten dividend
De benodigde investeringen voor de Energietransitie omvatten aanzienlijke bedragen, waardoor de financieringsbehoefte de komende jaren sterk toeneemt. Tot voor kort mochten deze investeringen niet meegenomen worden in de tarieven. De ACM (Autoriteit Consument & Markt) heeft nu besloten dat dat wel mag waardoor Stedin de tarieven heeft kunnen verhogen en daarmee de winstgevendheid (vooral nodig voor het versterken van het eigen vermogen en daarmee de benodigde investeringen te kunnen financieren). Op basis daarvan is het dividend voor gewone aandelen in de begroting 2026 verhoogd naar € 0,5 miljoen naar € 1,5 mln.

Risico

Voor de energietransitie en beheer en onderhoud heeft Stedin berekend dat de komende jaren € 8 miljard moet worden geïnvesteerd. Omdat de doelstellingen voor de energietransitie de laatste jaren steeds ambitieuzer worden, de snelheid van de energietransitie toeneemt en het verzorgingsgebied (aantal klanten) snel groeit dan gedacht, wordt verwacht dat de investeringen verder zullen oplopen. De omstandigheden om deze investeringen mogelijk te maken zijn uitdagend. Ontwikkelingen die het uitvoeren van deze ontwikkelingen moeilijk maken zijn onder andere: Personeelstekorten, ruimtevraag investeringen, de steeds grotere complexheid van het verkrijgen van vergunningen, de versnelling van de energietransitie, de groei van het verzorgingsgebied, verkrijgen materiaal, stikstofproblematiek.
Dit leidt tot problemen met de levering van energie waardoor er steeds meer congestiegebieden (locaties waar het energienetwerk al maximaal wordt benut en nieuwe klanten niet meer aangesloten kunnen worden totdat de capaciteit van het netwerk vergroot is) in het verzorgingsgebied van Stedin ontstaan. Stedin heeft in Zoetermeer nog geen congestiegebieden. Toch is Zoetermeer een congestiegebied. Dit komt omdat op 5 december 2024 Tennet (de beheerder van het landelijke hoogspanningsnet in Nederland) de gehele provincie Zuid-Holland als congestiegebied heeft aangewezen. Dit heeft vooral gevolgen voor grootgebruikers, waaronder ook vaak wijkvoorzieningen vallen (zie ook programma 7).

Het tarief voor een gemiddeld twee-persoonshuishouding is in 2025 gestegen van € 650 naar € 733. De stijging komt hoofdzakelijk door de gestegen kosten voor de uitbreiding van het elektriciteitsnet.
De netbeheerders maken zich zorgen over de stijging van de netkosten. Ze kunnen onbedoeld leiden tot energie-armoede bij huishoudens of Europese concurrentievervalsing voor bedrijven. Daarom pleiten netbeheerders voor een herijking van de manier waarop die kosten worden doorberekend. Oplossingen hiervoor zijn bijvoorbeeld door de capaciteit van het net – met prijsprikkels – veel beter te benutten. Hiermee kun je investeringen, en dus extra kosten, voorkomen. Consumenten kunnen zelf ook helpen door bijvoorbeeld warmtepompen of laadpalen in de avondpiek (tussen 16.00 en 21.00 uur) zo min mogelijk te gebruiken.

Stedin heeft als een rating van A-.

Financieel en bestuurlijk belang De gemeente bezit 116.280 aandelen (een belang van 2,05%) en 18.518 cumulatief preferente aandelen (4,45%).

Bijdrage aan doel-
stelling programma

Het aandelenbezit Stedin betreft een duurzame belegging.
De deelname in de cumulatief preferente aandelen ondersteunen Stedin in haar financieringsbehoefte in kader van de energietransitie.
De aandelen Stedin kunnen alleen vervreemd worden door een aan/verkoop aan overheidsinstellingen.

Relatie met programma Programma 3: Leefbaarheid, duurzaam en groen.
Programma 7: Inrichting van de Stad.
Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen.
Beleidsvoornemens / beleidskader De aandelen Stedin kunnen alleen vervreemd worden door een aan/verkoop aan overheidsinstellingen.
Vestigingsplaats Rotterdam.
Doel / openbaar belang

Missie: Samen werk maken van een leefwereld vol nieuwe energie.
Visie: De energietransitie mogelijk maken door het sneller bouwen., optimaal benutten en goed beheren van de netten.

Beleid /voortgang Beter netbeheer
  • Betrouwbare netten: zodat levering van energie op hoog niveau verzekerd blijft.
  • Betaalbare en efficiënte dienstverlening: zodat de energie-infrastructuur zo betaalbaar mogelijk blijft.
  • Hoge kwaliteit van producten en diensten: zodat klanten en stakeholders goed worden bediend.
De energietransitie mogelijk maken
  • Toekomstbestendige netten: onze netten geschikt maken en houden tijdens de energietransitie.
  • Beschikbare netinformatie: om stakeholders (marktpartijen, gemeenten) te faciliteren.
  • Versnellen door samenwerking: alleen door samen te werken is de energietransitie te realiseren.
Duurzame bedrijfsvoering
  • Veilige werkomstandigheden: veiligheid waarborgen voor medewerkers en de omgeving.
  • Vakbekwame medewerkers nu en straks: onszelf ervan verzekeren dat we over de juiste vaardigheden beschikken.
  • Financieel gezond: voldoen aan onze ratio’s en rendementsdoelstellingen. Positieve milieu-impact: onze eigen bedrijfsvoering verduurzamen conform de One Planet Thinking gedachte.

Nieuwe aandeelhouders
Stedin heeft de afgelopen jaren een aantal trajecten opgezet om het eigen vermogen te versterken. In 2021 hebben de aandeelhouders het eigen vermogen met € 200 miljoen versterkt. Hiervoor zijn cumprefs (zie Financiële effecten (gemeente)) uitgegeven. Eind 2023 is het Rijk ingestapt als aandeelhouder voor € 500 miljoen en in 2024 zijn 23 nieuwe aandeelhouders (de provincies Utrecht en Zeeland en 9 Utrechtse en 12 Zeeuwse gemeenten) ingestapt voor € 35 miljoen. Als in de toekomst weer behoefte is aan het versterken van het eigen vermogen dan zal er een beroep worden gedaan op het rijk. Door de toetreding van nieuwe aandeelhouders is het aandelenbezit van Zoetermeer gezakt van 2,34% naar 2,05%.
Door de toetreding van het rijk als aandeelhouder is de rating A- (zie risico) behouden. 

Nieuw dividendbeleid
Er zijn vier zaken die invloed hebben op het dividend(beleid):

  • Met het instappen van het rijk als aandeelhouder is het dividendbeleid gewijzigd. Tot 2023 was het dividend 50% van de winst. Vanaf 2023 wordt het dividend gestaffeld berekend en wordt voor de winst tot € 20 miljoen 90% , vanaf € 20 miljoen tot € 100 miljoen 30% en vanaf € 100 miljoen 18% dividend uitgekeerd.
  • Stedin is daarnaast overgestapt naar een andere waardering van haar bezit waardoor de winst op jaarbasis hoger uitvalt.
  • Er zijn nu meer aandeelhouders dus het dividend moet met meer aandeelhouders gedeeld worden. 
  • De winstverwachtingen voor de komende jaren zijn sterk verbeterd.

Dit betekent dat een aanzienlijk hoger dividend wordt verwacht maar door de gestaffelde berekening wordt ruim minder dan 50% dividend uitgekeerd.

Nieuwe governance
Ook de governance is gewijzigd. Met name de inspraak op lange termijn financiering is voor de aandeelhouders versterkt, het rijk heeft daarnaast ook nog een aantal specifieke rechten verkregen op het gebied van financiering. 

Eigen vermogen verbonden partij Per begin 2024: € 3.221 mln., waarvan van aandeelhouders € 2.715 mln.
Per eind 2024: € 3.370 mln., waarvan van aandeelhouders € 2.864 mln.
Vreemd vermogen verbonden partij Per begin 2024: € 5.063 mln.
Per eind 2024: € 5.704 mln.
Resultaat verbonden partij

De nettowinst 2024 voor aandeelhouders bedraagt € 152 mln. (2023: € 164 mln.), waarvan € 6 mln. is gereserveerd voor de cumprefs. Het dividend over de gewone aandelen wordt gestaffeld berekend (zie Beleid /voortgang, alinea Nieuw dividendbeleid). Over deze € 146 mln. is € 8,86 per aandeel uitgekeerd als dividend 2024 gewone aandelen (2023: € 9,22).
De cumprefs geven vanaf een vast rendement van € 267.000.

