Programma 6. Dienstverlening en participatie

Financiën

Terug naar navigatie - Financiën
  Bedragen x €1.000 
TB1 MJB 2023 - 2026  
  2022 2023 2024 2025 2026 2027
1a  Financiële ontwikkelingen bestaand beleid (leereffecten jaarrekening en TB1)
Structurele meerkosten verkiezingen vanaf 2023   -150 -150 -150 -150 -150
Inkomsten bouwleges -2.500 1.500        
Wabo en toezicht 200          
Saldo -2.300 1.350 -150 -150 -150 -150
1b  Financiële afwijkingen als gevolg van COVID-19

Gemeenteraadsverkiezingen 2022
- compensatie rijk extra kosten verkiezingen

-320
213

         
Saldo -107          
2  Onvermijdelijke ontwikkelingen            
Inschrijving briefadres -PM -PM -PM -PM -PM -PM
Uitvoeringskosten Omgevingswet
- kosten software Omgevingswet
- leges Omgevingswet
  95

-190
190
-216
-380

281
-216
-559
281
-261
-559
281
-261
-559
Saldo   -95 -406 -494 -494 -494
3 Afwijkingen maatregelen ombuigen en vernieuwen: niet van toepassing            
Saldo            
TOTALE WIJZIGING SALDO PROGRAMMA -2.407 1.255 -556 -644 -644 -644

Toelichting financiën

Terug naar navigatie - Toelichting financiën

Financiële ontwikkelingen bestaand beleid (leereffecten jaarrekening en TB1)
Verkiezingen
De complexiteit van het organiseren van de verkiezingen is de afgelopen jaren toegenomen. Dat gaat onder meer om toegenomen aandacht voor het werven en trainen van stembureauleden, realiseren van geschikte en toegankelijke stembureaus, veiligheidsvraagstukken en aandacht voor communicatie en social media. Zoals verwoord in de perspectiefnota 2022 zijn de extra taken de afgelopen jaren ingevuld met boventallige medewerkers of medewerkers in een re-integratietraject. Ook is extra inhuur ingeschakeld voor het verrichten van de noodzakelijke taken. Dat is echter geen duurzame oplossing en gaat ten koste van kennisopbouw van eigen personeel. Met de uitbreiding van de formatie is een bedrag van € 65.000 gemoeid. Daarnaast zijn er extra kosten voor beveiliging en pop up stembureaus die noodzakelijk zijn voor een goede spreiding van stemlocaties over de stad. Dit wordt geraamd op € 85.000.
De extra werkzaamheden als gevolg van COVID-19 maatregelen en early voting in de jaren 2021 en 2022 zijn buiten beschouwing gelaten. 

Inkomsten bouwleges
Voor het afhandelen van WABO-vergunningen worden leges geïnd. Op basis van de huidige en verwachte aanvragen wordt een nadeel verwacht van € 2,5 mln. in 2022. Dit wordt veroorzaakt door verschuivingen in de tijd van het verlenen van vergunningen. Een deel van de vergunningen is eerder verleend dan verwacht, waardoor in 2021 al een voordeel is gemeld van € 1,0 mln. De verwachting is dat € 1,5 mln. alsnog in 2023 aan leges binnenkomt. De belangrijkste oorzaak is dat de legesinkomsten voor de projecten Entree niet eerder dan in 2023 worden verwacht. 

Wabo en toezicht
Voor het afhandelen van WABO-vergunningen worden vergunningverleners, toezichthouders en juristen ingezet. De verwachte werkelijke kosten voor deze personele inzet worden lager ingeschat dan eerder verwacht. Voorlopig wordt uitgegaan van een voordeel van € 200.000. Dit is een eenmalig voordeel vanwege een herfasering van vergunningverlening.

