Inleiding

Bestuursperiode is halverwege
Bij het schrijven van de Programmabegroting 2025 bevinden we ons halverwege de bestuursperiode 2022-2026. Dit moment markeert een belangrijke fase waarin we terugkijken op wat we tot nu toe hebben bereikt, en tegelijk vooruitkijken naar de uitdagingen die voor ons liggen. In de afgelopen jaren hebben we een solide basis gelegd voor een constructieve dialoog met onze inwoners over de toekomst van Zoetermeer in 2040. Want hoewel cijfers en begrotingen essentieel zijn voor een goed financieel beleid, ligt onze ware drijfveer in het bouwen aan onze stad en samenleving. Dit betekent dat we ook flexibel moeten blijven en waar nodig bijsturen. De winkel blijft open, maar we moeten continu inspelen op nieuwe inzichten en veranderende omstandigheden. Niets staat vast; we moeten ruimte laten voor voortschrijdend inzicht en nieuwe perspectieven, terwijl we worden gedwongen om heldere en soms moeilijke keuzes te maken.

Huishoudboekje 2025
In deze programmabegroting vertalen we de in de Perspectiefnota 2025 vastgestelde doelen naar concrete cijfers. Dit is ons huishoudboekje voor het jaar 2025, met een vooruitblik naar de jaren daarna, voor zover dat mogelijk is met alle onzekerheden die er nog zijn. Vorig jaar gaven we al aan dat de grenzen van onze begroting zijn bereikt, en dat blijft een uitdaging. Toch moeten we als stadsbestuur, maar ook als samenleving, in staat blijven om samen te doen wat nodig is. Alleen door gezamenlijke inspanning kunnen we invulling geven aan belangrijke programma’s als de Gezonde Stad, Toekomstbestendige Jeugdhulp, Woningbouw als aanjager, de Ruimtelijke Strategie Zoetermeer, en de andere programma’s die Zoetermeer bieden wat het nodig heeft. Dit alles tegen de achtergrond van een verantwoord financieel beleid.

Scherpe strategische keuzes
Het concept van verantwoord financieel beleid zal in 2025 echter een nieuwe dimensie krijgen, omdat we ons bewust zijn van de financiële uitdagingen die voor ons liggen aan het einde van dat jaar: het zogenoemde Ravijnjaar 2026. In dat jaar verwachten we dat er vanuit het rijk minder middelen beschikbaar zijn voor de taken die wij als gemeente moeten uitvoeren. Dit vooruitzicht dwingt ons om nu al stevige maatregelen te treffen om onze begroting beheersbaar te houden. Het komende begrotingsjaar is cruciaal om de nodige bruggen te slaan, zodat we onze weg richting 2040 kunnen voortzetten. Deze programmabegroting moet ons inzicht geven in hoe onze huidige financiële positie ons kan helpen om passende en strategische keuzes te maken die ervoor zorgen dat het ravijn minder diep wordt.

Als New Town hebben we de afgelopen jaren een gezonde financiële positie opgebouwd, maar dat neemt niet weg dat onze structurele uitgaven moeten worden gedekt door structurele inkomsten. Dit vraagt om scherpe keuzes en stevig beleid van het gemeentebestuur. Tegelijkertijd moeten we ook een beroep doen op de veerkracht van onze samenleving. We zijn ons bewust van de verantwoordelijkheden die we dragen en de last die op de schouders van onze inwoners rust. Daarom blijven we voortdurend in gesprek met de samenleving, waarbij we helder en transparant zijn over onze financiële uitdagingen en de maatregelen die we moeten nemen. Een duidelijke financiële planning helpt ons hierbij om onze doelen te bereiken en onze stad toekomstbestendig te maken.

Ambities
Binnen deze context voeren we strakke maatregelen in op het gebied van jeugdzorg om meer grip te krijgen op de uitgaven. Hoewel ambities soms voorbereid kunnen worden, kunnen ze in de uitvoering mogelijk over meerdere jaren worden gespreid. Dit geldt bijvoorbeeld voor prioriteiten op het gebied van mobiliteit. De keuzes die we maken, moeten tegelijkertijd ruimte bieden om de sociale basis voor alle inwoners van Zoetermeer te versterken. Vanuit het oogpunt van bestaanszekerheid bieden we inwoners ondersteuning opdat iedereen kan meedoen in de maatschappij en iedereen voldoende heeft om van te leven. De gemeente geeft hierbij dankbaar ruimte aan de waardevolle inzet en bijdrage van (vrijwilligers)organisaties om te helpen deze ambities waar te maken. Woningbouw als aanjager wordt steeds concreter. Onze binnenstad is in beweging, festivals bieden mogelijkheden voor ontmoeting en het stationsgebied en Entree bieden volop kansen voor verdere ontwikkeling.

Met de Programmabegroting 2025 in de hand, kijken we of het de bouwkranen zijn die ons over het ravijn tillen, of dat we deze sprong met een polsstok maken. Wat de uitkomst ook moge zijn, we zijn vastberaden om samen met de samenleving het pad naar 2040 succesvol te vervolgen.

Financieel perspectief op hoofdlijn

Terug naar navigatie - Financieel perspectief op hoofdlijn

Het financieel perspectief ziet er als volgt uit:

De tabel toont in alle jaren een negatief begrotingssaldo (zie regel 9 Programmabegroting 2025-2028 excl. dekkingsmaateregelen). In 2025 is sprake van een begrotingstekort van € 21,666 mln., waarvan € 11,863 mln. incidenteel en € 9,8 mln. structureel. Vanaf 2026 loopt het tekort op naar structureel bijna € 40 mln. vanaf 2028. Om de begroting 2025 structureel sluitend te kunnen presenteren, is een aanvullend dekkingsplan nodig. Het voorstel is om daarvoor het surplus van de Vrij inzetbare reserve te gebruiken (zie regel 10 Dekkingsvoorstel, aanwending surplus Vrij inzetbare reserve € 11,36 mln.).  