Dunea
Doel Het gemeentelijk belang, samen met de andere aandeelhouders vanuit het publiek domein als bezitter van Dunea, handhaven.
Beleid Het aandelenbezit Dunea betreft een duurzame belegging.
Financiële effecten (gemeente) Conform de statuten keert Dunea geen winst of dividend uit aan de aandeelhouders.
Risico

Een grote uitdaging voor Dunea is het verhogen van de productie. Het aantal klanten (voornamelijk huishoudens) van Dunea groeit meer en sneller dan tot nu toe verwacht. Ook is de verwachting dat het watergebruik per persoon de komende jaren stijgt. Bijkomend probleem is dat een aantal systemen toe is aan groot onderhoud en dat dat tijdelijk ten koste gaat van de productie. Dit betekent naast het verhogen van de capaciteit ook dat geplande projecten en daarmee de investeringen naar voren moeten worden gehaald.
Dunea wil daarom de capaciteit van het duinwater snel uitbreiden en voor de nabije toekomst wil Dunea ook extra capaciteit realiseren uit nieuwe bronnen (naast de duinen als bron).
Hierbij komt kijken dat het steeds tijdrovender wordt om alle benodigde procedures (met name rond natuurvergunningen) te volgen voordat nieuwe investeringen en groot onderhoud kunnen worden uitgevoerd.
Het beleid van Dunea is een reserve overcapaciteit water van 10% met een minimum van 5%. De reserve overcapaciteit is echter lager dan 5% en dreigt op kortere termijn richting 0% te gaan.  Er moeten zich dan geen extreme situaties voordoen waardoor de gevraagde capaciteit niet gerealiseerd kan worden. Wanneer dit onverhoopt toch plaatsvindt, dan treedt het (landelijk vastgelegde) noodplan inwerking van het afsluiten van vooraf vastgelegde activiteiten/bedrijven. Huishoudens blijven daarbij voorzien van drinkwater, maar in het uiterste geval zal de waterdruk verlaagd kunnen worden.

Ook vraagt de kwaliteit van drinkwater als gevolg van toename in regelgeving op gebied van PFAS, de vervuiling van rivierwater en het onderhoud van het duingebied meer investeringen en beheer.

Al deze ontwikkelingen leiden tot hogere investeringen en exploitatiekosten en hebben ook gevolg voor de tarieven van het drinkwater. Met name de kosten voor energie en arbeidskosten stijgen hard. Het tarief voor een gemiddeld twee-persoonshuishouding is desondanks in 2024 marginaal gestegen van € 194 naar € 195, Wel wordt verwacht dat in 2026 de tarieven zullen stijgen.

Er is een discussie over de levering aan grootverbruikers (niet huishoudelijk gebruik). Mogelijk vervalt de zorgplicht voor drinkwaterbedrijven aan de grootverbruikers. Mogelijk betekent dit dat grootverbruikers andere bronnen/leveranciers voor water gaan zoeken. Dit betekent mogelijk meer concurrentie op het gebruik van grondwater. De drinkwaterbedrijven zijn bang voor wild west-taferelen en verwatering van de controle op het grondwater. 

Financieel en bestuurlijk belang

Vastgelegd is dat de verdeling van de aandelen Dunea naar rato van het inwonertal van de aandeelhoudende gemeenten is: periodiek vindt herverdeling van het geplaatste aandelenkapitaal plaats om niet. November 2023 is in de aandeelhoudersvergadering een nieuwe verdeling vastgesteld. De gemeente bezit 373.309 (9,33%) aandelen à € 5 nominaal.

Bijdrage aan doel-
stelling programma
Er zijn geen specifieke beleidsvoornemens.
Relatie met programma Programma 3: Leefbaarheid, duurzaam en groen.
Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen.
Beleidsvoornemens / beleidskader

Dunea zet in om de betrouwbaarheid van haar leveringsplicht robuuster vorm te geven door te investeren in de multi-bronnen strategie, het vergroten van de strategische zoetwatervoorraad in de duinen en het optimaliseren van het huidige systeem.

Vestigingsplaats Zoetermeer.
Doel / openbaar belang Onze klanten kunnen elke dag rekenen op natuurlijk, goed drinkwater en op rust en ruimte in de Randstad. Dunea zorgt voor duin & water.
Water en duinen dragen bij aan een goed leven. In een veranderende wereld werkt Dunea aan haar toekomstbestendigheid. Dat doen we samen met anderen. Luisterend naar onze omgeving, komen we op voor de belangen van onze klanten en verbeteren we onze dienstverlening continu.
Beleid /voortgang

Op langere termijn willen we een gezond en groeiend bedrijf zijn dat midden in de maatschappij staat. De strategie Koers 2020 focust daarom op vier accenten:

  • We zijn er voor onze klanten: onderscheidend in dienstverlening en kwaliteit.
  • We zijn duinbeheerder van wereldklasse.
  • We strijden voor het drinkwaterbelang van de Lek en de Maas.
  • We zijn beter voorbereid op de toekomst door verbreding producten & diensten. 

Dunea is/wordt, vanwege haar kennis en leidingennetwerk, steeds meer betrokken/ingeschakeld bij projecten die een bijdrage leveren aan de energietransitie. De betrokkenheid van Dunea is van belang om bij de voorbereiding en/of realisatie van projecten waarbij gebruik wordt gemaakt van de fysieke ondergrond, de belangen van de watertaken in een zo vroeg mogelijk stadium te onderkennen.
Vanwege de bepalingen in de Waterwet en de eisen van de toezichthouder heeft Dunea voor haar inzet bij projecten op gebied van de energietransitie een dochter BV opgericht. Op die manier kunnen de taken van de dochter juridisch en financieel worden onderscheiden van taken die vallen onder de uitvoering van de Waterwet. Daarnaast heeft het ruimere taakgebied van Dunea geleid tot een aanpassing van de statuten met betrekking tot het doel van Dunea en de bepalingen rond governance.

Eigen vermogen verbonden partij Per begin 2024: € 259 mln.
Per eind 2024 € 265 mln.
Vreemd vermogen verbonden partij Per begin 2024: € 387 mln.
Per eind 2024: € 396 mln.
Resultaat verbonden partij De nettowinst 2024 bedraagt € 6,6 mln. (2023: € 6,9 mln.).

GR Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden
Doel

Doel van de Gemeenschappelijke Regeling Gemeentelijke Gezondheidsdienst en Veilig Thuis Haaglanden (hierna: GR GGD en VT Haaglanden) is:

  1. Het bevorderen, beschermen en bewaken van de publieke gezondheid.
  2. Het voorkomen van en de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

De Wet publieke gezondheid verplicht gemeenten gezamenlijk een GGD in te stellen en in stand te houden. De Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet bieden de wettelijke grondslag voor een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling, dat op grond van de GR de uitvoeringsorganisatie Veilig Thuis wordt genoemd.
De GR GGD en VT Haaglanden is de voortzetting van de GR GGD Haaglanden en is per 1 januari 2018 aangegaan door de gemeenten Den Haag, Delft, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer.

Beleid Het takenpakket van de GR GGD VT Haaglanden bestaat uit het basispakket GGD, het pluspakket GGD en het pakket VT. Het Algemeen Bestuur (AB) van de GR GGD en VT Haaglanden stelt het uitvoeringsniveau van de takenpakketten vast. De uitvoeringsorganisaties GGD en VT Haaglanden van de gemeente Den Haag voeren de taken uit. Om de relatie opdrachtgever en opdrachtnemer invulling te geven en te versterken zijn afspraken en voorwaarden over de uitvoering vastgelegd in een raamovereenkomst en een dienstverleningshandvest tussen de GR (het openbaar lichaam) en de gemeente Den Haag. De uitwerking van het uitvoeringsniveau van de takenpakketten is vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst.

Tot het basispakket GGD behoren de taken die de GGD wettelijk verplicht uitvoert. Tot het pluspakket GGD behoren met name de lijkschouw, de reizigersadvisering en –vaccinatie en de gemeenschappelijke taken inzake de inspectie van seksinrichtingen. Tot het pakket VT behoren de instandhouding van een advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling en taken als voorlichting, coördinatie huisverbod en het verstrekken van informatie en advies.
De deelnemende gemeenten kunnen desgewenst ook kiezen voor een lokaal pakket. Dit valt buiten de scope van de GR GGD en VT Haaglanden. De afspraken over de lokale taken worden vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst tussen de gemeente Den Haag en de betreffende regiogemeente. De lokale taken worden uitgevoerd door de betreffende uitvoeringsorganisatie GGD of VT van de gemeente Den Haag.

