Programma 2. Samen leven en ondersteunen

Financiƫle afwijkingen

Terug naar navigatie - Financiƫle afwijkingen

Nr. Doelstelling Onderwerp

Afwijking 2e TB2'22

Voordeel/ Nadeel Meerjarig/ Eenmalig
Financiële afwijkingen bestaand beleid
1 2.1 Zorg in natura en PGB Jeugdwet -113.000 Nadeel Eenmalig
2 2.1 Prijscompensatie 175.000 Voordeel Eenmalig
3

2.1+2.2

2.1

Sociaal Innovatiefonds

 -verrekening reserve

791.000

-791.000

Voordeel

Nadeel

Eenmalig

Eenmalig

4 2.1 Coronaherstelplan -125.000 Nadeel Eenmalig
5 2.1 Toevoegen van GGZ-expertise aan de zorgteams voor begeleiding op locatie (maatregel 5 O&V) 220.000 Voordeel Eenmalig
6 2.2 Formatie wijkregie en Wijkbudget (Impuls wijkgericht werken) 375.000 Voordeel Eenmalig
7 2.2 Coronaherstelplan, project Kom naar buiten -87.000 Nadeel Eenmalig
8 2.2

Maatschappelijke begeleiding asielstatushouders 
- rijksbijdrage, zie OAD

-223.000 Nadeel Eenmalig
9 2.2 Onafhankelijke cliëntondersteuning 123.000 Voordeel Eenmalig
10 2.2 Formatie Wmo Algemene voorzieningen 210.000 Voordeel Eenmalig
11 2.2 Mantelzorgwaardering 140.000 Nadeel Eenmalig
12 2.2 Maatschappelijke zorg 160.000 Voordeel Eenmalig
13 2.2 Wmo Maatschappelijke zorghulpmiddelen 100.000 Voordeel Eenmalig
14 2.2 Wmo bijdrage woningaanpassingen -150.000 Nadeel Meerjarig
15 2.2 Wmo huishoudelijke hulp 850.000 Voordeel Eenmalig
16 2.2 Gebiedsgerichte ondersteuning p.m.    
Saldo 1.375.000 Voordeel  
Afwijkingen als gevolg van COVID-19
17 2.1 Meerkosten jeugdhulp i.v.m. corona 2021 94.000 Voordeel Eenmalig
Saldo      
Saldo programma 2 1.469.000 Voordeel  

Toelichting per onderwerp

Terug naar navigatie - Toelichting per onderwerp

1. Jeugdhulp Zorg in Natura en PGB Jeugdwet
De gemeente komt niet uit met het budget voor specialistische jeugdhulp van € 50,6 mln.. De verwachte uitgaven van jeugdhulp Zorg in Natura/PGB komen uit op € 53,9 mln.. Totaal is er een nadeel van € 3,3 mln. waarvan reeds € 1,28 mln. is gemeld in TB1. Hierdoor ontstaat ten opzichte van TB1 nog een restnadeel van € 2,02 mln..

Het extra nadeel ontstaat deels door het niet behalen van de besparingsopgave Inzetten op integrale zorg en ondersteuning van Ombuigen en Vernieuwen (maatregel 11 O&V). Daarnaast is dit jaar een verdere stijging van 5% zichtbaar van het aantal unieke jeugdigen in zorg. De instroom en herintreding van jeugdigen is dit jaar toegenomen, waarbij de doorstroom stabiel blijft. Ook stijgen de zorgkosten van LTA (zeer specialistische landelijk ingekochte zorg) sinds het afgelopen jaar. Het gaat om een beperkte groep jeugdigen die gebruikmaakt van zeer specialistische jeugdhulp. Een voorbeeld hiervan is de inzet van klinische intensieve behandeling met verblijf voor jeugdigen met een autismespectrumstoornis. Het betreft maar enkele jeugdigen, maar het is een zeer dure zorgvorm.

