Aan algemene uitkering is in 2024 € 295,6 mln. ontvangen. Hiervan is € 0,6 mln. afkomstig uit voorgaande jaren.
De belangrijkste ontwikkelingen voor de hoogte van de algemene uitkering zijn de volgende:
Accres
De groei van de totale landelijke omvang van de algemene uitkering uit het gemeentefonds noemen we het accres. Dit accres is bedoeld voor het kunnen betalen van loon- en prijscompensatie en overige groei van de gemeentelijke kosten doordat Nederland groeit.
De systematiek voor het bepalen van het accres is in 2024 gewijzigd. In plaats van de methodiek waarbij de groei van het gemeentefonds samenhangt met de groei van de rijksuitgaven (trap-op-trap-af) is de groei van het fonds nu gekoppeld aan de groei van het bruto binnenlands product (BBP, de groei van de Nederlandse economie). Het accres zou hierdoor eigenlijk naar beneden moeten worden bijgesteld (groei BBP was lager), maar hiervoor zijn gemeenten in 2024 gecompenseerd door het rijk. Per saldo heeft de systeemwijziging geen effect op 2024.
Herverdeeleffecten
De algemene uitkering wordt verdeeld op basis van 43 maatstaven zoals het aantal inwoners, het aantal huishoudens, oppervlakte, jongeren, ouderen en oppervlakte. Deze maatstaven hebben geen effect op de totale omvang van de algemene uitkering (het macrobudget). Maar wanneer de aantallen veranderen, verandert wel de verdeling tussen de gemeenten. We noemen dit herverdeeleffecten. De financiële gevolgen hiervan leggen we uit in de verschillenverklaring in de jaarrekening.
Extra taken voor gemeenten
Wanneer gemeenten extra taken krijgen, moet het rijk aangeven hoe gemeenten de kosten voor deze extra taken kunnen dekken. Over het algemeen worden door het rijk middelen toegevoegd aan de algemene uitkering om deze taken uit te voeren. In 2024 zijn extra taken toegevoegd en zijn daarvoor extra middelen ontvangen. De uitgaven staan opgenomen op het betreffende programma. De omvangrijkste zijn:
- Aanpak armoede en schulden
- Alleenverdieners problematiek
- Meerkosten opvang Oekraïners
- Spreidingswet