De kosten voor de taken uit het basispakket GGD worden in rekening gebracht op basis van het inwonertal (inwonerbijdrage). Een uitzondering hierop betreft de taak Toezicht kinderopvang. Die wordt bekostigd op basis van een tarief per eenheid. Dat geldt ook voor de taken uit het pluspakket GGD. Voor het pakket VT is in de begroting een onderscheid gemaakt tussen een Wmo-deel en een jeugddeel. Het Wmo-deel komt voor rekening van de centrumgemeenten Delft en Den Haag. Bij het jeugddeel zijn de variabele lasten verdeeld op basis van o.a. het aantal meldingen en adviezen. Daarnaast worden de vaste lasten verdeeld op basis van een inwonerbijdrage.
Financiële effecten (gemeente) De bijdrage van Zoetermeer aan de GGD voor 2026 is totaal € 1.841.000  (excl. BTW), waarvan € 1.744.000 voor het basispakket en € 98.000 voor het pluspakket. De bijdrage Veilig Thuis voor Zoetermeer is voor 2026 vastgesteld op € 1.478.000 (excl. BTW). De bijdrage voor de GR-ondersteuning bedraagt € 36.000 (excl. BTW). De totale bijdrage 2026 aan de GR GGD en VT Haaglanden bedraagt daarmee € 3.355.000.
Risico In de GR is bepaald dat financiële tekorten van de uitvoeringsorganisaties GGD en VT Haaglanden, die niet worden gedekt door voorzieningen daaromtrent in de dienstverleningsovereenkomst, niet ten laste van het openbaar lichaam komen.
Kosten in verband met veranderingen in taken of eisen aan de GR als gevolg van wetswijzigingen, calamiteiten e.d. zijn – voor zover deze niet binnen bepaalde bandbreedtes vallen – voor rekening van het openbaar lichaam.
Eventuele additionele kosten worden ten laste van het weerstandsvermogen van de GR gebracht en - als deze niet toereikend is - rechtstreeks in rekening gebracht bij de GR-deelnemers.
Financieel en bestuurlijk belang De wethouder Zorg vertegenwoordigt de gemeente in het Algemeen Bestuur (AB).
Op grond van de GR kan het AB commissies van advies instellen, waaronder vaste bestuurlijke commissies, bestaande uit leden van colleges van B&W die deelnemen aan de regeling en Veilig Thuis en/of GGD in portefeuille hebben.
In de vergadering van het AB van de GR GGD en VT Haaglanden op 9 juli 2018 heeft het AB besloten om geen Bestuurlijke Advies Commissie voor zowel GGD als VT Haaglanden in te stellen. Mocht daar behoefte aan zijn dan kan deze door het AB worden ingesteld. 
Daarnaast is besloten om de ambtelijke vaste commissies van advies Veilig Thuis en GGD, bestaande uit beleidsambtenaren met Veilig Thuis en/of GGD in portefeuille, in stand te houden.

Bijdrage aan doel-
stelling programma

Van programma 2 Samen leven en ondersteunen zijn de volgende doelstellingen van belang:

  • 2.1 Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp
  • 2.3 Bevorderen gezondheid, veiligheid en welbevinden.
Relatie met programma Programma 2 Samen leven en ondersteunen.
Vestigingsplaats Den Haag.
Beleid /voortgang

Het algemeen bestuur heeft in de bestuursagenda 2023 – 2026 de uitgangspunten en prioriteiten vastgelegd. Met de bestuursagenda geeft het bestuur richting voor de resterende jaren van deze bestuursperiode.

GGD
Voor 2026 richt de GGD zich op:

  1. Gelijke kansen op een goede gezondheid: 
    1. Versterken van lokaal gezondheidsbeleid op gemeentelijk niveau door het adviseren en ondersteunen van preventieve activiteiten en door het versterken van de (regionale) preventie infrastructuur.
    2. Versterken van het ouderengezondheidsbeleid op gemeentelijk niveau door activiteiten te organiseren die ouderen helpen zo zelfredzaam mogelijk te blijven, hun eigen regie te behouden en een goede kwaliteit van leven te ervaren. 
    3. Uitvoeren van de wettelijke inspecties o.b.v. de kwaliteitseisen die zijn vastgelegd in de Wet kinderopvang en de Wet Innovatie Kwaliteitseisen Kinderopvang.
    4. Geven van publieksinformatie.
  2. Adviseur voor een gezonde leefomgeving:
    1. Adviseren m.b.t. de omgevingswet en de plaats van gezondheid binnen de ruimtelijke ontwikkeling .
    2. Bevorderen van een veilige en hygiënische omgeving in instellingen en voorzieningen.
    3. Inspecties op tatoeage- en piercing en juweliers.
    4. Bevorderen veilige en hygiënische omgeving van seksinrichtingen.
  3. Regionale partner acute problemen publieke gezondheid: 
    1. Regionaal duiden en regie voeren bij vroegtijdig opsporen van infectieziekten.
    2. Uitvoeren van reizigersadvisering en –vaccinaties.
    3. Gerichte screenings en intensieve zorg voor risicogroepen m.b.t. tuberculose.
    4. Bevorderen seksuele gezondheid en waarborgen aanpak voor het doorbreken van soa- en hiv-transmissieketens.
    5. Continueren en verder versterken van gecoördineerde, efficiënte en effectieve inzet bij crises of calamiteiten.
  4. Veilig vangnet waar dat ontbreekt: 
    1. Hoogwaardige dienstverlening op het gebied van lijkschouw en forensisch medische expertise.
  5. Deskundige, proactieve organisatie: 
    1. Verstrekken gemeentelijk gezondheidsinzicht (epidemiologisch advies).
    2. Beleidsadvisering aan gemeenten en ketenpartners. 
    3. Algemene en zorggerelateerde taken om aan alle relevante wetten normen en regelgeving in- en rondom publieke gezondheid te voldoen.

VTH
Voor 2026 ligt de nadruk bij Veilig Thuis op:

  1. Prioriteit op meldingen en veiligheidsbeoordelingen
     Focus op snelle en kwalitatieve afhandeling van meldingen en adviesvragen, met actief wachtlijstbeheer om acute zaken direct op te pakken. Productiviteitswinst van medewerkers is hier van belang.
  2. Expertiseontwikkeling
    VTH ontwikkelt kennis over femicide, oudermishandeling en dierenmishandeling, en vraagt landelijk aandacht voor volwassenen en ouderen binnen het Toekomstscenario.
  3. Regiovisie huiselijk geweld 
    Samen met het Regionaal Beleidsoverleg Huiselijk Geweld (RBHG) wordt in het najaar 2025 gewerkt aan een regiovisie en lokaal uitvoeringsplan. 
  4. Ketenaanpak versterken
    Initiatieven zoals MDA++, Routekaart naar Veiligheid en kwaliteitskaders voor lokale teams worden doorgevoerd. Deelnemen aan de Proeftuin Haaglanden 2.0 is hier onderdeel van, waar de opbrengst van de Proeftuin die van 2023 tot 2025 heeft gedraaid wordt doorontwikkeld en geïmplementeerd binnen de jeugdbeschermingsketen.
  5. Voorlichting en bewustwording
    Doel: minstens 35 voorlichtingen aan professionals in 2026 en laagdrempelige tips geven via de website aan inwoners in onveilige thuissituaties.
  6. Klachtafhandeling verbeteren
    Intensieve samenwerking met klachtencommissie GGD Haaglanden voor uniforme afhandeling.
  7. Bestuurswissel 2026
    Voorbereiding op gemeenteraadsverkiezingen en begeleiding van nieuwe bestuursperiode.
Eigen vermogen verbonden partij

Het eigen vermogen per 31-12-20234 is € 2.43221.036838.000 positief. Dit eigen vermogen bestaat uit:

  • Bestemmingsreserve Veilig Thuis: tijdelijke intensiveringen (€ 6.000)
  • Bestemmingsreserve Veilig Thuis: Versterken lokale teams (€ 1.350.000)
  • Bestemmingsreserve GGD: Tijdelijke intensiveringen (€ 334.000)
  • Onverdeeld resultaat van de jaarrekening 2023 (€ 346.000). 
Vreemd vermogen verbonden partij Per eind 2024: € 765.000.
Resultaat verbonden partij

Het resultaat 2024 van de GR GGD en VT Haaglanden is € 346.000 voordelig. Dit valt uiteen in een voordeel op programma GGD van € 0 (incl. overhead), een voordeel op het programma Veilig Thuis (VT) van € 0 (incl. overhead) en een voordeel op de GR-ondersteuning van € 346.000.
Het voordeel op de GR-ondersteuning ontstaat door baten uit deelnemersbijdragen GR-ondersteuning en bijdragen derden die samen hoger zijn dan de lasten GR-ondersteuning. 

