In het voorjaar is – in de Perspectiefnota – het Eerste Tussenbericht uitgebracht. Daarin zijn de afwijkingen in de uitvoering van de begroting 2021 opgenomen.
In het nu voorliggende Tweede Tussenbericht zijn meldingen opgenomen ten opzichte van de informatie in het Eerste Tussenbericht. Een deel van de meldingen in dit tussenbericht zijn eerder bij afzonderlijk raadsmemo onder de aandacht van de raad gebracht. Zoals kostenontwikkeling jeugdzorg en de gevolgen van de meicirculaire 2021. Ter wille van het totaaloverzicht op de begrotingsuitvoering maken die onderwerpen deel uit van het Tweede Tussenbericht en wordt in de toelichtingen verwezen naar de eerdere berichtgeving.
De gemelde afwijkingen in de Tussenberichten hebben altijd betrekking op een doorkijk voor het gehele begrotingsjaar. De afwijkingen zijn per programma opgenomen, waarbij corona gerelateerde afwijkingen apart zijn weergegeven. Per gemelde afwijking staat aangegeven of het een voordeel of een nadeel betreft. De financiële afwijkingen die leiden tot een meerjarig effect zijn in de tabellen aangegeven met "Meerjarig". Deze meerjarige effecten zijn verwerkt in de Programmabegroting 2022-2025. Wanneer er geen meerjarig effect wordt verwacht staat achter de afwijking "Eenmalig" opgenomen. Voor de meldingen geldt als uitgangspunt een rapportagegrens van € 100.000 op postniveau. De financiële uitkomst van het tussenbericht geeft een indicatie van het verwachte rekeningresultaat met de kennis van de peildatum van het Tweede Tussenbericht (augustus 2021).
Als subdoel heeft het Tweede Tussenbericht ook een functie in het behouden van rechtmatigheid. De raad geeft, door in te stemmen met het Tussenbericht, autorisatie aan de verwachte bijstellingen op de exploitatie, reserves en kredieten. De accountant zal in het kader van de controle op de jaarrekening 2021 overschrijdingen op programmaniveau of kapitaalskredieten niet als begrotingsonrechtmatigheid beschouwen als de raad hierover tijdig is geïnformeerd.