Het restnadeel van € 2,02 mln. wordt dit jaar grotendeels gecompenseerd door:

- de eenmalig extra verkregen 2,5% prijscompensatie van circa € 1,26 mln.;
- voor de jaren 2015 tot en met 2018 stond in onze administratie nog een aantal verwachte in te dienen declaraties open. Naar aanleiding van de controle door het Gemeentelijk Accountantsdienst van Den Haag op deze jaren valt er eenmalig € 600.000 vrij;
- de afwikkeling van LTA-declaraties over 2020 en 2021. Hierdoor ontstaat een eenmalig voordeel van € 47.000.

Het uiteindelijke nadeel voor TB2 komt uit op € 113.000.

2. Prijscompensatie
Aangezien de gemiddelde inflatie in 2022 2,5% hoger is dan in de begroting 2022 is opgenomen, worden bij de TB2 alle prijsgevoelige budgetten verhoogd met 2,5% via een technische begrotingswijziging. Daar de subsidies op vaste bedragen zijn beschikt, heeft de inflatie hier geen invloed en is op deze budgetten geen sprake van verhoogde kosten. Dit levert eenmalig een voordeel op van € 175.000.  

3. Sociaal Innovatiefonds
Op 28 juni 2021 heeft de raad voorstel Afwegingskader Investeringsfonds op basis van Eneco-middelen vastgesteld. Onderdeel van dit besluit is het instellen van een Sociaal Innovatiefonds. Hiervoor is in de begroting voor Programma 2 voor de jaarschijf 2022 € 1.382.000 opgenomen. De projecten 'Impact gedreven inzet voor jeugd & gezinnen', 'Innovatief wijkgericht en integraal ondersteuningsaanbod gericht op preventie', 'Positieve gezondheid en het huishouden' en 'Preventie in de praktijk' zijn vier van de projecten uit het Sociaal Innovatiefonds. Er is onlangs een programmamanager aangenomen die een overkoepelend projectplan zal schrijven voor de diverse voorstellen. Hierna zal de uitvoering van de projecten kunnen starten. De uitgaven van 2022 verschuiven hierdoor grotendeels naar 2023 en 2024. Dit jaar ontstaat een verwacht voordeel van € 791.000. Aangezien de projecten gedekt wordt uit de Reserve Sociaal Innovatiefonds ontstaat er ook een nadeel van € 791.000 aan de inkomstenkant.

Het Sociaal Innovatiefonds heeft betrekking op zowel doelstelling 2.1 als doelstelling 2.2. De verdeling van genoemd voordeel van € 791.000 is als volgt:

Doelstelling 2.1 € 150.000 voordeel

Doelstelling 2.2 € 641.000 voordeel.

4. Coronaherstelplan ‘Veerkrachtig uit de crisis’, project Weerbaarheid
De raad is op 15 juli 2021 geïnformeerd over het coronaherstelplan ‘Veerkrachtig uit de crisis’. Vorig jaar zijn kosten gemaakt voor diverse workshops, een game-evenement en weerbaarheidstrainingen voor jongeren. Ook dit jaar zijn er middelen beschikbaar om als het nodig is - boven op het bestaande aanbod - extra weerbaarheidstrainingen aan te bieden. Tevens worden extra activiteiten voor jongeren georganiseerd in de vakantieperiode en is er extra inzet vanuit het jongerenwerk voor jonge kinderen. 

Met ingang van het schooljaar 2022-2023 wordt daarnaast gestart met Preventie+. Dit is een vorm van laagdrempelige gezinsondersteuning die wordt aangeboden door het schoolmaatschappelijk werk. Het gaat om lichte preventieve ondersteuning voor het hele gezin. De ondersteuning wordt gegeven bij het gezin thuis voor maximaal 15 uur. 

Voor een deel van de kosten is in 2021 een rijksvergoeding via de algemene uitkering ontvangen. De vergoeding is onderdeel van het positieve rekeningresultaat in 2021. Tegenover de dit jaar gemaakte kosten van circa € 125.000 zal in de jaarrekening 2022 een onttrekking uit de Reserve Enecomiddelen worden gedaan.