GR Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden
Doel Het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden is een bedrijfsvoeringsorganisatie die tot doel heeft het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de uitvoering van inkooptaken voor de specialistische jeugdhulp. De bedrijfsvoeringsorganisatie is een samenwerkingsverband van de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer.
Beleid De samenwerking richt zich met name op het uitvoeren van de gezamenlijke inkoop en contractering, het op verzoek namens gemeenten optreden richting leveranciers om de voorwaarden en eisen, waaronder de overeenkomsten worden afgesloten te harmoniseren en het op verzoek van een individuele (of cluster van) gemeente(n) contracteren van leveranciers.
Financiële effecten (gemeente) De door het Servicebureau begrote uitgaven worden door de gemeenten gedragen overeenkomstig vastgelegde verdeelafspraken. De bijdrage voor Zoetermeer is voor 2026 geraamd op €  525.890 (incl. BTW) Eventuele resterende tekorten worden verdeeld naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere gemeente.
Risico (Gedeeltelijk) Terugtredende deelnemers is een risico voor de continuïteit van het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden.
Financieel en bestuurlijk belang Het bestuur van het Servicebureau bestaat uit een voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en twee leden. De directeur van het Servicebureau treedt op als secretaris van het bestuur. Financiële tekorten worden verdeeld naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere gemeente per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de begroting betrekking heeft.
Bijdrage aan doel-
stelling programma
Het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden draagt bij aan doelstelling 2.1 Bevorderen vroegtijdige, toegankelijke, passende en effectieve jeugdhulp.
Relatie met programma Programma 2 Samen leven en ondersteunen.
Vestigingsplaats Pijnacker-Nootdorp.
Beleid /voortgang

De GR Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden levert een bijdrage aan de regionale aanpak kostenbeheersing. Daarnaast ondersteunt het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden de gemeenten bij het proces voor de regionaal ingekochte jeugdhulp vanaf 2027.

Eigen vermogen verbonden partij Eind 2024: €199.000.
Vreemd vermogen verbonden partij  Eind 2024: € 3.573.000.
Resultaat verbonden partij  2023: -/- € 87.000 (negatief). 

GR Veiligheidsregio Haaglanden
Doel De veiligheidsregio behartigt de regionale belangen van de gemeenten op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing, en geneeskundige hulpverlening.
Beleid

De taken van de VRH staan benoemd in artikel 3 van de GR. Aan het Algemeen Bestuur worden de taken overgedragen zoals genoemd in artikel 10 van de Wet veiligheidsregio’s;

  • a. Het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crises;
  • b. Het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden, rampen en crises in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;
  • c. Het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid (brandweerzorg);
  • d. Het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;
  • e. Het instellen en in stand houden van een brandweer;
  • f. Het instellen en in stand houden van een GHOR;
  • g. Het voorzien in de meldkamerfunctie;
  • h. Het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;
  • i. Het inrichten en in stand houden van de informatievoorziening binnen de diensten van de veiligheidsregio en tussen deze diensten en de andere diensten en organisaties die betrokken zijn bij de onder d, e, f, en g genoemde taken.
Financiële effecten (gemeente) De bijdrage voor 2026 is € 11,6 mln.
Risico Het weerstandsvermogen van de VRH is voldoende na het toevoegen van een deel van het resultaat van 2024.
Financieel en bestuurlijk belang De gemeente Zoetermeer heeft zowel een financieel als bestuurlijk belang in de VRH. De vertegenwoordiger is de burgemeester (lid van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur).
Bijdrage aan doel-
stelling programma
Versterken van de brandveiligheid en voorzien en beheersen van de gevolgen van een mogelijke ramp.
Relatie met programma Programma 5 Veiligheid.
Beleidsvoornemens / beleidskader

De beleidsmatige ontwikkelingen binnen de VRH spelen zich af binnen de kolommen brandweer, geneeskundige hulpverlening, gemeentelijke crisisbeheersing en in het verlengde daarvan de multidisciplinaire rampenbestrijding en crisisbeheersing, alsook de gemeenschappelijke meldkamer.

Vestigingsplaats Den Haag.
Doel / openbaar belang In regionaal verband zetten de brandweer, de GHOR, de gemeenten en de politie zich samen in voor de veiligheid van iedereen die in Haaglanden woont, werkt of de regio bezoekt. 
Beleid /voortgang Zowel brandweer als GHOR werken momenteel aan een nieuw beleidsplan (periode 2026-2030); het beleidsplan m.b.t. regionale rampenbestrijding en crisisbeheersing loopt nog een jaar langer door (2023-2026). Momenteel ligt de herziening van de Wet veiligheidsregio ter consultatie voor. In deze herziening heeft het Rijk de uitkomsten van de wetsevaluatie (2020) meegenomen. Op 1 april 2025 is de nieuwe gemeenschappelijke regeling van de VRH in werking getreden. Met deze nieuwe gemeenschappelijke regeling is ook de overgang van de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) naar de gemeente Den Haag – GGD Haaglanden geformaliseerd. 
Eigen vermogen verbonden partij

Per eind 2024 € 10 mln.

Vreemd vermogen verbonden partij Per eind 2024 € 126,97 mln.
Resultaat verbonden partij Het gerealiseerde resultaat over het jaar 2024 bedraagt voordelig € 3,785 mln.

GR Omgevingsdienst Haaglanden
Doel

De gemeenschappelijke regeling is getroffen ter ondersteuning van de deelnemers bij de uitvoering van hun taken op het gebied van een veilige, duurzame en gezonde leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit.

Beleid Als principe geldt dat de deelnemers verantwoordelijk zijn voor het beleid. Beleidsvorming gebeurt aan de hand van landelijke kaders, landelijke regelgeving, aanwezige eigen beleidsruimte en gemeentelijke en provinciale bestuurlijke ambities. De uitvoering van deze beleidskaders wordt gelegd bij de ODH, voor zover het de uitvoering van over te dragen taken betreft. Bij het ontbreken van beleidsdocumenten volgt de ODH de voor die betreffende overheid geldende landelijke wet- en regelgeving en/of adviseert de opdrachtgevers om beleid op te stellen.
Financiële effecten (gemeente)

De deelnemersbijdrage 2026 voor Zoetermeer bedraagt €  1.382.478.
In 2016 is de begroting overgegaan naar een begroting op outputbasis. Met ingang van 2019 worden producten en diensten met de individuele deelnemers verrekend op basis van nacalculatie.

Risico Om goed zicht te houden op het niveau van taakuitvoering, de omvang van de taakuitvoering per deelnemer versus de door de deelnemer beschikbaar gestelde middelen, is drie jaar na aanvang van de ODH (in 2015) een evaluatie uitgevoerd. Eventuele risico’s (bestuurlijk, financieel, uitvoering) zijn door de ODH in beeld gebracht. 
Financieel en bestuurlijk belang De gemeente heeft zowel een financieel als bestuurlijk belang in de regeling. De deelnemers zijn samen eigenaar van de ODH en sturen deze samen aan. De vertegenwoordiger is met ingang van juli 2022 wethouder Weerwag (lid van het Algemeen Bestuur).
Bijdrage aan doel-
stelling programma
De ODH zorgt voor een zo eenduidig mogelijke taakuitvoering in het gehele gebied van Haaglanden, met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties. De ODH zorgt er voor dat de taakuitvoering beduidend efficiënter gaat plaatsvinden dan de som van de huidige taakuitvoering in de situatie voorafgaand aan de start van de ODH.
Relatie met programma Programma 5 Veiligheid (onderdeel toezicht en handhaving).
Programma 6 Dienstverlening en Participatie (onderdeel vergunningverlening).
Beleidsvoornemens / beleidskader De ODH is een samenwerkingsverband van de deelnemende gemeenten en de provincie Zuid-Holland o.b.v. de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (ingangsdatum 1 april 2013).
Vestigingsplaats Den Haag.
Doel / openbaar belang

Op grond van het beoogde profiel en de daarbij behorende kenmerken is aan de ODH een aantal concrete doelstellingen verbonden. Deze zijn als volgt:

  • Zorgt er voor dat de taakuitvoering gaat voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen zoals die gelden voor robuustheid, onder voorwaarde dat zij daarvoor de opdracht en de financiële middelen krijgt.
  • Zorgt voor een goede afstemming/samenwerking met partijen.
  • Zorgt voor een zo eenduidig mogelijke taakuitvoering in het gehele gebied van Haaglanden, met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties.
  • Zorgt er voor dat de taakuitvoering beduidend efficiënter gaat plaatsvinden dan de som van de huidige taakuitvoering in de situatie voorafgaand aan de start van de ODH.
  • Zorgt voor een breder pallet aan ontwikkelingsmogelijkheden in termen van specialisme vorming en doorgroeimogelijkheden dan de huidige die er zijn binnen de deelnemende organisaties.
  • Zorgt er voor dat specifieke expertise wordt geborgd en waar mogelijk verder wordt uitgebouwd.
  • Zorgt als klantgerichte organisatie voor borging van de relaties en contacten met de deelnemers c.q. opdrachtgevers (bestuurlijk en ambtelijk) en de bedrijven.
Beleid /voortgang

