In deze paragraaf staan de ontwikkelingen van de belastingen, retributies en bestemmingsheffingen van het afgelopen jaar. De belangrijkste afwijkingen die zich voordoen in de jaarrekening worden toegelicht. Daarnaast worden de ontwikkelingen van de gemeentelijke woonlasten weergegeven volgens de cijfers van het COELO. Tot slot wordt er een beeld neergezet van het aantal kwijtscheldingsverzoeken in 2024.
Paragraaf 1 Lokale heffingen
Gemeentelijke tarieven en heffingen
Terug naar navigatie - Gemeentelijke tarieven en heffingen
Beleidsuitgangspunten
In de Nota lokale heffingen 2016 zijn de beleidslijnen voor lokale heffingen vastgesteld. Lokale heffingen worden onderscheiden in belastingen, retributies en bestemmingsheffingen. Door de gemeente wordt de volgende belastingen geheven: OZB (onroerendezaakbelasting), parkeerbelastingen, toeristenbelasting en precariobelasting.
Voor de retributies en bestemmingsheffingen mag de heffing niet hoger zijn dan de kosten die de gemeente maakt voor de geleverde diensten. Dit zijn o.a. afvalstoffenheffing, rioolheffing, marktgelden, lijkbezorging en leges. Daarnaast wordt de BIZ-bijdrage van de Dorpsstraat geheven, waarvan de opbrengst voor een specifieke doelgroep is.
Algemeen stijgingspercentage
De tarieven van de heffingen en belastingen zijn in 2024 op basis van de begrotingsuitgangspunten met het algemene stijgingspercentage van 2,3% gestegen. Een uitzondering hierop zijn de tarieven die door het rijk worden vastgesteld, zoals de tarieven voor rijbewijzen en reisdocumenten.
OZB (onroerendezaakbelasting)
In 2024 is het tarief voor de OZB (net als in 2023) eenmalig verlaagd. Door de hogere waardestijging dan verwacht van de woningen en niet-woningen was het tarief te hoog vastgesteld. De te veel betaalde OZB in 2023 is teruggegeven in 2024. De inkomsten voor 2024 zijn hierdoor eenmalig € 2,3 mln. lager.
De tarieven van de onroerendezaakbelastingen (OZB) 2024 zijn naast een verhoging voor de inflatiecorrectie, aangepast voor de gestegen WOZ-waarde van de woningen (8,45%) en niet-woningen (13%) ten opzichte van 2023.
Afvalstoffenheffing
De tarieven voor de afvalstoffenheffing zijn in 2024 verhoogd met het algemene stijgingspercentage en met € 2,90 per huishouden. Deze verhoging komt voor € 0,55 door de structureel hogere kapitaallasten voor de aanschaf van de hybride inzamelvoertuigen. En voor € 2,35 door het verhogen van de vermogensnorm, waardoor meer huishoudens in aanmerking komen voor kwijtschelding. Deze verhoging van de vermogensnorm is alleen voor 2024.
Rioolheffing
De rioolheffing voor kleinverbruikers (tot 500 m3 waterverbruik) bestond in 2024 uit een vast bedrag van € 80,30 per aansluiting en een percentage van 0,0147% van de WOZ-waarde. De aanslag per perceel was maximaal € 312,30.
Overzicht heffingen en belastingopbrengsten met toelichting
De belangrijkste afwijkingen tussen begroting, begroting na wijziging en rekening 2024 worden hieronder toegelicht. De uitgebreide toelichting vindt u bij de betreffende programma's. De begroting na wijziging bestaat uit de kolom begroting en de wijzigingen uit TB1 en TB2.
- De hogere parkeerbelasting komt door een toename van het aantal uitgegeven vergunningen, ontheffingen en naheffingen en er zijn meer inkomsten vanuit betaald parkeren.
- Voor de lijkbezorgingsrechten zijn er meer inkomsten ontvangen, dit komt door de toename van het aantal begravingen en omdat er meer graven verkocht zijn.
- De lagere inkomsten van de omgevingsvergunning worden veroorzaakt doordat er minder grote aanvragen zijn ingediend.
- Leges woonvergunningen: kosten worden verhaald op de ontwikkelaars via anterieure overeenkomsten en niet via afzonderlijke leges.
- Voor de toeristenbelasting is in de begroting een meeropbrengst opgenomen vanwege de komst van het Van der Valk hotel. Het hotel is nog niet gereed.
