In het Tussenbericht geeft het college aan de raad aan welke afwijkingen er zijn in de uitvoering van de Programmabegroting van het lopende jaar. De uitvoering van activiteiten die in de begroting staan opgenomen, lopen niet overal zoals gepland. Dit heeft vaak financiële gevolgen. In dit Tweede Tussenbericht 2025 staan de onderwerpen waarop er afwijkingen zijn. Daarbij worden ook de behorende financiële consequenties in kaart gebracht. Als een onderwerp niet wordt genoemd, dan verloopt de uitvoering zoals gepland en voor het bedrag dat in de begroting is opgenomen.
In het voorjaar is het Eerste Tussenbericht 2025 uitgebracht. Dit was opgenomen in de Perspectiefnota 2026. In dit Tweede Tussenbericht 2025 staan aanvullingen op eerdere gemelde afwijkingen en nieuwe afwijkingen die niet eerder aan de raad zijn gemeld.
De gemelde afwijkingen in de Tussenberichten geven altijd over een doorkijk naar het hele begrotingsjaar. Met dit Tweede Tussenbericht wordt dus een prognose gegeven van het resultaat over 2025. De afwijkingen zijn per programma opgenomen. Per gemelde afwijking staat aangegeven of het een voordeel of een nadeel betreft. De financiële afwijkingen die leiden tot een meerjarig effect zijn in de tabellen aangegeven met 'Meerjarig'. Deze meerjarige effecten zijn verwerkt in de Programmabegroting 2026-2029 met een toelichting in het hoofdstuk "financiële begroting". Wanneer er geen meerjarig effect wordt verwacht staat achter de afwijking 'Eenmalig' opgenomen. Alleen afwijkingen vanaf € 100.000 per onderwerp worden gemeld.
Het Tweede Tussenbericht heeft ook een functie in het behouden van de rechtmatigheid. Rechtmatig betekent dat de handelswijze van het college in overeenstemming is met de geldende regels en besluiten. De raad geeft, door het Tussenbericht met bijbehorende begrotingswijziging vast te stellen, toestemming aan het college voor de verwachte afwijkingen.