De ODH staat voor professionele dienstverlening op gebied van milieuvergunningverlening en –handhaving en op het gebied van complexe milieu en ruimtelijke ordeningstaken in de regio Haaglanden. Uitgangspunten daarbij zijn slagvaardigheid en kwaliteit. De ODH geeft hieraan vorm door de capaciteit en gespecialiseerde kennis van de aan deze gemeenschappelijke regeling deelnemende overheden te bundelen. De ODH krijgt de komende jaren met een aantal uitdagingen te maken:

  1. Herijking financiering. Er is een nieuw traject gestart voor een nieuwe opzet van de financiering. Hierbij wordt zowel gekeken naar de vorm als naar de omvang van de financiering. Besluitvorming over de herijking van de omvang van de financiering is voorzien in 2026. Vanaf de begroting 2028 wordt de nieuwe systematiek ingevoerd.
  2. Koersplan 2024-2028, onder voorbehoud van structurele financiering. De besluitvorming over de financiële dekking van het Koersplan is uitgesteld tot najaar 2025. De verwachting is dat lang niet alle ambities uit het Koersplan gerealiseerd kunnen worden, omdat de deelnemers vermoedelijk onvoldoende extra middelen beschikbaar zullen stellen.  
  3. Structurele taakstelling verbonden partijen (bestaande taken). Voor de begroting 2026 heeft de ODH een taakstelling ontvangen van 6,2%. 
  4. Regionaal uitvoeringsprogramma. Het is belangrijk dat bij de besluitvorming duidelijk is wat de gevolgen zijn voor de reguliere uitvoering wanneer (top)prioriteiten worden aangewezen.  
Eigen vermogen verbonden partij 31-12-2023: € 2.653.782
31-12-2024: € 2.654.231
Vreemd vermogen verbonden partij

31-12-2023: € 9.640.016
31-12-2024: € 9.757.176

Resultaat verbonden partij De jaarrekening 2024 sluit met een onverdeeld positief resultaat van € 692.303.

Gemeenschappelijke Regeling Bleizo
Doel De Gemeenschappelijke Regeling Bleizo is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Zoetermeer en Lansingerland. GR Bleizo heeft als doel realisatie van de Vervoersknoop Bleizo (inmiddels gerealiseerd) en het ontwikkelen van het gebied rondom de Vervoersknoop tot een hoogwaardig gebied met functies als kantoren, bedrijven en leisure.
Beleid Het ontwikkelen van het gebied rond het OV-knooppunt Bleizo, vindt plaats conform de in 2014 door de raden vastgestelde ontwikkelingsaanpak “Ontwikkeling Bleizo Van plan naar Strategie 2013”. De ontwikkeling van het gebied richt zich onder andere op functies die goed passen bij het doorontwikkelen van het OV-knooppunt met LeiZo, ZoRo en de Metropolitane Fietsroute Rotterdam-Zoetermeer.
Financiële effecten (gemeente) Er zijn geen directe geldstromen tussen de gemeente Zoetermeer en de GR Bleizo. De deelnemende gemeenten delen ieder voor 50% in de winst of in het verlies van de gemeenschappelijke regeling. De grondexploitatie laat aan het einde van de looptijd een positief resultaat zien van € 9,1 mln. (NCW per 1-1-2025).
Tussentijdse bewaking van het resultaat geschiedt door het periodiek herzien van de grondexploitatie.
De deelname in de gemeenschappelijke regeling heeft verder geen structureel financieel effect op de begroting. Het doorrekenen van de financiële effecten van een gewijzigd ontwikkelperspectief maakt deel uit van de bestuurlijke opdracht Bleizo-West.
Risico

Door het bereiken van een bestuursakkoord in februari 2025 tussen provincie en de gemeente Lansingerland is de planontwikkeling voor PROEFtuin Bleizo weer opgepakt en komt het risico op afwaardering van de gronden te vervallen en kan de omvang van de risicovoorziening teruggebracht worden. De ondergrens van de bandbreedte van de risicoanalyse is nu geraamd op € – 0,2 mln. 
Met het vaststellen van een nieuwe ontwikkelperspectief en ontwikkelstrategie veranderen ook de risico’s.

Financieel en bestuurlijk belang De deelname in de gemeenschappelijke regeling heeft geen structureel financieel effect op de begroting. De vertegenwoordiging in de gemeenschappelijke regeling is als volgt: Algemeen bestuur: wethouders Weerwag en Iedema en raadsleden: Meurs en Van der Vlies. 
Dagelijks bestuur: wethouders Weerwag en Iedema.
Bijdrage aan doel-
stelling programma
Het sleutelproject Bleizo ligt buiten de gemeentegrenzen van Zoetermeer maar is van directe invloed op de ontwikkeling van Zoetermeer.
Relatie met programma Programma 7 Inrichting van de stad.
Beleidsvoornemens / beleidskader Versterken van de OV-bereikbaarheid, imago, economie en werkgelegenheid van Zoetermeer.
Vestigingsplaats Lansingerland.
Doel / openbaar belang De GR Bleizo opereert binnen een publiekrechtelijke setting met name in privaatrechtelijke zin.
Beleid /voortgang

Samen met de gemeente Lansingerland wordt gewerkt aan actualisatie van de ontwikkelvisie die de huidige ontwikkelingsaanpak voor de GR Bleizo uit 2014 zal vervangen. Voor het nog te ontwikkelen westelijk deel van Bleizo is in 2021 door de raden van Lansingerland en Zoetermeer het ontwikkelperspectief PROEFtuin Bleizo vastgesteld. 
Begin 2025 hebben de provincie en de gemeente Lansingerland een bestuursakkoord gesloten waardoor woningbouw op Bleizo mogelijk kan worden. Samen met de gemeente Lansingerland is  de uitwerking van het ontwikkelperspectief PROEFtuin Bleizo en het opstellen van een ontwikkelstrategie weer opgepakt. Ook vanuit de rijksoverheid is men positief over woningbouw op de  locatie Bleizo. In 2026 nemen de gemeenteraden een besluit over het ruimtelijk kader en een geheel nieuwe grondexploitatie voor Bleizo.
Daar één en ander onzeker is, blijft vooralsnog de ontwikkelvisie van 2014 de basis voor de grondexploitatie en de begroting van de GR Bleizo.

In de begroting zijn voor het jaar 2026 de volgende activiteiten voorzien:

  • Algemene activiteiten van de projectorganisatie; 
  • Beheer van de gronden;
  • Activiteiten ten behoeve van de visievormingen ontwikkeling van Bleizo-West.

Deze activiteiten passen binnen de exploitatiebegroting van Bleizo.

Eigen vermogen verbonden partij Het eigen vermogen bedraagt € 2,3 mln. per ultimo 2024. Dit is opgebouwd via door de BBV-richtlijnen voorgeschreven tussentijdse winstnemingen.
Vreemd vermogen verbonden partij Per 1-1-2024: € 41,5 mln.
Per 31-12-2024: € 57,5 mln. (sterke toename als gevolg van de aankoop van gronden van Bedrijvenschap Hoefweg)
Resultaat verbonden partij De grondexploitatie laat aan het einde van de looptijd een positief resultaat zien van € 9,1 mln. (NCW per 1/1/2025). Van het saldo komt 50% ten gunste van de gemeente Zoetermeer.

Bedrijvenschap Hoefweg/Prisma: opheffing in 2025
Bedrijvenschap Hoefweg heeft een aandeel van 30% in Prisma. Door vertraging in de opheffing van Prisma kan Bedrijvenschap Hoefweg naar verwachting ook pas eind 2025 opgeheven worden.

Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH)
Doel Het realiseren van een welvarende en bereikbare Metropoolregio Rotterdam Den Haag door het vrijwillig samenwerken met 21 gemeenten.
Beleid

Om deze doelstelling te halen wordt er in de MRDH gezamenlijk gewerkt aan het verbeteren van de bereikbaarheid en het vernieuwen van de economie. Daarvoor is op 26 mei 2023 de strategische agenda MRDH 2023-2026 ‘Met elkaar, voor elkaar!’ door het algemeen bestuur vastgesteld. Hierin staan vier regionale opgaven en zes opdrachten centraal.

