Paragraaf 4 Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding


De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma’s met als doelstelling: “Het beheren van financiële posities en geldstromen op een zodanige wijze dat de daaraan verbonden risico's worden beperkt en de daarmee gepaard gaande kosten en opbrengsten worden geoptimaliseerd". De beheersing van deze geldstromen dient uitsluitend de publieke taak. Het prudente karakter van de treasury-activiteiten staat hierbij voorop. Uit de treasury-activiteiten volgen rentelasten en/of rentebaten.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen in 2024, op de uitkomsten van het risicobeheer en op het renteresultaat.

Belangrijke ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Belangrijke ontwikkelingen


De gemeente heeft per saldo een liquiditeitsoverschot: er is meer geld in kas dan dat er (langlopende) leningen zijn. Om die reden hebben de hierna beschreven ontwikkelingen betrekking op het uitzetten van geld en niet op het aantrekken van leningen.

Marktrentes 2024 kortlopende leningen u/g
De €str (Euro Short term rate,) is opgezet om weer te geven hoeveel een bank moet betalen wanneer deze tot de volgende werkdag (overnight) geld leent van diverse financiële tegenpartijen zonder daarbij zekerheid te stellen (dit wordt soms ‘ongedekt’ genoemd). Tot deze tegenpartijen behoren banken, geldmarkt-, beleggings- en pensioenfondsen, evenals andere financiële partijen, waaronder centrale banken.

Het rentetarief van schatkistbankieren is afgeleid van de €str. In bovenstaande grafiek is het verloop van de €str weergegeven. De rente is vanaf september 2022 gaan stijgen, vanaf september 2023 tot juni 2024 was de rente stabiel op 3.9%. Daarna is de rente weer vier stapjes naar beneden gegaan. Eind 2024 bedroeg de rente 2.9%. Op het moment van schrijven is de rente verder gezakt naar 2,65%, wat te zien is aan het eind van de grafiek.

 In 2024 zijn we gestart met het uitlenen van geld aan andere overheden. We deden dit met een beperkt deel van de overliquiditeit. Het grootste deel stond het hele jaar bij de schatkist. We leenden geld uit om twee voorname redenen.:

  1. Het treasury beleid omvat onder andere het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s
  2. Vanuit een moreel oogpunt zetten we publieke middelen graag in, in de publieke sectot, opdat andere publieke partijen minder hoeven te lenen bij de private sector. Zo blijven revenuen meer binnen het publieke domein.

Met het uitlenen van geld aan andere gemeenten proberen we de renteopbrengst te beschermen tegen rentedaling. 

Marktrentes 2024 langlopende leningen u/g
Rentescenario
In 2024 gold het volgende rentescenario:

Om renteschommelingen geen invloed te laten hebben op de exploitatie, hanteren wij een rentescenario. De systematiek en "spelregels" van dit scenario zijn vastgelegd in de in 2018 vastgestelde rentenota. Deze is in 2024 herzien maar voor 2024 gold nog de rentenota 2018. Bovenstaand het rentescenario dat van toepassing was in het jaar 2024. Hierin staat het laatste jaar voor langlopende leningen op 2%. Dit percentage wordt in de berekening van de financiële consequenties bij investeringsbeslissingen verwerkt.

Het rentescenario wordt jaarlijks opgenomen in de perspectiefnota en vastgesteld bij de programmabegroting. Volgens de "spelregels" van de rentenota was er in 2024 een mogelijkheid om het rentescenario aan te passen bij de PN 2025. Hier is niet toe besloten omdat er enerzijds sprake was van overliquiditeit die naar verwachting enkele jaren zou aanhouden en anderzijds bekend was dat de ECB de rente zou gaan verlagen medio 2024 omdat de inflatie richting de doelstelling van 2% bewoog. Dalende inflatie, dus dalende rente. Aan het eind van 2024 zien we de lange rente echter weer stijgen. De markt verwacht dus weer toenemende inflatie op de midden-lange termijn. Als deze trend doorzet zou dat kunnen betekenen dat bij de PN 2026 het rentescenario wordt aangepast.

