Financiële consequenties
Het openbaar gebied is constant in beweging. Voor het op orde brengen en houden van de staat van de kapitaalgoederen worden periodiek inspecties uitgevoerd. De inspectiegegevens worden verwerkt in een beheerssysteem. Dit systeem is de basis voor het in beeld brengen van de benodigde uit te voeren onderhoud- en de vervangingswerkzaamheden.
De uitgaven voor het vervangen van de kapitaalgoederen die worden geactiveerd (wegen, kunstwerken en water), worden tot uitdrukking gebracht op de balans onder de materiele vaste activa. Hierdoor worden deze vervangingsuitgaven toegerekend en verdeeld als kapitaallasten over de periode waarin het nut zich voordoet. Voor deze kapitaalgoederen zijn in de begroting de volgende jaarbedragen opgenomen:
2025 € 12 miljoen;
2026 € 12 miljoen;
2027 € 10 miljoen;
2028 € 8 miljoen.
Het algemeen-, dagelijks-, groot-, vervangingsonderhoud en de kapitaallasten van vervangingen wordt gefinancierd vanuit de algemene middelen en komen ten laste van programma 3 Leefbaarheid, duurzaam en groen. Voor het onderhouden van deze kapitaalgoederen zijn in de begroting de volgende bedragen opgenomen:
2025 € 41 miljoen;
2026 € 40 miljoen;
2027 € 40 miljoen;
2028 € 41 miljoen.
De fluctuaties in de jaaruitgaven van het groot onderhoud en vervangingen worden verrekend via de egalisatiereserve groot onderhoud bovengronds. De jaarlijkse onder- of overbestedingen van de groot onderhoud- en vervangingsbudgetten worden met deze reserve verrekend, tot het minimum van € 0 en het maximum van € 5 mln., de huidige hoogte van de reserve. Momenteel wordt bekeken of het maximum van de reserve als gevolg van inflatie aangepast moet worden.