Bijlage 3. Resultaatbestemming jaarrekening 2022

In de jaarrekening 2022 is een resultaat van € 30,3 mln. vastgesteld. Dat positieve resultaat is, in afwachting van het voorstel ’resultaatbestemming’ ten gunste gebracht van de Vrij inzetbare reserve. Het definitief bestemmen van het resultaat gebeurt jaarlijks bij de perspectiefnota. Hierdoor kan de gemeenteraad dit betrekken bij de integrale afweging van de verschillende beleidsvoornemens. 

Het rekeningresultaat wordt voor € 10,4 mln. positief beïnvloed door taken die in 2022 niet volledig zijn afgerond en waarvan het vervolg in de jaren 2023 en verder is voorzien. De daarvoor benodigde voorstellen tot budgetoverheveling en resultaatbestemming worden in deze bijlage toegelicht. 
Het totale bedrag van € 10,4 mln. betreft:
-    1 post van € 167.000 die voldoet aan de criteria voor budgetoverhevelingen en wordt toegelicht in onder Budgetoverhevelingen;
-    15 posten met een totaalbedrag van bijna € 10,3 mln. die niet volledig voldoen aan de criteria en waarvoor een resultaatbestemmingsvoorstel wordt gedaan. De toelichting is in het onderdeel Resultaatbestemmingsvoorstellen opgenomen.

Vervolgens worden de onderdelen Herfaseringen en Restantkredieten toegelicht. 

Budgetoverhevelingen

Terug naar navigatie - Budgetoverhevelingen

In het begrotingsbeleid bestaat de optie om budgetten die in een begrotingsjaar zijn toegekend, maar niet zijn uitgegeven over te hevelen naar een volgend boekjaar. Volgens ons begrotingsbeleid moeten voorstellen tot deze budgetoverhevelingen van 2022 naar 2023 voldoen aan de volgende criteria:
•    de activiteiten waar het budget in 2022 voor beschikbaar was zijn niet (geheel) uitgevoerd en de activiteiten zijn ook in 2023 nog noodzakelijk;
•    voor deze activiteiten is geen structureel budget in de begroting beschikbaar;
•    bij het vaststellen van de jaarrekening is op het betreffende programma sprake van een positief rekeningresultaat;
•    het budget is niet eerder overgeheveld.
Er is één post die voldoet aan dit criterium. Het gaat om het beschikbare budget van 2022 voor het personeelsfeest van €167.000. Bij het opstellen van de begroting is rekening gehouden met de organisatie van een personeelsfeest voor 2022. Door de nog geldende COVID19 maatregelen begin 2022 zijn de voorbereidingen hiervoor uitgesteld en is het niet meer gelukt om de organisatie rond te krijgen. Dit is gemeld in TB2 2022. Voorgesteld wordt om dit bedrag in 2023 beschikbaar te stellen en te dekken uit de Vrij inzetbare reserve.

Resultaatbestemmingsvoorstellen

Terug naar navigatie - Resultaatbestemmingsvoorstellen

Voor activiteiten die niet volledig voldoen aan de criteria van budgetoverheveling maar waarbij het wel gaat om eenmalig budget voor activiteiten die in 2023 of later nog uitgevoerd worden wordt een resultaatbestemmingsvoorstel gedaan. 

1.    Arbeidsmarktregio ZHC gelden
In opdracht van het Rijk werkt de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal (ZHC) aan extra taken in het kader van het toeleiden van (kwetsbare) jongeren naar werk en het tegengaan van de krapte op de arbeidsmarkt. De gelden zijn aan de gemeente Zoetermeer als centrumgemeente toegekend, maar dienen conform de bestedingsplannen van de Arbeidsmarkt Zuid Holland Centraal te worden besteed om de arbeidsmarktregio een impuls te geven. Actieplan ‘Dichterbij dan je denkt’ is daar onderdeel van. Doel van het actieplan is om op korte termijn de krappe arbeidsmarkt te benutten om extra mensen die nu langs de kant staan naar (parttime) werk of een leerwerktraject te begeleiden. Inzet is om mismatches tussen vraag en aanbod te verminderen, onder andere door verandering van zoekgedrag te stimuleren bij werkgevers en werkzoekenden.