Inzet surplus Vrij inzetbare reserve 2025 
Van het vrij besteedbare deel (surplus) van de algemene reserve kan een gemeente jaarlijks maximaal 10% inzetten voor het dekken van structurele lasten. Met de voorwaarde dat de solvabiliteit groter of gelijk aan 20% is en blijft. De solvabiliteit van Zoetermeer blijft ruim boven de vereiste 20% (begroting 2025: 40,9%). Het surplus van de Vrij inzetbare reserve is dat deel dat niet nodig is voor het afdekken van risico’s (weerstandscapaciteit). Daarnaast kent de gemeente ook bestemmingsreserves, waaronder de reserve Algemeen dekkingsmiddel. De reserve Algemeen dekkingsmiddel bedraagt ruim € 97 mln. Deze reserve wordt specifiek in stand gehouden om te fungeren als financieringsmiddel en heeft geen andere bestemming, waardoor de gemeente minder leningen hoeft aan te trekken. Hierdoor blijft onder andere de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen in balans. Deze verhouding wordt uitgedrukt in een kengetal, namelijk de solvabiliteit. Deze reserve zorgt er dus voor dat we een gezonde financiële balans hebben en houden en dat de rentelasten laag kunnen blijven. Op dit moment hebben we veel middelen in de schatkist staan (vooral door de verkoop van de aandelen van Eneco in 2019), zodat we hoe dan ook op dit moment geen leningen hoeven aan te trekken. Hierdoor is deze reserve niet nodig om de solvabiliteit op orde te houden en zijn de rentelasten laag.    

Bij de Perspectiefnota 2025 is reeds voorgesteld om voor een structureel sluitende begroting 2025 een bedrag van € 3,367 mln. te onttrekken aan de Vrij inzetbare reserve. Aanvullend hierop is een extra onttrekking van ruim € 11,36 mln. noodzakelijk, waarmee de totale onttrekking uitkomt op € 14,727 mln. Hiertoe is bij het Tweede Tussenbericht 2024 voorgesteld om het resterende saldo van de bestemmingsreserve Algemeen dekkingsmiddel van ruim € 97 mln. over te hevelen naar de Vrij inzetbare reserve. Zodoende is de begroting voor 2025 structureel en reëel in evenwicht: structureel saldo € 1,557 mln. 

Omdat het structureel begrotingssaldo inclusief aanvullend dekkingsplan voor 2025 nog positief is, heeft het gepresenteerde tekort vanaf 2026 geen directe gevolgen voor het oordeel van de provincie. De provincie als toezichthouder beoordeelt de begroting op structureel en reëel evenwicht. Dat houdt in dat structurele lasten gedekt moeten worden door structurele baten. Daarbij kijkt de provincie naar het eerste jaar van de begroting (2025), en als dat niet in evenwicht is naar het laatste jaar (2028). Als niet aan die voorwaarden wordt voldaan, past de toezichthouder 'preventief' toezicht toe. Dat houdt onder meer in dat de gemeente geen uitgaven mag doen zonder voorafgaande toestemming van de provincie.

Zoetermeer heeft haar financiën op orde en is nog financieel gezond, maar wordt in 2026 geconfronteerd met grote uitdagingen door de huidige aanpak van het rijk. Ondanks onze inspanningen en tijdelijke oplossingen, voelen we de negatieve effecten van het 'ravijnjaar' en de herijking van de gemeentefonds. Daarnaast blijven de tekorten in de jeugdzorg toenemen. Zonder structurele steun van het rijk zijn de gevolgen voor Zoetermeer aanzienlijk. Wij blijven ons inzetten voor onze inwoners, maar kunnen dit niet alleen. Veel hangt af van de ontwikkelingen in de financiële verhouding tussen rijk en gemeenten. Daarbij is het aan gemeenten om verstandige keuzes te maken in onzekere omstandigheden. Deze begroting bevat nog geen voorstellen voor bezuinigingen, maar op basis van het actuele financieel perspectief zijn bezuinigingen vanaf 2026 onvermijdelijk.

Bezuinigingstraject
Het Coalitieakkoord ‘Samen doen wat nodig is’ stelt, dat de coalitie de begroting structureel sluitend wil houden. Er worden oplossingsrichtingen onderzocht voor dekking van de begrotingstekorten voor komende jaren. Het college beseft dat dit veel lastige beslissingen vraagt. Het is nooit makkelijk om te bezuinigingen op voorzieningen en diensten die onze stad ondersteunen door te voeren. Het uitblijven van duidelijkheid over extra structurele rijksmiddelen dwingt ons tot bezuinigingsmaatregelen en dat is teleurstellend en frustrerend voor iedereen. Dit is tevens de kernboodschap van het actiecomité Raden in Verzet. Tegelijkertijd voelt dit college de noodzaak om een financieel gezonde gemeente met een sluitende begroting te blijven. Deze verantwoordelijkheid nemen past bij een betrouwbaar stadsbestuur. Dit betekent dat beslissingen, hoe pijnlijk dan ook, moeten worden genomen. Hiertoe wil het college de raad goed voorbereiden en meenemen. Het college heeft inmiddels een overzicht van bezuinigings- en dekkingsmogelijkheden van in totaal € 75 mln. in beeld gebracht. De komende periode wil het college met de raad verder in gesprek over de inhoud en betekenis van mogelijke keuzes tot besparen.