Energietransitie
De energietransitie is een grote opgave en deze moet versneld worden om de doelen te halen. Energiearmoede en dalende koopkracht in het algemeen maken de aanpak nog urgenter. Het nieuwe programma Energietransitie Zoetermeer 2023-2026 richt zich op deze versnelling. De aanpak van de energietransitie is langs drie pijlers georganiseerd: 1) de gebouwde omgeving (alle woningen en gebouwen), 2) de energie-infrastructuur (duurzame stroom en warmtebronnen) en 3) duurzame mobiliteit. We zetten vol in op capaciteitsuitbreiding ten behoeve van de uitvoering, mogelijk gemaakt door de extra toegekende rijksmiddelen voor klimaat- en energiebeleid. Met de middelen uit het Duurzaamheidsfonds Zoetermeer 2040 versnellen we het tempo van de energietransitie. Dit doen we onder andere door initiatieven te ondersteunen en knelpunten op te lossen. 
Het energieloket zorgt voor de onafhankelijke advisering en ondersteuning van particuliere huiseigenaren. Het VvE-loket doet hetzelfde voor VvE's. Projecten en acties doen we zoveel mogelijk wijkgericht, in samenwerking met andere acties, projecten en programma’s om synergie en efficiency te bevorderen. 
We participeren en lobbyen actief binnen G40, VNG en Stroomversnelling voor het creëren van optimale condities voor de lokale energietransitie. 

Klimaatadaptatie
Om de veranderingen van het klimaat de komende jaren het hoofd te bieden moet de gebouwde omgeving (gebouwen en openbare ruimte) zoveel als mogelijk klimaatbestendig gemaakt worden. Om deze opgave te bereiken wordt er gewerkt aan projecten om de openbare ruimte te vergroenen. Ook wordt er gewerkt aan het borgen van klimaatmaatregelen bij grote nieuwbouwprojecten om daarmee klimaatbestendig bouwen te bevorderen.

Afval en grondstoffen
Doelen voor het huishoudelijk afval zijn om de hoeveelheid restafval te verminderen en het percentage gescheiden afvalstromen (en daarmee de recycling) te verhogen. Zoals de grafiek voor trendindicator ‘aantal kilogram restafval per inwoner’ toont, leidt het huidige afvalbeleid tot een beperkte daling van de hoeveelheid restafval en wordt de Zoetermeerse doelstelling om elk jaar minder restafval ten opzichte van het voorgaande jaar te krijgen nauwelijks gehaald. 
Het realiseren van (verdere) afvalreductie en afvalscheiding zal gebeuren door nieuw afvalbeleid.