Vier Regionale opgaven:

  1. Herstel van de regio;
  2. Groei van de regio;
  3. Vernieuwing van de regio;
  4. Kwaliteit van de regio.

Zes opdrachten

  1. Investeren in bereikbaarheid om de inwonersgroei in de regio te faciliteren. Het gaat daarbij om de bereikbaarheid van de nieuwe verstedelijkingslocaties, het verbinden van innovatieve kennis- en onderwijsknooppunten, de bereikbaarheid van werklocaties en het behouden van de leefbaarheid en open ruimte. Ook is het belangrijk dat de metropoolregio bereikbaar blijft voor onze omliggende regio’s en gemeenten. Het uitgangspunt blijft het versterken van het regionale hoogwaardige openbaar vervoer in samenhang met de verstedelijking. 
  2. Toekomstbestendige economie stimuleren. Het gaat om inzet op aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt en Leven Lang Ontwikkelen (LLO). De MRDH richt zich op de sectoren waar de arbeidsmarkt het meest knelt en waar het maatschappelijk nut groot is. Er wordt ingezet op het versterken van het mkb en het stimuleren van innovatie. De MRDH stimuleert innovatie door met strategische partners zoals InnovationQuarter en de provincie Zuid-Holland financiering en schaalvergroting van programma’s te organiseren.
  3. Actieve en collectieve vormen van mobiliteit stimuleren. MRDH blijft inzetten op actieve en/of collectieve vormen van mobiliteit (lopen, fietsen, openbaar vervoer en deelmobiliteit. Het toepassen van Mobility as a Service (MaaS), innovaties en nieuwe technologieën wordt gestimuleerd, om de gewenste mobiliteitstransitie te bereiken.
  4. Vernieuwen van werklocaties. Aan de hand van de Strategie werklocaties MRDH sturen de 21 gemeenten op het versterken van de ruimtelijke economische structuur van de regio door marktevenwicht tussen vraag en aanbod van ruimte te stimuleren, het beter benutten van de bestaande werklocaties en het aanjagen van vergroening en verduurzaming. De strategie bestaat uit de modules kantoren, detailhandel en bedrijventerreinen, waarin een visie, strategische opgaven en regionale afspraken zijn opgenomen.
  5. Versterken van het regionale mobiliteitsnetwerk. De 21 gemeenten verbeteren de kwaliteit van het bestaande mobiliteitsnetwerk inclusief de knooppunten van verschillende vervoerssystemen, zodat meer mensen het netwerk gebruiken en hoger waarderen. Zo verbetert de bereikbaarheid van de metropoolregio. Om hinder door werkzaamheden te voorkomen en om duurzame gedragsverandering te realiseren, wordt actief samengewerkt in Zuid-Holland Bereikbaar.
  6. Herstellen van het OV-systeem. Deze opdracht is afgerond.

Binnen de MRDH-begroting is Verbeteren Bereikbaarheid vertaald in twee programma’s: een programma Exploitatie verkeer en openbaar vervoer en een programma Infrastructuur verkeer en openbaar vervoer. Het programma Exploitatie verkeer en openbaar vervoer betreft de uitvoering van wettelijke taken concessieverlening openbaar vervoer, beheer en onderhoud openbaar vervoer, infrastructuur en de planvormingsbevoegdheid in overeenstemming met de Planwet verkeer en vervoer. Dat laatste vraagt om de inzet van de MRDH voor algemene strategie- en beleidsontwikkeling, autonetwerk, verkeersmanagement en ITS, fietsnetwerk, ketenmobiliteit, reisgedrag en logistiek, duurzame mobiliteit en verkeersveiligheid. Vanuit het programma volgen infrastructurele opgaven die, voor zover de MRDH er financieel aan bijdraagt, onderdeel worden van het programma Infrastructuur verkeer en openbaar vervoer. 

Financiële effecten (gemeente) De gemeente Zoetermeer verstrekt via haar eigen begroting een jaarlijks bijdrage per inwoner. In 2026 is deze bepaald op € 3,00 per inwoner. In 2026 bedraagt dit in totaal € 389.823.
Risico

In 2019 is een geactualiseerde beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen opgesteld. De beleidsnota is 12 juli 2019 vastgesteld. Voor de activiteiten binnen verkeer en vervoer is binnen de projecten een risicobuffer aanwezig. Wanneer deze niet toereikend is worden projecten uitgesteld of wordt de bijdrage vanuit BDU middelen lager.
Voor de infrastructurele projecten houdt de MRDH rekening met de mogelijkheid van een ‘overplanning’. Dat kan inhouden dat in enig jaar het BDU-fonds (tijdelijk met een maximum van 3 jaar) negatief is. Aan het einde van deze periode dient het saldo nihil te zijn. Voor 2026 en de meerjarenbegroting tot en met 2028 worden geen tekorten voorzien. Het fonds heeft een beperkte investeringsruimte voor projecten die nu nog in de verkenning- en planstudiefase zitten. Deze investeringsruimte is echter onvoldoende om alle ambities uit de Uitvoeringsagenda Bereikbaarheid te kunnen realiseren.

De MRDH heeft in december 2016 de verantwoordelijkheid voor de financiering van de investeringen in railvoertuigen en railinfrastructuur van de regionale OV-bedrijven overgenomen van de gemeenten Den Haag en Rotterdam. Dat brengt risico’s met zich mee, die in een in 2016 uitgevoerd extern onderzoek nader zijn geduid. In 2024 is een voorstel gemaakt om de verordening die de leningen mogelijk maakt uit te breiden met leningen voor opstallen van busstallingslocaties. Om de risico’s te dekken is een reserve gevormd die gevoed wordt vanuit een opslag die de vervoersbedrijven betalen. 

Op 12 juli 2019 stelde het algemeen bestuur de ‘Algemene regels voor uittreding uit de Gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014’ vast. Daarin staat opgenomen dat bij uittreding een uittreedsom wordt bepaald: het bedrag dat de uittredende deelnemer dient te betalen aan de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag (GR MRDH) en dat bestaat uit de schade die de GR MRDH lijdt als gevolg van de uittreding. 

Voor risico’s die samenhangen met de strategische agenda economisch vestigingsklimaat is geen weerstandsvermogen benodigd. De MDRH is extra prudent bij het aangaan van verplichtingen. 

Het kabinet heeft voor 2026 een bezuiniging op het regionale openbaar vervoer in de Vervoerregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag in de begroting opgenomen De gesprekken met het rijk hebben niet geleid tot een bijstelling om deze bezuiniging van € 110 mln. ongedaan te maken. De twee vervoersregio's zijn hiertegen in beroep gegaan. 

Financieel en bestuurlijk belang De deelnemers zijn de 21 gemeenten en hebben daardoor een financieel en bestuurlijk belang. De burgemeester heeft zitting in het Algemeen Bestuur. Wethouder Iedema neemt deel aan de bestuurscommissie Economisch Vestigingsklimaat en wethouder Frinking is lid van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit.
Bijdrage aan doel-
stelling programma
1.3 Bevorderen vestigings-en ondernemersklimaat
1.4 Bevorderen groei werkgelegenheid
3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling
7.2 Bevorderen vernieuwende en gewenste functies voor stad en regio
7.4 Behouden goede bereikbaarheid en bevorderen verkeersveiligheid
Relatie met programma Programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie
Programma 7 Inrichting van de stad
Beleidsvoornemens / beleidskader Uitvoering geven aan de in de strategische agenda MRDH 2023-2026 ‘Met elkaar, voor elkaar!’ opgenomen ambities.
Vestigingsplaats Rotterdam
Doel / openbaar belang Realisatie van een duurzame internationale metropoolregio waarin bewoners en bedrijven zich optimaal kunnen ontplooien, (internationale) bezoekers zich welkom voelen en belangrijke bestemmingen eenvoudig en goed bereikbaar zijn.
Versterken internationale concurrentiepositie en economisch vestigingsklimaat van de regio.
Beleid /voortgang
  • Verstrekking subsidies verkeersveiligheid en diverse pilots zoals Maatwerkvervoer Rokkeveen.
  • Besluitvorming en uitwerking Mobiliteitsvisie MRDH.
  • Besluitvorming en uitwerking Visie op het Economisch Vestigingsklimaat MRDH.
  • Besluitvorming en uitwerking Strategische agenda 2026-2029.
  • Verkenning Toekomstbestendige Krakeling.
  • Doorontwikkeling HOV Zoetermeer-Rotterdam.
  • Ontwikkeling van Metropolitane Fietsroute Zoetermeer-Rotterdam.
  • Bijdragen aan ontwikkeling campusnetwerk inclusief Dutch Innovation Park.
  • Voortzetten regionale aanpak beter benutten bedrijventerreinen.
Eigen vermogen verbonden partij Per begin 2024: € 42,0 mln.
Per eind 2024: € 35,4 mln.
Vreemd vermogen verbonden partij Per begin 2024: € 1.753 mln.
Per eind 2024: € 1.533 mln.
Resultaat verbonden partij 2024 € 0,832 mln. (2023: € 0,905 mln.)
Werkbedrijf De Binnenbaan  BV
Doel Werkbedrijf De Binnenbaan BV heeft tot doel om zo effectief en efficiënt mogelijk de Wsw (Wet sociale werkvoorziening) uit te voeren voor mensen met een sw-indicatie voor de Zoetermeer, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg. 
De Binnenbaan BV is daarnaast verantwoordelijk voor de re-integratie naar werk van mensen uit de doelgroep van de Participatiewet. Onderdeel hiervan is de ondersteuning van mensen met een arbeidsbeperking naar (beschut) werk.
Beleid

Met de komst van de participatiewet in 2015 is de instroom in de Wsw afgesloten. Wel blijft De Binnenbaan BV verantwoordelijk voor de huidige sw-werknemers en biedt de voorziening Beschut Werk aan zoals is geregeld in de Participatiewet.
Het re-integratiebeleid van de gemeente is opgenomen in de nota ‘Meedoen met Meerwaarde’.