5. Toevoegen van GGZ-expertise aan de zorgteams voor begeleiding op locatie (maatregel 5 O&V)
Het doel van de maatregel was leerlingen vroegtijdig binnen de school te ondersteunen ter voorkoming van de inzet van (dure) jeugdhulpproducten – in het bijzonder het product OnderwijsJeugdhulp. Gebleken is, dat een deel van hulpvragen waarvoor leerlingen voorheen werden verwezen naar het Onderwijs Jeugdhulp-product niet konden worden ondervangen met deze werkwijze en er alsnog een verwijzing nodig was naar specialistische jeugdhulp.  Bij TB1 is gemeld dat de besparing (vermindering van de zorgkosten) voor 50% wordt gerealiseerd.  Deze besparing is bereikt, doordat er een tariefsverlaging is afgesproken voor het Onderwijs-Jeugdhulpproduct. 

Op basis van de opgedane ervaringen is in 2021 besloten om de inzet van de gedragswetenschapper en de tijdelijke extra capaciteit voor het schoolmaatschappelijk werk op de scholen te beëindigen.  De afgegeven budgetten van totaal € 220.000 voor extra toevoeging van 2,2 fte gedragswetenschapper en schoolmaatschappelijk werk wordt dit jaar niet ingezet.

6. Formatie wijkregie en Wijkbudget (Impuls wijkgericht werken)
Op grond van het vorige Coalitieakkoord heeft het wijkgericht werken een impuls gekregen en is besloten de formatie wijkregisseurs in de periode 2020 tot en met 2022 tijdelijk uit te breiden met 3,0 fte (budget € 276.000). Besloten werd het wijkgericht werken eerst verder te ontwikkelen in twee pilotwijken Seghwaert en Oosterheem. Ombuigen en Vernieuwen, het kiezen van de koers voor Zoetermeer 2040 en de Coronacrisis hebben geleid tot een heroriëntatie en vervolgens tot het besluit om eerst de werkwijze in de twee pilotwijken goed door te ontwikkelen alvorens nieuwe pilotwijken op te zetten. In verband daarmee is besloten maar gedeeltelijk een beroep te doen op de extra formatie. Door deze omstandigheid valt van het budget 2022 van € 276.000 in 2022 € 195.000 vrij.

Voor het uitvoeren van de opdracht wijkgericht werken, in het bijzonder het starten van de projecten in de pilotwijken, was een tijdelijk budget beschikbaar, waarvan in 2022 nog een bedrag van € 296.000 resteert.  In 2022 zijn met de middelen de opgaven in de pilotwijken Seghwaert en Oosterheem afgerond en is het wijkgericht werken geëvalueerd.  Van het voor 2022 beschikbare budget blijft circa € 180.000 over.

7. Coronaherstelplan ‘Veerkrachtig uit de crisis’, project 'Kom naar buiten'
De raad is op 15 juli 2021 geïnformeerd over het Coronaherstelplan ‘Veerkrachtig uit de crisis’. Een van de projecten van het plan is het project "Kom naar buiten', dat samen met organisaties in de wijk wordt georganiseerd en gericht is op ontmoeten, luisteren en verbinden van bewoners in de wijk. Het project is september 2021 vorig jaar gestart en loopt door tot september van dit jaar. 

Voor het project is in totaal een bedrag van € 240.000 beschikbaar gesteld. De uitgaven 2022 bedragen circa € 87.000. Tegenover de dit jaar te maken kosten staat een onttrekking aan de Reserve Vrij inzetbaar bij de jaarrekening 2022.

8. Maatschappelijke begeleiding asielstatushouders 
In 2022 valt een deel van de inburgeringsplichtigen nog onder de vorige Wet inburgering (Wi2013). De maatschappelijke begeleiding van deze asielstatushouders wordt binnen Zoetermeer uitgevoerd door Stichting Vluchtelingenwerk. Gemeenten krijgen € 2.370,- per inburgeringsplichtige asielstatushouder voor de uitvoering van de maatschappelijke begeleiding.

Tot voor kort kon een juiste toewijzing van de middelen voor maatschappelijke begeleiding aan gemeenten in het kader van de Wi2013 niet volledig worden gegarandeerd. In verband daarmee zijn de middelen van het rijk ter grootte van € 223.000 niet in de gemeentelijke begroting 2022 geraamd. Om deze reden wijkt de subsidiebijdrage 2022 aan Vluchtelingenwerk af van de begroting.