2.    ZHC
De gemeente Zoetermeer ontvangt als centrumgemeente een decentralisatie-uitkering voor het versterken van de arbeidsmarktregio’s met als doel om de regiefunctie van de centrumgemeente voor de samenwerking en de gezamenlijke publieke werkgeversdienstverlening in de arbeidsmarktregio’s duurzaam te ondersteunen en te versterken. De centrumgemeente van een arbeidsmarktregio treedt op als regievoerder en is de ontvanger van de decentralisatie-uitkering. 

Om ervoor te zorgen dat meer mensen kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt werken overheidsinstellingen, werkgeversorganisaties en onderwijsinstellingen samen om de matching in de arbeidsmarktregio te verbeteren. Door krapte aan personeel op de arbeidsmarkt is er minder personele inzet geweest dan vooraf gedacht. Het gaat hier zowel om gebrek aan geschikte projectleiders om projecten op te starten en te implementeren, maar ook een gebrek aan personeel bij de samenwerkingspartners om projecten uit te voeren. In de jaarstukken is voordeel van € 3,197 mln. gemeld vanwege lagere uitvoerings- en trajectkosten. Dit bedrag is beschikbaar voor de regio. Toekenning aan gemeenten in de regio gebeurt aan de hand van goed te keuren ingediende plannen.

3.    Toeslagenaffaire
Het rijk heeft de gemeente gevraagd te ondersteunen bij de maatregelen in het kader van de kinderopvangtoeslag. Dit beroep betreft enerzijds zaken in de uitvoering en anderzijds het kwijtschelden van gemeentelijke vorderingen op de betreffende groep ouders. De vergoeding vanuit het rijk wordt per jaar opgemaakt en is bedoeld om over meerdere jaren te voorzien in de uitgaven. Vanuit de vergoeding voor 2022 is dit een bedrag van € 380.340.

4.    Lokaal onderwijsbeleid
Het budget ‘Innolabs in de wijken’ is bedoeld voor onderwijs en onderzoek rondom maatschappelijke vraagstukken in verschillende labs. In 2022 is van het budget voor Innolabs in de wijken € 135.000 niet besteed. Door gebrek aan personele capaciteit zijn minder projecten gestart en dus is ook minder projectbudget uitgegeven dan begroot. 

Ondertussen krijgt de Dutch Innovation Factory (DIF) steeds meer vorm als kennishub. Vanuit deze ontwikkeling hebben recent het college en de bestuurders van mboRijnland en De Haagse Hogeschool een ‘uitvoeringsagenda DIF’ getekend. Hierin is vastgelegd dat er meer onderwijs- en onderzoeksactiviteiten gerealiseerd en gecentreerd worden op de DIF waaronder de Innolabs. De gemeente Zoetermeer is een van de co-financiers. Voorstel is om vanuit deze co-financiering de huur van de onderwijsruimtes per 2023 te dekken.

De huur betreft jaarlijks € 30.000. Daarnaast is er een jaarlijks werkbudget begroot van € 15.000 om de ruimtes te voorzien van apparatuur en het organiseren van project-/thema activiteiten. De formatie aan de zijde van de gemeente is inmiddels op sterkte waarmee uitvoeringscapaciteit beschikbaar is. De niet bestede middelen van Innolabs in de wijken worden als volgt besteed:

5.    Herstel binnenklimaatinstallaties 3 schoolgebouwen
Voor het herstel van de binnenklimaatinstallaties is in 2022 een eenmalig budget beschikbaar gesteld. In 2022 is het project opgestart. De werkzaamheden en financiële afwikkeling vinden plaats in 2023. Hiertoe dient per saldo € 820.000 overgeheveld te worden naar 2023, uitgesplitst naar € 1.240.000 aan werkbudget bij de lasten en € 421.000 aan bijbehorende subsidies bij de baten.

6.    Beschermd wonen en maatschappelijke opvang
De doordecentralisatie van beschermd wonen staat al enkele jaren op de planning en is al verschillende keren uitgesteld voor het rijk. Inmiddels heeft het rijk besloten de doordecentralisatie nogmaals met een jaar uit te stellen van 2023 naar 2024. Dat betekent dat de voorziene implementatie in 2023 plaats zal vinden, zodat de nieuwe taken per 2024 uitgevoerd kunnen worden. Via de Perspectiefnota 2020 is een implementatiebudget van €126.000 beschikbaar gesteld voor de implementatie van de lokale taken van beschermd wonen. Inmiddels is daar nog een budget van € 51.000 van over.

