Programmaoverstijgende onderwerpen

Personeel

Terug naar navigatie - Personeel

De totale verwacht lasten voor inhuur derden voor 2022 worden ingeschat op € 19,7 mln. In 2021 bedroegen de uitgaven aan inhuur derden € 17,1 mln.. Bij de jaarrekening 2022 zal een toelichting en analyse op de inhuur derden worden gegeven.

Overzicht coronakosten

Terug naar navigatie - Overzicht coronakosten

Op de inhoudelijke programma’s zijn voor verschillende onderwerpen afwijkingen op laten en baten gemeld als gevolg van corona. Het betreft de inschattingen ten opzichte van het Eerste Tussenbericht. Omdat de rijksvergoeding over 2021 voor extra lasten/minder inkomsten als gevolg van corona in 2022 moet worden verantwoord was het saldo van baten en lasten in TB1 € 493.000 positief. In TB2 is voor een bedrag van €435.000 aan meerkosten/minder opbrengsten verantwoord. 

De belangrijkste afwijkingen in dit tussenbericht betreffen de lagere inkomsten voor parkeren (programma 3) en het voor noodsteun en huurkorting ingeschatte bedrag (programma 4). Tegenover deze nadelen staan ook voordelen omdat budgetten door corona niet konden worden besteed. In bijgevoegde tabel  staat de volledige lijst opgenomen.

Voor de meerkosten van corona is in de begroting een reservering opgenomen op OAD van ruim € 4 mln. In de Vrij inzetbare reserve is nog ca. 2,5 mln. geoormerkt voor meerkosten als gevolg van corona. Bij de jaarstukken wordt een overzicht gepresenteerd.

Overzicht coronakosten

Prijsstijgingen

Terug naar navigatie - Prijsstijgingen

In TB1 is gemeld dat er naast de algemene prijsontwikkeling verwacht werd, dat op aantal specifieke onderdelen sprake is van een veel forsere prijsstijging dan het algemene prijsstijgingspercentage. Met name de kosten van energie en (bouw)materialen lopen hard op. Op basis van een eerste globale inschatting is in TB1 voor het jaar 2022 rekening gehouden met een kostenpost van € 2 mln. op OAD. Als de hoge prijsniveaus langer aanhouden, dan lopen vooral door de toename van het investeringsvolume in de scholenbouw en het groot onderhoud openbaar gebied de kosten als gevolg van prijsontwikkeling verder op. De hogere kosten zijn op moment van schrijven te onzeker om als bedrag per programma in TB2 op te nemen. Er loopt onderzoek naar met name langlopende contracten met aannemers in hoeverre de gemeente coulant mag zijn naar deze aannemers, vanwege de onvoorziene omstandigheden. Per contract moet dit juridisch worden beoordeeld. Zodra er een duidelijker beeld is van de totale kosten wordt de raad verder geïnformeerd. Mochten de kosten de € 2 mln. niet overschrijden, dan valt het restant vrij in het rekeningsresultaat.