Financiële afwijkingen als gevolg van COVID-19 (TB1)
Organisatiekosten gemeenteraadsverkiezingen
Door COVID-19 is er ook besloten tot early voting op 14 en 15 maart 2022. Hiervoor worden stembureaus ingericht en bemenst. Daarnaast moest rekening worden gehouden met mogelijke hygiënemiddelen en 1,5 meter regelgeving. De extra kosten voor dit jaar worden geschat op een bedrag van € 320.000. Het rijk heeft hiervoor een compensatie van € 213.000 toegekend. De structurele gevolgen van de verkiezingen zijn een onderdeel van de financiële ontwikkelingen bestaand beleid op dit programma.

Onvermijdelijke ontwikkelingen
Inschrijving briefadres
Vanaf 1 januari 2022 is de gemeente wettelijk verplicht om iemand in te schrijven op een briefadres. Geen briefadres betekent ook geen uitkering, geen zorgverzekering, geen (schuld)hulpverlening en geen arbeidscontract. De wijziging moet voorkomen dat mensen tussen wal en schip vallen. Als iemand geen briefadresgever beschikbaar heeft, moet de gemeente zelf als briefadresgever optreden. Dat kan bijvoorbeeld het adres van het gemeentehuis zijn. De wetswijziging heeft tot gevolg dat het aantal (complexe) aanvragen briefadressen structureel toeneemt. Op basis van de ontwikkeling van het aantal aanvragen en inrichting van het werkproces wordt de eventuele impact op de formatie beoordeeld. 

Uitvoeringskosten Omgevingswet
In het aangeboden raadsvoorstel Plan van aanpak Omgevingsplan Zoetermeer is ingegaan op de inhoudelijke en budgettaire gevolgen van de Omgevingswet. In budgettaire zin is in dat voorstel een tegenvaller van € 494.000 opgenomen. Deze bestaat uit een tegenvaller voor softwarekosten van € 216.000 vanaf 2024 en een nadeel van € 278.000 door een combinatie van lagere legesopbrengsten en (per saldo) lagere personeelskosten (de inkomsten dalen harder dan de kosten). 
Tegenover deze meerkosten staan ook mogelijkheden tot dekking. Uit het gaan heffen van leges op milieubelastende activiteiten en mogelijk verhoging van de kostendekkendheid van legestarieven. Deze mogelijkheden zijn nog in onderzoek. Ook wordt in regionaal verband afstemming gezocht. Daarnaast is het mogelijk dat de extra vergoeding die van het rijk wordt verkregen voor het uitstel van invoering/transitie naar de Omgevingswet hoger is, dan de extra kosten die de gemeente moet maken of alsnog dekking biedt voor budgetten die al in de begroting staan (dan wel stonden). Op korte termijn wordt een financieel voordeel verwacht. In het raadsmemo over de meicirculaire 2022 wordt hierover meer informatie verstrekt. 
Met de inschatting van dit moment wordt vanaf 2024 een structureel nadeel verwacht van € 494.000. De nadere uitwerking van de hiervoor genoemde onderdelen en de verdeling over de verschillende betrokken programma’s 5, 6 en 7 wordt via een apart raadsvoorstel voorgelegd.

Milieuleges
Na invoering van de Omgevingswet is het voor gemeenten en provincies weer mogelijk om voor milieubelastende activiteiten leges te heffen. Het is aan de gemeenten om te besluiten of er leges voor de milieubelastende activiteiten geheven worden. In raadsmemo Afdoening toezegging 517: Milieuleges van 13 januari 2022 is het proces weergegeven over het al of niet heffen van leges. In het memo is aangegeven dat er een werkgroep, waarin ook diverse gemeenteraden vertegenwoordigd zijn, is gevormd die een verdiepingsslag maken waarmee de diverse raden een principebesluit kunnen nemen voor het wel of niet heffen van milieuregels. Knelpunt is dat het rijk er met de tegemoetkoming aan de gemeenten wel rekening mee houdt dat de leges in rekening worden gebracht. In deze perspectiefnota is nog geen bedrag opgenomen voor inkomsten leges. Dit is afhankelijk van de uitkomst van de afweging wel of geen milieuleges heffen en kan later in 2022 alsnog worden opgenomen.