7.    Wijkbudget
Het wijkimpuls budget is in de collegeperiode 2018-2022 ter beschikking gesteld voor wijkgerichte opgaven/ projecten. Wegens de maatregelen rondom corona hebben in die periode veel projecten vertraging opgelopen. Pas na het vervallen van beperkende maatregelen in maart 2022 kon in de wijken weer volledig uitvoering worden gegeven aan projecten. Het grootste deel van de beschikbare wijkimpulsgelden is in 2022 benut maar er lopen nog een aantal projecten door in 2023, te weten:

8.    Verbouwing Bibliotheek
In de Perspectiefnota 2023 zijn de budgetoverhevelingen van de jaarrekening 2021 vastgesteld. Bij deze budgetoverheveling is € 200.000 voor de wijkvestiging bibliotheek Rokkeveen overgeheveld naar 2022. Hiervoor is de volgende tekst gebruikt:
In de wijk Rokkeveen wordt in 2021 de wijkvestiging van de bibliotheek opengehouden en omgebouwd om daarmee de mogelijkheid open te houden deze vestiging in de toekomst om te vormen tot Huis van de Wijk. Dit mede op verzoek van de raad (motie 2006-32A). Om dit te realiseren is een eenmalige investering nodig van € 200.000. Hiervoor is in de perspectiefnota € 120.000 beschikbaar gesteld en het resterende deel wordt gedekt uit het niet realiseren van dBos in Rokkeveen, zijnde € 80.000. In TB2 2021 is al gemeld dat de voorgenomen verbouwing in 2022 plaatsvindt, omdat er eerst afspraken gemaakt moeten worden met beoogde partners over het programma van eisen en de organisatorische voorwaarden.
De verbouwing van het filiaal heeft echter nog niet plaatsgevonden. Aangezien het budget eerder is overgeheveld en daardoor niet aan de voorwaarden van budgetoverhevelingen voldoet volgt nu een resultaatbestemmingsvoorstel.

9.    Impulsbudget dienstverlening    
Voor de verbetering van de dienstverlening - in de vorm van digitaal contact met inwoners en organisaties - is een eenmalig budget van € 250.000 beschikbaar gesteld (raadsbesluit 0637763526 Impulsbudget dienstverlening in kader corona).
De werkzaamheden zijn gestart in 2022 en de afronding wordt verwacht in 2023. Daarom is een bedrag van € 208.000 niet ingezet en wordt voorgesteld dit bedrag in 2023 opnieuw beschikbaar te stellen.

10.    Omgevingswet
Voor de implementatie van de Omgevingswet is een budget beschikbaar gesteld van € 4,1 mln. De dekking hiervan is € 1,3 mln. vanuit de reguliere exploitatie en voor € 2,8 mln. is een aanvullend beschikbaar budget beschikbaar gesteld vanuit de algemene middelen. 
De initiële invoeringsdatum van de Omgevingswet was 1 juli 2019, deze is meerdere keren uitgesteld. De verwachte datum van invoering is nu 1 januari 2024. De meeste werkzaamheden zijn gewoon doorgegaan. Enkele activiteiten konden nog niet uitgevoerd worden en zijn doorgeschoven. In de periode 2016-2021 is de jaarlijks onderbesteding van het aanvullend budget overgeheveld (budgetoverheveling of resultaatbestemming) naar de toekomstige begrotingsjaren. Ook in 2022 is een onderbesteding van het aanvullend budget opgetreden. Dit budget is nog steeds nodig. Door de vertraging van de invoering van de Omgevingswet schuiven werkzaamheden van 2023 door naar 2024.
Gevraagd wordt om het bedrag van € 212.000 via de resultaatbestemming beschikbaar te stellen voor de overlopende implementatie activiteiten van de Omgevingswet in het jaar 2024.

11.    Bleiswijkseweg, herinrichting woonwagenlocaties
De herinrichting van de buitenruimte van woonwagenlocaties is vertraagd. Dit is veroorzaakt omdat asbest op en in de grond is aangetroffen. De uitvoering van de werkzaamheden is daarom stilgelegd. De omvang van het asbest moet eerst worden geïnventariseerd en gesaneerd voordat de aannemer weer verder kan gaan met de herinrichting. Het benodigde budget bedraagt € 380.000

12.    Warmte-koude opslag Palenstein
Voor de aanleg van een warmte-koude opslag in Palenstein is subsidie gekregen van het rijk. De subsidie is gestort in de brede bestemmingsreserve en wordt de komende jaren besteed. Omdat de aanbesteding van de aanleg van een warmte-koude-opslagnet in Palenstein nog niet gelukt is, is in 2022 een voordeel van € 3,133 mln. ontstaan. Hier staat een nadeel onttrekking reserve van € 3 mln. tegenover. Het verschil betreft de indexering.

