Programma 2. Samen leven en ondersteunen

Toelichting per onderwerp

Terug naar navigatie - Toelichting per onderwerp

1.  Jeugdhulp Zorg in Natura
De kosten voor jeugdhulp Zorg in Natura stijgen fors in 2023. De kosten stijgen in de hele regio H10 en voor Zoetermeer wordt rekening gehouden met een overschrijding van het beschikbare budget van € 9,0 mln. De verwachte kostenstijging wordt grotendeels veroorzaakt door een sterke stijging in de kosten voor ambulante jeugdhulp. Deze kostenstijging is veel hoger dan op basis van indexatie van de tarieven te verwachten was. De stijging van de kosten wordt niet zozeer verklaard door een stijging van het aantal jeugdigen, maar wel door een stijging van de gemiddelde kostprijs. Het beeld is dan ook dat de intensiteit van de zorg toeneemt: meer uren zorg en of inzet van zwaardere vormen van ambulante jeugdhulp. Daarnaast nemen de kosten voor jeugdhulp met verblijf toe. Dit wordt met name verklaard doordat er een afbouw plaatsvindt van de gesloten jeugdhulp en een omschakeling naar kleinere groepen. Ook de stijging van het aantal jeugdigen dat gebruikmaakt van zeer specialistische landelijk ingekochte jeugdhulp zet zich door. Het gaat dan om dure jeugdhulp voor een kleine groep jeugdigen.  
De komende periode wordt prioriteit gegeven aan het opzetten van maatregelen die de kostenstijging beïnvloeden. 

2. Personeelskosten Jeugdbeleid
Bij de Perspectiefnota 2024 is extra budget aangevraagd voor de bemensing van de Projecten Jeugd. De formatiekosten voor de uitvoering van de projecten vallen in 2023 hoger uit dan het beschikbare budget. Oorzaak hiervan is dat meer taken uitgevoerd moesten worden, dan vooraf begroot. Het gaat hierbij onder meer om het uitvoeren van analyses in de Toegang tot jeugdhulp. Dit veroorzaakt samen met de niet volledig voorziene cao-loonstijging een nadeel van € 0,1 mln. Hiertegenover staat een reservering op OAD opgenomen.

3, 4 en 5 Wmo woningaanpassingen, hulpmiddelen en hulp bij het huishouden 
In 2022 is er een inschatting gemaakt van de impact van het inlopen van de achterstallige meldingen wmo op de uitgaven 2023. Uit deze inschatting kwam een forse toename van de aantallen naar voren. Enerzijds door de doorwerking van de achterstanden bij de toewijzingen en anderzijds door de autonome groei. Dit heeft geleid tot een eenmalige ophoging van de wmo budgetten in 2023. 

Inmiddels is de achterstand van vorig jaar bijna volledig ingelopen en zien we dat sommige uitgaven achterblijven bij de verwachting. Dit vraagt om een nadere analyse. Deze analyse kost capaciteit die nog niet beschikbaar is. We verwachten eind november een goede analyse en doorkijk naar het jaarresultaat 2023 te kunnen maken.

Het totale budget voor de woningaanpassingen (8%), hulpmiddelen (20%) en hulp bij het huishouden (72%) is € 19,6 mln., waarvan naar verwachting € 3 mln. niet besteed wordt. Hieronder ontstaat er een voordeel van € 3 mln. 

6. Persoonsgebonden budgetten Wmo
In de afgelopen jaren zien we een daling van het aantal cliënten met een pgb-indicatie. Deze trend lijkt zich door te zetten in 2023. In 2019 was het aantal klanten met een pgb-indicatie nog 374. Eind 2022 waren er nog 210 pgb cliënten. Ook zien we dat de verzilvering achter blijft op de toekenning. Het verwachte voordeel dat hierdoor ontstaat is ongeveer € 0,3 mln. ten opzichte van een budget van € 1,35 mln. Het vraagt nadere analyse om deze trends te analyseren. Deze analyse kost capaciteit die nog niet beschikbaar is. We verwachten eind november een goede analyse en doorkijk naar het jaarresultaat 2023 te kunnen maken.

7. Meerkosten Wmo i.v.m. Corona 2022
Voor 2022 is de Regeling meerkosten Jeugdwet en WMO 2022 getroffen waarbij het Rijk en de VNG afspraken hebben gemaakt over het bieden van financiële zekerheid en ruimte aan zorgorganisaties en professionals gedurende de corona pandemie. Het Rijk heeft de gemeenten gecompenseerd voor de meerkosten die zij aan hun aanbieders betalen ten behoeve van de extra maatregelen vanwege corona. Voor 2022 werden deze kosten geschat op € 0,08 mln. Voor dit bedrag is een transitorische post opgenomen in het boekjaar 2023 waar de kosten landen. Uiteindelijk is gebleken dat de aanbieders meer meerkosten hebben gedeclareerd bij de gemeente. De definitieve bijdrage 2022 is bepaald aan de hand van de ingediende aanvragen en goedgekeurde declaraties van aanbieders en vastgelegd in een ondertekend vaststellingsovereenkomst per aanbieder. Er is in totaal € 0,4 mln. uitbetaald waardoor er een eenmalig nadeel is ontstaan van € 0,3 mln. 

