De gevolgen voor loon- en prijsstijging ten opzichte van de begroting 2022 worden als volgt in de programma’s van de begroting 2023 verwerkt.
Prijsstijging 2023
Op basis van de gegevens van het Centraal Plan Bureau (CPB) van maart 2022 wordt voor de lastenkant van de begroting uitgegaan van een prijsmutatie 2023 van 4,8% ten opzichte van de begroting 2022. Dit percentage bestaat uit de inschatting voor 2023 van 2,3% en een correctie van 2,5% over voorgaande jaren. De correctie van voorgaande jaren wordt met name veroorzaakt door de sterk gestegen energieprijzen eind 2021 en begin 2022.
Voor de batenkant van de begroting 2023 wordt rekening gehouden met een algemene mutatie van de tarieven van 4,2%. Ook hierin is de stijging van 2022 2,3%.
De correctie op de lasten is gebaseerd op een vergelijking met de bij de besluitvorming in het voorjaar 2021 gehanteerde percentages. De vergelijking met de baten is gebaseerd op de peildatum van de gegevens in het najaar van 2021. Het nu ingeschatte algemeen stijgingspercentage van 4,2% wordt ten behoeve van het tarievenvoorstel van december 2022 in het najaar definitief vastgesteld op basis van de gegevens van de Miljoenennota/Macro economische verkenningen.
Loonstijging 2023
Voor de stijging van de loonkosten wordt een stijgingspercentage van 3,1% aangehouden ten opzichte van de begroting 2022. Bij de bepaling van het stijgingspercentage is rekening gehouden met de afgesloten CAO die loopt tot 1 januari 2023 en de sociale lasten, zoals deze bekend zijn op 1 januari 2022. Voor de loonkostenontwikkeling in 2023 is in het stijgingspercentage rekening gehouden met een stijging van de loonkosten met 2,0%.
Op de verschillende programma’s stijgen de loonkosten in 2023 met 3,1%.
Loon- en prijsstijging vanaf 2024
Vanaf 2024 wordt op concernniveau voor de ontwikkeling van lonen rekening gehouden met een stijging van 2,0%. Voor de stijging van de overige lasten in de begroting volgen we de raming van het CPB voor het indexcijfer materiele overheidsconsumptie (IMOC) van 2,4% per jaar voor de jaren 2024 en 2025 en 1,9% voor 2026. De hieruit voortvloeiende kostenstijging wordt gedekt uit de stijging van de Algemene Uitkering als gevolg van ontwikkeling van de accressen van het Gemeentefonds.