Kostendekkendheid
De opbrengst van de leges en heffingen mag op begrotingsbasis maximaal 100% kostendekkend zijn. Dat wil zeggen dat in totaliteit de baten van de leges niet hoger mogen zijn dan de lasten. In de Nota lokale heffingen 2016 is een nadere toelichting opgenomen hoe de kostentoerekening wordt opgesteld. De werkwijze in Zoetermeer is dat alle kosten die mogen worden toegerekend, in principe worden toegerekend. Bij de bepaling van de kosten van de leges en heffingen worden ook de kosten van overhead toegerekend. Dit gebeurt op basis van een uurtarief per direct uur.
Voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing brengen we hieronder in beeld wat de werkelijke kosten, opbrengsten en kostendekkendheid zijn geweest voor 2024.
Voor de afvalstoffenheffing is de kostendekkendheid in werkelijkheid iets hoger dan in de begroting. De werkelijke lasten zijn lager dan begroot, dit komt onder andere door door schommelingen in de hoeveelheden en prijzen van de afvalstromen (zie programma 3 in deze jaarrekening en in TB2). De werkelijke baten zijn hoger dan begroot, dit komt omdat er meer aanslagen zijn opgelegd dan begroot.
De kostendekkendheid van de rioolheffing komt boven de 100% uit. De lasten zijn in werkelijkheid iets hoger dan begroot. De baten zijn ook hoger dan begroot, dit komt doordat er meer/hogere aanslagen zijn opgelegd dan begroot.
Lokale lastendruk
Terug naar navigatie - Lokale lastendruk
COELO-vergelijking
Jaarlijks verricht het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) onderzoek naar de gemeentelijke woonlasten. De publicatie daarvan vindt plaats in de Atlas van de Lokale Lasten. Onder de gemeentelijke woonlasten verstaat het COELO de OZB voor de eigenaar van een woning met een voor de betreffende gemeente geldende gemiddelde waarde, plus rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een meerpersoonshuishouden eventueel verminderd met een heffingskorting.
Door het COELO wordt jaarlijks een vergelijkend overzicht opgesteld van alle Nederlandse gemeenten. In dit overzicht, dat begint met de gemeente met de laagste heffingen (nr. 1) en eindigt met de gemeente met de hoogste heffingen, neemt Zoetermeer in 2024 positie 223 in. Dit was in 2023 positie 287. In onderstaande grafiek is de ontwikkeling opgenomen van de afgelopen vijf jaar. De daling op de ranglijst heeft deels te maken met de eenmalige teruggaaf van de te veel betaalde OZB in 2023 die in 2024 teruggegeven is. Daarnaast zie je het inhaaleffect bij andere gemeenten voor de inflatie, zij hebben de tarieven in 2023 beperkter laten stijgen en dit in 2024 ingehaald.
Ontwikkeling woonlasten 2019 - 2024
In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van de woonlasten in Zoetermeer zichtbaar gemaakt voor de afgelopen jaren aan de hand van een woning van € 0,232 mln. in 2019, rekening houdend met de gemiddelde waardeontwikkeling van de woningen van de jaren 2019 tot en met 2024.
Kwijtschelding gemeentelijke heffingen en belastingen
Terug naar navigatie - Kwijtschelding gemeentelijke heffingen en belastingen
Kwijtschelding is het sociale vangnet voor de lokale lastendruk. Zoetermeer houdt rekening met de draagkracht van de inwoners. In die visie past een zo ruim mogelijk kwijtscheldingsbeleid voor mensen die hun aanslagbiljet gemeentelijke belastingen door hun financiële situatie niet kunnen betalen. Zoetermeer hanteert daarom de maximale landelijke normen die gelden. Kwijtschelding wordt toegepast op rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerende-zaak belasting. Naast inwoners kunnen ook ondernemers, die minder verdienen dan het minimumloon en niet te veel vermogen hebben, kwijtschelding aanvragen. Kwijtschelding wordt dan toegepast op de woonlasten.
In 2024 hebben 4.981 mensen kwijtschelding aangevraagd voor gemeentelijke heffingen en belastingen. Na de toets van de in behandeling genomen aanvragen is 78% gehonoreerd (3.894 aanvragen). Het totaalbedrag aan kwijtschelding bedraagt € 1,6 mln., waarvan het grootste deel betrekking heeft op de afvalstoffenheffing (€ 1,2 mln.) en een belangrijk deel op de rioolheffing (€ 0,4 mln.). Aan OZB zijn maar hele kleine bedragen kwijtgescholden.