8. Werkbudget wijkwethouders en wijkregisseurs
Op grond van het coalitieakkoord 'Samen doen wat nodig is' is gedurende de collegeperiode € 0,14 mln. per jaar ter beschikking gesteld als werkbudget voor de wijkwethouders en wijkregisseurs om op snelle wijze kleine maar belangrijke zaken op te pakken en op te lossen. De nieuwe aanpak heeft een aanloop nodig; over 2023 resteert naar verwachting een budget van € 0,1 mln.

9. Afrekening 2022 gebiedsgerichte ondersteuning
In de gemeentelijke jaarrekening 2022 werd nog rekening gehouden met aanpassing van het budget 2022 ten behoeve van inZet in verband met een groei van de ondersteuningsbehoefte. Op grond van de jaarverantwoording 2022 van inZet blijkt deze aanpassing niet nodig te zijn. Er valt een bedrag van € 0,16 mln. vrij.

10. Toegankelijkheid - Impulsmiddelen vergroten toegankelijkheid
Om een impuls te geven aan de toegankelijkheid is in het coalitieakkoord 'Samen doen wat nodig is' een budget van € 0,15 mln. per jaar gereserveerd. Er wordt momenteel een uitvoeringsagenda ontwikkeld. Naar verwachting zal het merendeel van de middelen 2023 in 2024 uitgegeven worden. Dit geeft voor 2023 een voordeel van € 0,12 mln. Bij het bestemmen van het jaarrekeningresultaat wordt, als dat mogelijk is, een voorstel tot budgetoverheveling gedaan. 

11. Onafhankelijke cliëntondersteuning
Het budget voor onafhankelijke cliëntondersteuning 2023 bedraagt € 0,2 mln. waarvan naar verwachting € 0,1 mln. niet wordt besteed. De opdracht voor onafhankelijke cliëntondersteuning is in 2021 opnieuw gedefinieerd. Het Adviespunt Zorgbelang is de uitvoerder hiervan. Gebleken is dat het aantal inwoners dat van het Adviespunt gebruik maakt lager is dan vooraf is ingeschat.

12. Noodopvang Asielzoekers
In 2021 heeft het college een verzoek van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) ontvangen om de leegstaande Penitentiaire Inrichting (PI) in Zoetermeer in te zetten voor noodopvang van statushouders en asielzoekers. De gemeente ontvangt hiervoor een vaste vergoeding van € 0,35 mln. De gemeente is verantwoordelijk voor o.a. het garanderen van de openbare orde en de veiligheid, de inrichting van de onderwijsvoorzieningen, de handhaving van de leerplicht, de publieke gezondheidszorg en de jeugdhulpverlening. Of hiervoor kosten ontstaan is situatieafhankelijk en hangt samen met de samenstelling en het totaal van de opgevangen groepen. De verwachting is dat er geen tot beperkt gebruik wordt gemaakt van gemeentelijke voorzieningen en dat er geen kosten voor handhaving nodig zijn. Dit geeft een voordeel van minimaal € 0,2 mln.

13. Noodopvang Oekraïne
In opdracht van het Rijk vangt Zoetermeer ontheemden en vluchtelingen op en hiervoor worden Rijksmiddelen ter beschikking gesteld. Het Rijk vergoedt niet de werkelijke kosten, maar hanteert een vaste vergoeding op basis van normen. De vergoeding op basis van normen is voor de gemeente Zoetermeer hoger dan de werkelijke lasten van de gemeente en daarvoor is een voordelig saldo geraamd van ca. € 3,85 mln. In de begroting is er rekening mee gehouden dat de normvergoeding door het Rijk naar beneden wordt bijgesteld. Hiervoor is in de begroting een reservering opgenomen van € 1,5 mln. Tot medio 2023 is er door het Rijk nog geen besluit genomen over een bijstelling van de normvergoeding. De inschatting is dat de norm niet met terugwerkende kracht wordt verlaagd. Om deze reden kan de reservering voor de aframing van de rijksvergoeding tot en met augustus vervallen. Op basis van een voorlopige schatting levert dit een aanvullend voordeel van € 1 mln. op. Het Rijk volgt op basis van inventarisaties de kosten van gemeenten en zal naar verwachting in het najaar een besluit nemen over de omvang van de vergoeding. In het raadsmemo Financiële afwijkingen na Tweede Tussenbericht 2023 zullen wij u over het vervolg informeren. Daarbij zal ook de problematiek rondom de derdelanders betrokken. Dit zijn ontheemden die gevlucht zijn uit de Oekraïne en zijn opgevangen in ons land maar niet de Oekraïense nationaliteit hebben. 

14. Brede SPUK Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)
De specifieke uitkering Sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026, kortweg Brede SPUK, is een bundeling van 15 nieuwe en bestaande subsidies van het rijk, waarmee gemeenten preventief kunnen werken aan een gezonde generatie in 2040. De Brede SPUK is ingesteld om de afspraken uit het Hoofdlijnen Sportakkoord II, het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Preventieakkoord te kunnen uitvoeren. 