De middelen voor maatschappelijke begeleiding worden via de septembercirculaire 2022 uitgekeerd en verantwoord op OAD. Tegenover het nadeel op programma 2 staat een overeenkomstig voordeel op OAD.

9. Onafhankelijke cliëntondersteuning
Het budget voor onafhankelijke cliëntondersteuning 2022 bedraagt afgerond € 183.000, waarvan naar verwachting € 123.000 niet wordt besteed.

Het ondersteuningslandschap in Zoetermeer ondergaat gaandeweg veranderingen met de start van de gebiedsgerichte ondersteuning op 1 mei 2021 door inZet. Ook de opdracht voor onafhankelijke cliëntondersteuning is opnieuw gedefinieerd. Het Adviespunt Zorgbelang is de uitvoerder hiervan.

Gebleken is dat het vooraf inschatten van het aantal inwoners dat gebruik zou maken van onafhankelijk cliëntondersteuning, lastig is. Op basis van steden met vergelijkbare grootte werd de aanname gedaan dat het gaat om ongeveer 150 inwoners per jaar die beroep zullen doen op onafhankelijke cliëntondersteuning. Dat aantal blijft in 2022 nog achter. Adviespunt Zorgbelang wordt evenwel steeds bekender, de verwachting is dat het beroep op de organisatie verder zal toenemen.

10. Formatie Wmo Algemene voorzieningen
Op de personeelskosten Wmo doet zich op een budget van in totaal € 1,3 mln. een voordeel voor van in totaal € 210.000. Het voordeel hangt met name samen met incidentele voordelen als gevolg van het tijdelijk niet ingevuld zijn van vacatures (overbrugging tussen het ontstaan van een vacature en de invulling van deze vacature).

11. Mantelzorgwaardering
Mantelzorgers kunnen in aanmerking komen voor een Mantelzorgwaardering, een financiële waardering van € 200 per persoon. In 2022 worden naar verwachting circa 2.860 complimenten verstrekt, overeenkomend met een bedrag van in totaal € 572.000. Dit leidt tot een overschrijding van het budget met € 140.000. 

12. Maatschappelijke zorg
In 2022 doen zich voordelen voor bij de uitvoering van de Wet verplichte GGZ (budget € 69.000 en een voordeel van € 60.000), de voorbereiding van de decentralisatie Beschermd wonen (budget ten bedrage van € 51.000 wordt in 2022 niet besteed als gevolg van uitstel van de decentralisatie tot 2024) en de organisatorische borging van ervaringsdeskundigen GGZ in de wijk (budget en voordeel van € 49.000).

13. Wmo hulpmiddelen en onderhoud
De gemeente verstrekt via leveranciers hulpmiddelen zoals scootmobielen, rolstoelen en speciale fietsen aan inwoners om beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie van de inwoner te verminderen of weg te nemen. Ook verzorgt de gemeente via de leveranciers het onderhoud aan de verstrekte hulpmiddelen. Het totale budget in 2022 hiervoor bedraagt € 2.900.000. 

Het aantal verstrekkingen ligt op dit moment lager dan verwacht. Het lijkt waarschijnlijk dat de achterstanden in het behandelen van openstaande aanvragen voor nieuwe hulpmiddelen hiervoor zorgen. Er wordt ingezet op extra personeel om de achterstanden bij de aanvragen weg te werken. Een groot deel van de nieuwe verstrekkingen zal waarschijnlijk pas vanaf 2023 tot lasten leiden door de langere levertijden bij materiaal aanvoer uit Azië en lagere voorraden bij de leveranciers. 
Hierdoor wordt voor 2022 een eenmalig voordeel verwacht van € 100.000. 

14. Wmo bijdrage woningaanpassingen
Woningaanpassingen worden ingezet als inwoners vanwege een beperking problemen ondervinden bij het normale gebruik van de woning. De gemeente betaald deze noodzakelijke aanpassingen aan de woningen en het onderhoud erop. 
Het totale budget in 2022 bedraagt hiervoor € 1.043.000. Bij het TB1 is er melding gemaakt van een nadeel van € 100.000.
Bij woningaanpassingen worden er hogere lasten verwacht dan begroot. Door de vergrijzing en door de wens om mensen zo lang mogelijk in hun eigen huis te laten wonen, stijgen de kosten van de woningaanpassingen. Daarnaast zorgt de krapte op de woningmarkt voor onvoldoende aanbod van geschikte ouderenwoningen. 
De begroting is gebaseerd op de gemiddelde lasten van de afgelopen vijf jaar. De stijging van de lasten door onder andere vergrijzing is daardoor niet meegenomen in de begroting. 

