Inleiding

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In het voorjaar is – in de Perspectiefnota – het Eerste Tussenbericht uitgebracht. Daarin zijn de afwijkingen in de uitvoering van de begroting 2022 opgenomen.

In het nu voorliggende Tweede Tussenbericht zijn meldingen opgenomen ten opzichte van de informatie in het Eerste Tussenbericht. De gevolgen van de meicirculaire 2022 zijn eerder onder de aandacht van de raad gebracht. Ter wille van het totaaloverzicht op de begrotingsuitvoering maken deze gevolgen deel uit van het Tweede Tussenbericht en wordt in de toelichting verwezen naar de eerdere berichtgeving.

De gemelde afwijkingen in de Tussenberichten hebben altijd betrekking op een doorkijk voor het gehele begrotingsjaar. De afwijkingen zijn per programma opgenomen, waarbij corona gerelateerde afwijkingen apart zijn weergegeven. Per gemelde afwijking staat aangegeven of het een voordeel of een nadeel betreft. De financiële afwijkingen die leiden tot een meerjarig effect zijn in de tabellen aangegeven met "Meerjarig". Deze meerjarige effecten zijn verwerkt in de Programmabegroting 2023-2026. Wanneer er geen meerjarig effect wordt verwacht staat achter de afwijking "Eenmalig" opgenomen. Voor de meldingen geldt als uitgangspunt een rapportagegrens van € 100.000 op postniveau. De financiële uitkomst van het tussenbericht geeft een indicatie van het verwachte rekeningresultaat met de kennis van de peildatum van het Tweede Tussenbericht (augustus 2022).

Als subdoel heeft het Tweede Tussenbericht ook een functie in het behouden van rechtmatigheid. De raad geeft, door in te stemmen met het Tussenbericht, autorisatie aan de verwachte bijstellingen op de exploitatie, reserves en kredieten. De accountant beschouwt in het kader van de controle op de jaarrekening 2022 overschrijdingen op programmaniveau of kapitaalskredieten niet als begrotingsonrechtmatigheid als de raad hierover tijdig is geïnformeerd.

Financiële afwijkingen Tweede Tussenbericht

Terug naar navigatie - Financiële afwijkingen Tweede Tussenbericht

Afwijkingen per programma

We zien in 2022 een noodzakelijke verschuiving aan prioriteiten. De gemeente heeft gedurende het jaar activiteiten uitgevoerd die bij de Programmabegroting 2022-2025 niet waren voorzien. De verschuiving aan prioriteiten is een gevolg van onvoorziene omstandigheden. Zo kwamen er dringende hulpvragen en noodwetgeving vanuit het rijk. Het gaat met name om de vluchtelingenproblematiek: extra vragen voor noodopvang van vluchtelingen, de opvang van Oekraïense vluchtelingen en een extra opgave/inhalen van achterstand rond de huisvesting van statushouders. 
Daarbij is de gemeente ook in actie gekomen voor de verstrekking van de energietoeslag, de ondersteuning bij maatregelen in het kader van de toeslagenaffaire en het terugdringen van achterstanden vanuit de coronacrisis (zoals het Nationaal Programma Onderwijs, programma 4). Hiervoor worden middelen vanuit het rijk verstrekt, maar omdat we voor deze hulpvragen medewerkers uit het reguliere proces hebben vrijgespeeld, is de personele inzet als gevolg hiervan bij bepaalde doelstellingen anders dan gepland (een concreet voorbeeld hiervan staat in programma 1, doelstelling 1.2 aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt). 
Binnen de gemeente spelen naast de hulpvragen van het rijk evenzeer onverwachte omstandigheden die een bijstelling van prioriteiten noodzakelijk maken. Een duidelijk voorbeeld daarvan waren de plannen van het LangeLand Ziekenhuis, waar ambtelijke inzet naar toe is gegaan. Uit het Tweede Tussenbericht komt naar voren dat vertragingen zijn ontstaan in de geplande werkzaamheden. 

Het geprognosticeerde resultaat verbetert met € 7,4 mln. Dit bedrag bestaat uit meerdere grote voor- en nadelen. Het grootste voordeel is de bijstelling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds met € 2 mln. voordeel (meicirculaire 2022, overzicht OAD). Daarnaast vallen er middelen vanuit het rijk vrij van € 1,4 mln. voor taken waarvoor de gemeente nog geen plannen heeft gemaakt (vrijval taakmutaties, overzicht OAD). Er zijn minder kosten gemaakt bij de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal van € 1,6 mln. (programma 1) en minder lasten dan begroot voor Wmo van € 0,9 mln. (programma 2).  Ook ontstaan er voordelen door activiteiten die vertraagd zijn en niet in 2022 worden uitgevoerd, maar in 2023 (zie hiervoor onderstaand de toelichting over budgetoverhevelingen, in totaal € 2,6 mln.). 

Het grootste nadeel betreft minder inkomsten vanuit bouwleges van € 1 mln. door het later verlenen van vergunningen. De gevolgen van de coronacrisis zijn ook dit jaar terug te zien in de afwijkingen op de begroting. Instellingen binnen de sector kunst en cultuur hebben noodsteun aangevraagd. Dit leidt tot een nadeel van € 0,7 mln.

De optelling tot het totaal per programma van de meldingen die in bovenstaande samenvatting niet wordt verklaard, bestaat uit een optelling van kleinere posten en is per programma na te lezen in het Tussenbericht.

Budgetoverhevelingen

Terug naar navigatie - Budgetoverhevelingen

Het verwachte financieel resultaat 2022 van € 9,7 mln. positief wordt deels beïnvloed door lagere kosten, omdat voor 2022 geplande activiteiten om diverse redenen nog niet kunnen plaatsvinden. De verwachting is dat deze activiteiten doorschuiven naar 2023. Dit betreft onderwerpen waarvoor bij het bestemmen van het rekeningresultaat mogelijk een voorstel tot budgetoverheveling komt (zie onderstaande tabel voor de onderwerpen). In totaliteit is met deze uitgestelde activiteiten in 2022 een bedrag van € 2,6 mln. aan lagere kosten gemoeid.

Budgetoverhevelingen