Sport, bewegen en cultuur, Gezondheid en sociale basis en Ondersteunende onderdelen zijn de drie hoofthema’s waarvoor de gemeente Zoetermeer vanaf 2023, op aanvraag, een financiële bijdrage ontvangt.

De hoofdthema's Gezondheid en sociale basis en Ondersteunende onderdelen vallen binnen programma 2. Samen leven en ondersteunen. Hiervoor is in 2023 een bedrag van in totaal € 1,3 mln. beschikbaar. Hiervan zal naar verwachting een bedrag van € 0,16 niet worden besteed. De rijksregeling Brede SPUK staat toe om dit mee te nemen naar 2024.

Voor wat betreft de Brede SPUK, hoofdthema Sport, bewegen en cultuur: zie programma 4. Vrije Tijd.

15. Sociaal innovatiefonds
In 2022 is het programma Sociaal Innovatiefonds gestart. In verband met het feit dat de opstartfase langer duurde dan was voorzien, zijn de budgetten voor de diverse projecten binnen het programma geherfaseerd. 
Doordat de opstartfase langer duurt dan waarmee rekening was gehouden, schuift de uitvoeringsfase verder naar achteren. Hier is in diverse memo’s aan de raad over gecommuniceerd.

Financiële afwijkingen

Terug naar navigatie - Financiële afwijkingen
Nr. Doelstelling Onderwerp

Afwijking TB2 '23

Bedrag in € * 1000

Voordeel/ Nadeel Meerjarig/ Eenmalig
Financiële afwijkingen bestaand beleid
1 2.1 Jeugdhulp Zorg in Natura -9.000 Nadeel Meerjarig
2 2.1 Personeelskosten Jeugdbeleid -107 Nadeel Eenmalig
3 2.2 Wmo woningaanpassingen  300 Voordeel Eenmalig
4 2.2 Wmo hulpmiddelen 1.200 Voordeel Eenmalig 
5 2.2 Wmo hulp bij het huishouden  1.500 Voordeel Eenmalig 
6 2.2 Persoonsgebonden budgetten Wmo 300 Voordeel Eenmalig
7 2.2 Meerkosten Wmo i.v.m. Corona 2022 -325 Nadeel Eenmalig
8 2.2 Werkbudget wijkwethouders 100 Voordeel Eenmalig
9 2.2 Gebiedsgerichte ondersteuning - afrekening 2022  160 Voordeel Eenmalig
10 2.2  Toegankelijkheid - Impuls vergroten toegankelijkheid 'Open stad' 120 Voordeel Eenmalig
11 2.2  Onafhankelijke cliëntondersteuning - bijdrage Adviespunt Zorgbelang 110 Voordeel Eenmalig
12 2.2

Noodopvang Asielzoekers

200

Voordeel

Eenmalig

13 2.2

Noodopvang Oekraïne

1.000

Voordeel

Eenmalig

14 2.3

Uitvoeringsplan Gezond en Actief Leven Akkoord

- idem, Brede SPUK 2023

164

-164

Voordeel 

Nadeel

Eenmalig

Eenmalig

15 div.

Lasten Sociaal Innovatiefonds,

Onttrekking Reserve Sociaal Innovatiefonds

557

-557

Voordeel

Nadeel

Eenmalig

Eenmalig

Saldo programma 2 -4.442 Nadeel  

Afwijking geïnvesteerde activa/voorzieningen

Terug naar navigatie - Afwijking geïnvesteerde activa/voorzieningen
Onderwerp

Bedrag

in € * 1000

Toelichting onderwerp
Voorziening Jeugdhulpplus -750

Landelijk is de wens om jeugdigen zo min mogelijk in een gesloten jeugdzorgsetting (JeugdzorgPlus) te plaatsen. De bedoeling is om een omslag te maken naar kleinschalige vormen van jeugdhulp. JeugdzorgPlus is bovenregionaal georganiseerd in landsdelen. De regio Haaglanden behoort tot het landsdeel Zuidwest. In dit landsdeel zijn er twee JeugdzorgPlus-instellingen.  De afname van de instroom heeft financiële consequenties voor de aanbieders van JeugdzorgPlus. Zo is het huidige vastgoed van deze instellingen ingericht op een gesloten setting. Door de dalende instroom in de oorspronkelijke vorm van JeugdzorgPlus, hebben de aanbieders minder omzet. Dit leidt tot problemen in de financiering van vaste lasten, waaronder vastgoed en personeel. JeugdzorgPlus is aangemerkt als cruciale jeugdzorg: een vorm van jeugdhulp waarvan de continuïteit gewaarborgd moet worden. Dit betekent ook dat de gemeenten financieel moeten bijdragen aan het in stand houden van JeugdzorgPlus. Bij de Jaarrekening 2022 is een financiële voorziening getroffen van € 750.000 ten laste van 2022. De verwachting is dat deze volledig zal worden aangewend.