Dit alles leidt tot een structureel nadeel van € 150.000 ten opzichte van het TB1. 

15. Wmo huishoudelijke hulp
De gemeente biedt Huishoudelijke ondersteuning aan inwoners die niet meer (volledig) in staat zijn zelfstandig huishoudelijk werk te verrichten.  

Hiervoor is een budget in 2022 beschikbaar van € 13.920.000 na de melding bij het TB1 van een voordeel van € 150.000 en de toevoeging van de extra prijscompensatie.

Bij de huishoudelijke hulp blijft de verwachte en ingecalculeerde volumestijging in 2022 vooralsnog uit. 
Het gemiddeld aantal klanten per maand over de eerste 6 maanden van 2022 is 3.140. Dit aantal ligt in lijn met het gemiddeld aantal klanten in 2021. De achterstanden bij het verwerken van de nieuwe aanvragen in 2022 zijn hiervoor een belangrijke verklaring. Door het wegwerken van de achterstallige aanvragen met de inzet van extra personeel zal het gemiddeld aantal klanten vanaf het vierde kwartaal 2022 stijgen. De verwachting is dat eind 2022 het aantal klanten 3.300 bedraagt. 
Het wegwerken van deze achterstanden leidt beperkt tot hogere lasten in het vierde kwartaal 2022. 
De achterstanden leiden in 2022 tot een eenmalig voordeel van € 830.000.

De aanpassing van de inkoopprijzen die in 2021 overeengekomen is, is volledig verwerkt in het budget van 2022. De extra prijscompensatie die in 2022 is toegekend, is daarom niet noodzakelijk. Dit leidt tot een eenmalig voordeel van € 340.000.

De afwikkeling van de nagekomen declaraties van zorgaanbieders over 2021 en een afrekening meerkosten Covid-19 over 2020 hebben geleid tot hogere lasten dan de opgenomen voorziening hiervoor. De afwikkeling leidt tot een eenmalig nadeel in 2022 van € 320.000.

Per saldo leiden deze uitkomsten tot een eenmalig voordeel in 2022 van € 850.000 ten opzichte van het beschikbare budget.

16. Gebiedsgerichte ondersteuning
Sinds mei 2021 wordt de opdracht voor gebiedsgerichte ondersteuning Wmo en preventieve jeugdhulp uitgevoerd door zorgaanbieder inZet, een samenwerkingsverband van een aantal zorg- en welzijnsorganisaties. InZet ontvangt hiervoor van de gemeente een budget.
In de overeenkomst met inZet is bepaald dat de vergoeding van de aanbieder kan worden aangepast indien de werkelijke kosten boven een bepaalde bandbreedte uitkomen en aantoonbaar het gevolg zijn van kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkelingen in de ondersteuningsbehoefte (artikel 20 Overeenkomst). 
Momenteel vindt met inZet overleg plaats over de ontwikkelingen in 2021 en de eventuele aanpassing van de vergoeding over dat jaar. De uitkomst kan zijn dat de gemeente de vergoeding 2021 zal aanpassen.

17. Meerkosten jeugdhulp i.v.m. corona 2021
Voor 2021 is een Regeling corona-meerkosten jeugdhulp H10 getroffen waarbij het uitgangspunt is dat de gemeenten niet meer aan meerkosten vergoeden dan zij aan compensatie vanuit het Rijk ontvangen. Het in de decembercirculaire 2021 gepubliceerd bedrag van € 233.000 is als maximale compensatie in de jaarrekening 2021 opgenomen. De definitieve bijdrage 2021 is dit jaar bepaald aan de hand van de ingediende aanvragen en goedgekeurde declaraties van jeugdhulpaanbieders en vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Er is totaal € 139.000 uitbetaald waardoor er € 94.000 onbenut is. Een eenmalig voordeel in 2022.