Uitgaven

10,89%
€ -60.729
x €1.000
10,89% Complete

Inkomsten

0,05%
€ 264
x €1.000
0,05% Complete

Saldo

586,72%
€ -60.466
x €1.000

Overzicht Overhead

Uitgaven

10,89%
€ -60.729
x €1.000
10,89% Complete

Inkomsten

0,05%
€ 264
x €1.000
0,05% Complete

Saldo

586,72%
€ -60.466
x €1.000

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In dit overzicht staan de lasten en baten van de overhead van de gemeentelijke organisatie opgenomen. Dit is voorgeschreven in wetgeving (Besluit Begroting en Verantwoording/BBV) met als doel om de overhead inzichtelijk te maken en om gemeenten onderling te kunnen vergelijken op hun uitgaven hieraan. De door het BBV gehanteerde definitie van overhead luidt: de kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primair proces. De doelstelling van overhead luidt: het sturen van de organisatie en het ondersteunen van het primaire proces. 

Voorbeelden van kosten die tot de overhead worden gerekend zijn loonkosten van leidinggevenden en van medewerkers van de ondersteunende afdelingen. Concreet gaat het om de volgende organisatieonderdelen: Personeel & Organisatie, Informatievoorziening & Automatisering, Financiën en Control, Juridische & Bestuurszaken en Inkoop, Facilitaire zaken & Huisvesting, Communicatie, Management en & Afdelingsondersteuning c.a. en Concerncontrol. 

De notitie overhead van de commissie BBV is eind 2023 geactualiseerd. Een belangrijke aanpassing is de definitie van het begrip overhead zelf. Deze notitie is van toepassing met ingang van de begroting 2025. De commissie BBV adviseert kaderstelling op het gebied van overhead door middel van de financiële verordening of door een nota overhead aan de raad voor te leggen en periodiek te herzien. Eind 2024 wordt daarom een kaderstellende nota overhead aan de raad aangeboden.

Voor overhead zijn twee specifieke kengetallen benoemd voor het bepalen van doelmatigheid. Het eerste kengetal betreft de geraamde lasten van de overhead uitgedrukt in een percentage van de totale geraamde lasten, exclusief stortingen in de reserves. In 2025 ligt dit percentage op 11%. Sinds 2017 fluctueert dit percentage tussen de 10% en 12%. Het tweede kengetal geeft de kosten van het personeel in een overheadfunctie uitgedrukt in een percentage van de totale kosten van het personeel weer. In 2025 komt dit overeen met 2024 en blijft 34%. Sinds 2017 schommelt dit percentage tussen de 34% en 37%.

Beleidswijzigingen

Terug naar navigatie - Beleidswijzigingen

Uitbreiding formatie Directie, dekking formatie Directie door verlaging externe inhuur
Uitbreiding van de directie is noodzakelijk voor meer gerichte sturing op complexe dossiers. De uitbreiding is voor de functies 1 fte directeur en 0,67 fte secretaresse. De structurele loonkosten bedragen € 239.000 per jaar, dekking vindt plaats door verlaging van externe inhuur verdeeld over alle programma's. 

Bedragen x € 1.000
Nieuw beleid 2025 2026 2027 2028 xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx
Uitbreiding formatie Directie 239 239 239 239
Dekking formatie Directie, verlaging externe inhuur -239 -239 -239 -239
Saldo 0 0 0 0
xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxxx

Toelichting financiën op hoofdlijnen:
Het budget is bestemd voor de sturing en ondersteuning van medewerkers in het primaire proces. Hierbij gaat het om kosten voor activiteiten zoals personeel, informatievoorziening, organisatie, financiën, administratieve organisatie, communicatie en huisvesting. Het lastenbudget bedraagt € 61 mln. in 2025. Vanaf 2026 daalt dit structureel naar € 55 mln. Deze daling komt grotendeels door het (deels) tijdelijk budget voor de nieuwe reiskostenregeling, de verbouwing van het stadhuis en extra overheadkosten voor tijdelijke formatie.

Aangenomen moties voorjaarsdebat

Terug naar navigatie - Aangenomen moties voorjaarsdebat
 Motie nr: 2406-36
Stapeleffecten bij kwetsbare doelgroepen

Verzoekt het college om:

  • Bij het samenstellen en presenteren van een pakket bezuinigingsmaatregelen bij de Voorjaarsnota voor 2026 aan te geven of en zo ja welke stapelingseffecten zich voordoen bij kwetsbare doelgroepen.

Stand van zaken:
Het college verwacht deze motie af te doen in het tweede kwartaal van 2025 bij de Perspectiefnota 2026.

Motie nr: 2406-41
Studentenflexpool

Verzoekt het college:

  • Informatie in te winnen bij de gemeente Heemstede (en Bloemendaal) over de (on)mogelijkheden van dit systeem
  • Te onderzoeken of een studentenflexpool ook bij de gemeente Zoetermeer kan worden ingezet, om hiermee het effect van het tekort aan ambtenaren te dempen
  • Met een memo daarover de raad te informeren.

Stand van zaken:
Het college verwacht deze motie af te doen in het vierde kwartaal 2024. 

Motie nr: 2406-42
Inzicht subsidiebeleid

Verzoekt het college:
Een inventarisatie van alle subsidies op te stellen, en deze inventarisatie voor 31 december 2024 aan de gemeenteraad aan te bieden, waarbij duidelijk wordt:

  1. het doel van de subsidie,
  2. de ontvangers van de subsidies,
  3. de doelgroep van de subsidies,
  4. de financiële bron van de subsidie,
  5. de resultaten van de subsidie.

Stand van zaken:
De inventarisatie start in het vierde kwartaal van 2024.

Motie nr: 2406-43
Alle sportsubsidies op een pagina

Draagt het college op:
Een webpagina te maken waar alle landelijke, provinciale en gemeentelijke subsidies en regelingen voor sportclubs overzichtelijk worden weergegeven.

Stand van zaken:
Het college verwacht deze motie af te doen in het eerste kwartaal van 2025.

Motie nr: 2406-50
Gelijke subsidies lokale partijen 

Verzoekt de burgemeester om:

  • in de rol als voorzitter van de raad zich hard te maken en ervoor te pleiten dat er vaart moet
    worden gemaakt met de uitvoering van de wet op de politieke partijen;
  • bij het komende VNG Congres zijn zorgen uit te spreken dat de subsidie behorende bij de
    (wpp) pas per 1 januari 2026 beschikbaar komt;
  • de raad op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op dit vlak;
    roept de raad op:
  • zich positief uit te spreken over de wet politieke partijen (wpp) die van een gelijk speelveld spreekt voor landelijke en lokale politieke partijen door deze motie te steunen;
  • om een signaal af te geven aan de landelijke politiek en de griffie te verzoeken deze motie te versturen aan de landelijke politieke partijen,

Stand van zaken:
Het college verwacht deze motie af te doen in het derde kwartaal van 2024.