Het werkelijke rentetarief voor leningen met een lange looptijd is afgelopen jaar gestegen, van 2.86% naar 3,23% gemeten op eind december. Gemiddeld lag de rente in 2024 wel ca een kwart procent lager dan in 2023 . Als de gemeente een investering doet, dan rekenen we met de rente voortkomend uit ons rentescenario. De lange rente in dit scenario is gebaseerd op de enteontwikkeling van de 10 jaars fixe, een 10 jaars tarief van de BNG dat op haar beurt weer is afgeleid van de zogeheten refi rente van de ECB. Onderstaand de ontwikkeling van de 10 jaars fixe. De 10 jaars fixe lag afgelopen jaar gemiddeld op 3,18%. Eind 2024 zien we rente stijgen.

Ontwikkeling leningenportefeuille 
De portefeuille langlopende leningen opgenomen gelden is in 2024 verder afgenomen vanwege contractuele aflossingen van langlopende leningen. Het onderstaande overzicht toont de actuele stand met het verwachte verloop. In 2024 zijn geen langlopende leningen aangetrokken in verband met de ruime liquiditeit. Het verloop van de portefeuille langlopende lening is als volgt:

Saldo liquiditeit en langlopende leningen 
Ultimo 2024 is, evenals ultimo 2023, sprake van een zogenaamde dubbele positie. Het positieve saldo van de liquide middelen (rekening-courant bij de bank en bij de Schatkist) is hoger dan het resterende saldo van de langlopende lening o/g en is als volgt:

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer


Op het gebied van financiering worden verschillende risico's onderkend. De wet financiering decentrale overheden (fido) is gericht op het beheersen van renterisico's. Deze beheersing krijgt vorm door wettelijke limieten voor de omvang van de netto vlottende schuld (kasgeldlimiet) en limieten op renteherzieningen en herfinanciering van de vaste schuld (renterisiconorm).

Kasgeldlimiet
Het renterisico op korte termijn wordt in beeld gebracht via de kasgeldlimiet. Maximaal 8,5% van het begrotingstotaal (totaal van de begrote lasten) mag kort (= korter dan een jaar) worden gefinancierd met geleend geld. In 2024 was de kasgeldlimiet voor de gemeente Zoetermeer € 41,4 mln.:

Dat wil dus zeggen dat de gemeente maximaal € 41,4 mln. aan leningen met een looptijd korter dan een jaar mag aantrekken. In 2024 zijn geen leningen aangetrokken dus is de kasgeldlimiet niet overschreden. 

Renterisiconorm
De norm voor het beheersen van het budgettaire renterisico op lange termijn is de renterisiconorm.
De jaarlijks verplichte aflossingen en herzieningen mogen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal (het totaal van de begrote lasten) en is voor 2024 als volgt:

Dat wil zeggen dat de gemeente in 2024 maximaal € 97,4 mln. aan leningen mocht aflossen en / of waarvan de rente herzien mag worden. In geheel 2024 is € 22,1 mln. afgelost aan langlopende leningen.

Renteresultaat

Terug naar navigatie - Renteresultaat


Saldo van de financieringsfunctie

Het saldo van de financieringsfunctie wordt gedefinieerd als het saldo van (a) de betaalde rentelast over de leningen en over de aangetrokken middelen in de rekening courant en (b) de ontvangen rentebate over de uitzettingen. Onderstaande tabel geeft dit saldo voor 2024 weer:

Renteresultaat, rente-egalisatiereserve en rente-omslagpercentage
De netto rentebate in 2024 bedraagt € 5.355.391. In de begroting was rekening gehouden met € 4.650.372. Uit het saldo tussen beide bedragen is € 705.019 toegevoegd aan de rente-egalisatiereserve in overeenstemming met het beleid (Rentenota 2018).

De rente-egalisatiereserve bedraagt eind 2024 € 4,9 mln., de maximale hoogte bedraagt € 5,5 mln. Deze hoogte is berekend op grond van de rekenregel 1,5% van de verwachte financieringsbehoefte van de aankomende vier jaar.
Het rente-omslagpercentage wordt volgens onderstaande methode berekend:

Het doel van het rente-omslagpercentage is om te bepalen of (en hoeveel) rente toegerekend moet worden aan de programma’s. In de begroting 2024 is geen rente toegerekend aan de programma’s omdat het rente-omslagpercentage kleiner is van 0,1%. Bij de jaarrekening 2024 is het rente-omslagpercentage herberekend op de werkelijke cijfers. In overeenstemming met het beleid (Rentenota 2018) is er bij de jaarrekening opnieuw geen rente toegerekend aan programma’s.