Financiële effecten (gemeente)

De deelnemende gemeenten betalen de werkelijke kosten voor de uitvoering van de Wsw aan De Binnenbaan BV. De rijksbijdrage per arbeidsjaar loopt terug doordat er geen instroom meer mogelijk is in de Wsw en het bestand langzaam ouder wordt en daardoor uitstroomt. De gemeente Zoetermeer staat garant voor het werkkapitaal van De Binnenbaan BV. Naast de werkelijke kosten van de uitvoering van de Wsw betalen de aandeelhoudende gemeenten Rijswijk en Leidschendam-Voorburg een tarief met risico-opslag voor de overige dienstverlening die zij afnemen.
De gemeente Zoetermeer betaalt naast de werkelijke kosten conform de vijfjarige Dienstverleningsovereenkomst en de jaarlijks Opdracht- en budgetbrief een tarief voor de overeengekomen dienstverlening voor de doelgroep Participatiewet en Beschut Werk.

Risico

De dalende rijksbijdrage en instroomstop voor de doelgroep Wsw leidt tot een daling van inkomsten van de Binnenbaan en daarmee tot druk op het exploitatieresultaat. De aandeelhoudende gemeenten hebben besloten de Wsw activiteiten voort te zetten in combinatie met re-integratie activiteiten in Werkbedrijf De Binnenbaan BV om deze ontwikkelingen het hoofd te bieden.

Financieel en bestuurlijk belang Werkbedrijf De Binnenbaan BV is een Privaatrechtelijke onderneming met drie aandeelhouders. De gemeente Zoetermeer houdt 98% van de aandelen en de gemeenten Rijswijk en Leidschendam-Voorburg elk 1%.
Bijdrage aan doel-
stelling programma
Doelstelling 1.5: Stimuleren duurzame arbeidsparticipatie.
Relatie met programma Programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie.
Beleidsvoornemens / beleidskader Zie bij Beleid en de tekst onder doelstelling 1.5.
Vestigingsplaats Statutaire vestigingsplaats in Zoetermeer, nevenlocaties in Leidschendam-Voorburg en Rijswijk.
Doel / openbaar belang Werkvoorziening voor personen met een arbeidshandicap en begeleiding van mensen naar werk. Dat is een publiek belang.
Beleid /voortgang De aandeelhoudende gemeenten voeren de regie op de Wsw en beheren de geldstromen (rijksbijdrage + gemeentelijke bijdrage). Gemeente Zoetermeer voert alle re-integratie activiteiten via de Binnenbaan uit. De gemeenten Rijswijk en Leidschendam-Voorburg voeren de re-integratie van de doelgroep Participatiewet geheel, respectievelijk grotendeels zelf uit.
Eigen vermogen verbonden partij Per 1-1-2024: € 1.176.000
Per 31-12-2024: € 1.874.000
Vreemd vermogen verbonden partij Per 1-1-2024: € 6.706.000
Per 31-12-2024: € 4.880.000
Resultaat verbonden partij 2024: € 698.000

VNG
Doel De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is de organisatie die alle gemeenten in Nederland en de overzeese gebieden verbindt. De vereniging heeft als doel om de lokale overheid te versterken, zodat gemeenten hun inwoners optimaal kunnen bedienen. Belangenbehartiging, kennisuitwisseling en het gezamenlijk uitvoeren van maatschappelijke opgaven zijn de kerntaken van de VNG.
Beleid Gemeenten houden zich bezig met een breed scala aan onderwerpen. De VNG houdt zich dan ook bezig met alle beleidsvelden waar gemeenten zich mee bezig houden.
Financiële effecten (gemeente)

Het bedrag dat een gemeente aan contributie betaalt, is afhankelijk van het aantal inwoners. Het uitgangspunt voor het aantal inwoners wordt per 1 januari van het voorgaande jaar bepaald aan de hand van de cijfers van het CBS: Zoetermeer had op 1 januari 2025 129.852 inwoners. Zoetermeer valt onder de categorie van 25.000 tot 200.000 inwoners en betaalt in 2025 € 1,64 per inwoner. Voor 2026 komt dit neer op € 217.931.

De contributie stijgt in 2026 met 2,1% ten opzichte van 2025. Deze stijging is bedoeld voor loon- en prijsontwikkeling op basis van CPB-indexcijfers. Dit omvat ook een stijging van 1% bedoeld voor de groei naar volledige dekking van de kosten van de kernorganisatie VNG vanuit de contributie. Deze komt daarmee voor rekening van de VNG zelf.

Risico Geen.
Financieel en bestuurlijk belang De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente bij Algemene Ledenvergaderingen. De burgemeester is lid van de commissie Bestuur en Veiligheid. Wethouder Iedema is lid van het College van Arbeidszaken.
Bijdrage aan doel-
stelling programma
De inspanningen op het gebied van belangenbehartiging, kennisuitwisseling en het gezamenlijk uitvoeren van maatschappelijke opgaven van de VNG dragen bij aan alle programma’s.
Relatie met programma Alle.
Beleidsvoornemens / beleidskader De Verenigingsstrategie 2030 vormt het beleidskader voor de VNG. De VNG focust hierin op vijf inhoudelijke thema’s: bestaanszekerheid, kansengelijkheid en jeugd, vergrijzing en gezond leven, klimaat en energie, ruimtelijke puzzel van opgaven in de leefomgeving.
Vestigingsplaats Den Haag.
Doel / openbaar belang Drie pijlers vormen de basis van de vereniging: kennisdeling, belangenbehartiging en dienstverlening.
Beleid /voortgang Om het verschil te kunnen maken op de inhoudelijke thema’s en andere beleidsdossiers, zijn in de Verenigingsstrategie vijf ontwikkelpunten voor gemeenten en de VNG als organisatie opgesteld: (1) één sterke bestuurslaag van gemeenten (2) leren van elkaar (3) knooppunt van netwerken (4) regionale samenwerking (5) versterken van mandaat en slagvaardigheid van de VNG.
Eigen vermogen verbonden partij Eind 2024: € 60,36 mln.
Vreemd vermogen verbonden partij Eind 2024: € 164,704 mln. (schulden: € 166,973 mln. + voorzieningen: € 731 mln.).
Resultaat verbonden partij Financieel resultaat 2023: € 26 mln. negatief.

Vereniging De Brede Stroomversnelling
Doel Uitvoering van het klimaatbeleid. De raad heeft op 12 september 2016 besloten om Nul op de Meter concepten toe te passen waar mogelijk.
Beleid Stroomversnelling en haar leden hebben als oogmerk een impuls te geven aan de energietransitie in de gebouwde omgeving. Stroomversnelling is in eerste instantie een vereniging van corporaties, bouwers, toeleverende industrie, netwerkbedrijven en regionale overheden maar de bedoeling - van de initiatiefnemers en de huidige trekkers – is breder. Stroomversnelling wil een beweging zijn waarin deelnemers zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de energietransitie en waarin ze, door samen op te trekken, versnelling weten te realiseren in het realiseren van deze doelstelling.
Financiële effecten (gemeente) Jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage € 5.000.
Risico Ten tijde van het uitbrengen van de jaarrekening 2024 van de vereniging is er nog steeds sprake van onduidelijkheid over het recht op teruggave van omzetbelasting op inkopen en de verplichting tot het afdragen van omzetbelasting over subsidieontvangsten. Hierover is overleg gaande met de Belastingdienst. Het overleg met de Belastingdienst kan leiden tot zowel een teruggave als een naheffing van omzetbelasting over de periode 2015 tot en met 2018. Er is ondertussen wel een formeel verzoek gedaan voor teruggave over de periode 2018 die kan leiden tot een storting van de belastingdienst. De gemeente is alleen lid en is geen risicodrager. Als de vereniging bij ontbinding een tekort heeft, hoeft de gemeente als lid daaraan niet bij te dragen. Dit hangt samen met de rechtspersoonlijkheid van de vereniging en het feit dat de vereniging een eigen, afgescheiden vermogen heeft. Als de vereniging wordt ontbonden, gaat dat volgens de regels over de vereffening van het afgescheiden vermogen.
Financieel en bestuurlijk belang

Stroomversnelling heeft op dit moment ca. 40 leden en partners. De samenstelling van het ledenbestand geeft direct een helder beeld van de breedte van Stroomversnelling: woningcorporaties, aanbieders (bouwbedrijven), toeleverende industrie, gemeentes en netwerkbedrijven. Daarnaast heeft Stroomversnelling al een aantal partners - CVW, Federatie Ruimtelijke Kwaliteit, Efectis, de Woonbond en Hogeschool Utrecht. Stroomversnelling is zelf partner van de vernieuwingsagenda van Aedes.
Stroomversnelling staat open voor elke partij die inzet wil leveren op, en kan bijdragen aan, de (door)ontwikkeling van woningconcepten en de transitieopgave. Omdat het een vereniging is van koplopers en actieve volgers wordt altijd kritisch gekeken hoe partijen die zich willen aansluiten de beweging en benodigde ontwikkeling verder kunnen versterken. Het doel is daarom niet veel groter te worden in aantallen dan ca. 100 leden. Deze beperkte groeidoelstelling heeft consequenties voor de financiële slagkracht van de vereniging. Om die reden is er veel aandacht voor bijdragen van overheden.