13.    Engelandlaan 270
De bouw van het woningversnellingsproject Engelandlaan 270 is verschoven in de tijd. De planning is dat in 2023 het bestemmingsplan wordt vastgesteld. De sloop- en bouwfase start daarna en duurt naar verwachting van 2023 tot 2025. Het budget voor het gemeentelijk aandeel in de kosten van het bouw- en woonrijp maken bedraagt is € 305.000 en voor 2002 was € 80.000 geraamd. De herziene fasering bedraagt 2023 € 80.000, 2024 € 145.000 en in 2025 € 80.000.

14.    Energietoeslag
Het kabinet had in 2022 als prioriteit om mensen met een laag inkomen te ondersteunen bij het voldoen van de energierekening. Dat deed het rijk door aan gemeenten middelen te verstrekken. Hiervan konden gemeenten mensen die leven van 120% van het sociaal minimum of hieronder een bedrag uitkeren van € 1.300. Het rijk heeft besloten voor 2023 nogmaals € 1.300 aan de doelgroep uit te laten keren door gemeenten. Een deel van het bedrag heeft het rijk al in december 2022 uitgekeerd. Deze middelen worden in 2023. Het gaat om een bedrag van € 3.380.000.

15.    Klimaatakkoord
Voor de uitvoering van het klimaatakkoord heeft de gemeente in 2022 € 700.000 ontvangen van het rijk. De middelen zijn in 2022 niet uitgegeven, omdat de planvorming nog niet gereed is. Er komt in 2023 een apart raadsvoorstel waarin over de besteding van deze middelen besloten wordt. De middelen worden de komende jaren als volgt uitgegeven: € 150.469 in 2023, € 300.000 in 2024 en € 250.000 in 2025.

Herfaseringen

Terug naar navigatie - Herfaseringen

De gemeente kent meerjarige projecten in de exploitatie waarvan de kosten worden gedekt uit reserves, subsidies of bijdragen van derden. Deze projecten zijn voor de exploitatie dus budgettair neutraal. Als de kosten in enig jaar lager zijn dan geraamd door vertraging in de uitvoering is de onttrekking uit de reserve in dat jaar ook lager en blijft het geld in de reserve beschikbaar voor dat project. De activiteiten (en daarmee gemoeide kosten en dekking uit reserves) schuiven door in de tijd. Er is sprake van een faseringsverschil van kosten en dekking ten opzichte van de begroting. Dit noemen we herfaseren. In de periodieke voortgangsrapportages worden de oorzaken nader toegelicht. In onderstaande tabel worden de budgettair neutrale herfaseringen per onderwerp genoemd en is aangegeven wat de dekking is. Gevraagd wordt om in te stemmen met het herfaseren van de volgende projecten naar 2023 en volgende jaren.

Instandhouding kredieten

Terug naar navigatie - Instandhouding kredieten

Kredieten zijn begrote uitgaven voor investeringen. De lasten van deze investeringen bestaan gedurende de levensduur uit afschrijvings- en rentelasten ten laste van de exploitatie. Als een investeringswerk is afgerond wordt dat krediet ‘afgesloten en in exploitatie genomen’. Dat wil zeggen dat de kosten van rente en aflossing ten laste van de exploitatie komen. Zolang een krediet nog niet in exploitatie is genomen (het werk is nog niet afgerond) wordt er op het krediet nog niet afgeschreven en komen er nog geen lasten voor rente en afschrijving ten laste van de exploitatie.
Vanuit oogpunt van beheersing worden kredieten die ouder zijn dan twee jaar en die nog niet in exploitatie zijn genomen beoordeeld op de noodzaak om deze nog open te houden (niet af te sluiten) en als (restant) krediet over te hevelen naar het nieuwe jaar. Over 2022 gaat het om kredieten in onderstaande tabel. De werkzaamheden zijn vertraagd, onder meer vanwege aanbestedingstrajecten, afstemming met derden, capaciteitsgebrek, vertraging bij landelijke ontwikkelingen, e.d. 

Voorgesteld wordt om afgerond € 98,0 mln. aan uitgaven over te brengen naar 2023, € 4,0 mln. naar 2024, € 2,8 mln. naar 2025 en aan inkomsten € 13,5 mln. naar 2023 en € 2,0 mln. naar 2024.