Bijdrage aan doel-
stelling programma
3.1 Bevorderen duurzame ontwikkeling.
Relatie met programma Programma 7 Inrichting van de stad.
Beleidsvoornemens / beleidskader
  1. Volop werken aan de ontwikkeling, van het aanbod, de vraag en de daaraan gerelateerde marktcondities voor concepten waarmee woningen en/of wijken aardgasvrij en spijtvrij CO2- en/of energieneutraal gemaakt kunnen worden in alle marktsegmenten.       
  2. De realisatie van een zodanige kostprijsreductie (schatting 25%-30%), op NOM of NOM-Ready aanbod met gegarandeerde functionele prestaties (minimaal rond energie, binnenmilieu en  veiligheid), waarmee een woonlastenneutraal aanbod voor de bewoner en een gezonde business case voor de investeerder in de oplossingen (inclusief de afnemers) mogelijk is.
Vestigingsplaats Den Haag.
Doel / openbaar belang De vereniging Stroomversnelling heeft als doel het verenigen van leden die renovatie- en nieuwbouwbouwconcepten met minimaal het ambitieniveau van Nul op de Meter (NOM) ontwikkelen, bouwen, afnemen of het afnemen willen faciliteren. De leden beogen NOM te bereiken met uitsluitend gebruik van duurzame energie, opgewekt uit niet fossiele brandstoffen.
Beleid /voortgang

Ad 1:
Pas wanneer 25% van het potentieel is bereikt, is de fase van ontwikkeling (door koplopers en volgers) afgerond en de fase van autonome opschaling bereikt.

Ad 2:
Jaarlijkse productieaantallen van 50.000 gekoppeld aan renovatie, 25.000 aan nieuwbouw en 100.000 aan installatievervanging.

Eigen vermogen verbonden partij

Per begin 2024: € 437.610
Per eind 2024: € 445.114

Vreemd vermogen verbonden partij

Per begin 2023: € 335.734
Per eind 2023: € 349.447

Resultaat verbonden partij

2024: €   7.504 voordelig
2023: € 35.392 voordelig

Stichting BusinessPark Haaglanden (BPH)
Doel Het versterken van de regionale samenwerking tussen de deelnemende gemeenten op het gebied van bedrijfshuisvesting ten behoeve van het behouden en vestigen van bedrijven en daarmee de werkgelegenheid in de Haagse regio. Focus ligt op bedrijven helpen en adviseren in het beter benutten, intensiveren, verdichten en verduurzamen van de ruimte op de bedrijventerreinen. 
Deelnemende gemeenten zijn: Den Haag, Rijswijk, Midden-Delfland, Pijnacker Nootdorp, Delft, Leidschendam-Voorburg en Zoetermeer.
Beleid

Er is een nieuwe organisatiestructuur door een samenwerking in de vorm van een werkalliantie met Industrieschap Plaspoel Polder (IPP). De Stichting tracht haar doel te bereiken door onder meer:

  • het (verder) professionaliseren van het regionaal loket (front-office) van Businesspark Haaglanden voor ondernemers;
  • het intensiveren van de samenwerking met adviseurs in bedrijfshuisvesting;
  • het begeleiden van het proces van uitplaatsingen van bedrijven als gevolg van transformatie/herstructurering;
  • het leveren van een bijdrage aan het formuleren van nieuw beleid (door monitoring & signalering vraag/aanbodontwikkeling binnen de regio) en het tot uitvoering brengen van beleid;
  • het meedenken om te komen tot nieuwe werklocaties binnen de Haagse regio;
  • het als netwerkorganisatie aanspreekpunt zijn voor de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de Provincie Zuid-Holland.
Financiële effecten (gemeente) De gemeente Zoetermeer heeft op haar eigen begroting jaarlijks circa € 25.000 voor de bijdrage aan de stichting. Dit bedrag is gebaseerd op de verdeelsleutel die staat opgenomen in het reglement. Zoetermeer draagt 15% van de jaarlijkse kosten bij.
Risico Voor de gemeente zijn er geen financiële risico’s aanwezig. Bij een eventueel financieel risico van de stichting is de gemeente maximaal de eigen bijdrage voor een jaar kwijt.
Financieel en bestuurlijk belang De deelnemers zijn de 7 gemeenten en hebben daardoor een financieel en bestuurlijk belang. De wethouder economie heeft zitting in het Bestuur. De teammanager van team economie neemt deel aan de Directieraad.

Bijdrage aan doel-stelling programma

1.3 bevorderen vestigings-en ondernemersklimaat.
1.4 bevorderen groei werkgelegenheid.
Relatie met programma Programma 1 Onderwijs, economie en arbeidsparticipatie.
Beleidsvoornemens / beleidskader

Uitvoering geven aan het jaarplan. Centrale actiepunten zijn:

  • BPH deelt als netwerkorganisatie beschikbare kennis en kunde.
  • BPH is een netwerkorganisatie en gesprekspartner voor PZH en MRDH en andere samenwerkingsverbanden gericht op bedrijvigheid.
  • BPH heeft het aanbod van bedrijfshuisvesting van de deelnemende gemeenten scherp in beeld. Vragen uit de markt worden geregistreerd.
  • BPH draagt op de schaal van de Haagse regio bij aan het bij elkaar brengen van vraag naar en aanbod van voldoende en passende bedrijfshuisvesting.
  • Vooralsnog (met ingang van 2025) jaarlijks twee gemeentelijke casussen gezamenlijk uitwerken en in samenwerking met IPP verkennen. Bij gebleken succes verder uit te bouwen.
Vestigingsplaats Zetel in de gemeente ‘s-Gravenhage.
Doel / openbaar belang

De schaal waarop de bedrijventerreinenmarkt zich beweegt, is bovengemeentelijk. Bedrijven kijken veelal op regionale schaal naar vestigingsplaatsen en uitbreidingsmogelijkheden. Activiteiten van bedrijven volgen zelden bestuurlijke grenzen maar vinden plaats in een marktregio. Binnen de MRDH is de Haagse regio één van de drie marktregio’s, waarbinnen bedrijven zich vestigen dan wel uitbreiden en/of verhuizen. De gezamenlijke doelen zijn economische ontwikkeling en het creëren en behoud van werkgelegenheid in de Haagse regio en  het bieden van voldoende passende vestigingsplekken op bedrijventerreinen. Het Industrieschap de Plaspoelpolder Haaglanden (IPP) deelt kennis en expertise aangaande herontwikkelingen, beter benutten en verduurzamen op bedrijventerreinen. Businesspark Haaglanden werkt vraaggericht en zoekt naar pragmatische oplossingen, op het juiste schaalniveau.

Beleid /voortgang Er speelt een aantal ontwikkelingen: a) schaarse ruimte en tekort aan nieuw uitgeefbare grond voor bedrijven en werklocaties in stedelijk gebied, b) transformaties in stedelijke gebied waar bedrijven worden verjaagd en c) de druk op bestaande terreinen als gevolg van o.a. die woningbouwontwikkelingen. Hierdoor ontstaat de noodzaak om de ruimte op bestaande bedrijventerreinen beter te benutten en daarbij te streven naar het juiste bedrijf op de juiste plek. Dit zijn oplossingsrichtingen waar gelet op omvang, benodigd kapitaal, complexiteit, samenhang en afstemming in de regio gezamenlijk op ingezet moet worden. Een heldere structuur én een goede uitvoeringsorganisatie is van belang om resultaat te boeken. Geconstateerd is dat op verschillende ambtelijke en bestuurlijke tafels in wisselende samenstellingen over bovenstaande onderwerpen wordt gesproken.  De organisatiestructuur van BPH wordt (tijdelijk) voor de duur van een jaar uitgebreid via een (werk)alliantie met het IPP. In 2026 vindt tussentijdse monitoring plaats en na afloop van de pilot een evaluatie.
Eigen vermogen verbonden partij Per eind 2024: € 114.000 
Per begin 2024: € 30.000
Vreemd vermogen verbonden partij Per eind 2024: € 0
Per begin 2024: € 45.090
Resultaat verbonden partij 2024: € 84.000 voordelig
2023: € 17.097 voordelig