1. Specialistische Jeugdhulp (Zorg in Natura en PGB) (nadeel € 12,075 mln.)
Na vaststelling van de programmabegroting 2024 is in december 2023 een bedrag van € 7 mln. toegevoegd aan product 671.04 Specialistische jeugdhulp. In het raadsmemo Prognose Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden kosten specialistische jeugdhulp 2024 is aangegeven dat verwacht wordt dat de kosten voor 2024 opnieuw fors hoger zullen liggen. De afgelopen jaren is er in de Programmabegroting geen realistische begroting opgenomen. Vanaf nu wordt er praktijkgericht begroot. We hanteren bij het praktijkgericht begroten de prognose van het Servicebureau Jeugdhulp Haaglanden die eind Q2 wordt opgeleverd. Daarnaast komt er een nazending begroting met taakvelden.
Op basis van de meest actuele prognose wordt een nadeel verwacht van € 12,1 mln. Dit bedrag bestaat uit de volgende aspecten:
- Op het budget voor regionaal en landelijke ingekochte zorg en maatwerk van € 61,8 mln. wordt een nadeel verwacht van € 12,6 mln. De kostenstijging lijkt vooral veroorzaakt door hogere kosten per cliënt: de zwaarte, omvang en/of duur van de zorg neemt toe.
- Voor de PGB’s geldt dat in 2024 gemiddeld een hoger budget per jeugdige is toegekend (€ 0,3 mln.) en uit de definitieve afrekening van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) blijkt dat de teruggave € 0,1 mln. lager is dan door hen geraamd was. Hierdoor is er totaal een nadeel van € 0,4 mln. op het budget van de PGB’s (budget € 0,6 mln.)
- Voor de pilot Expertisepool zijn in 2024 en 2025 middelen beschikbaar gesteld. De Expertisepool bestaat uit jeugdhulpprofessionals die beschikbaar zijn op scholen voor speciaal (basis-)onderwijs om jeugdigen te helpen. De Expertisepool is begroot op 4,8 fte. Vanwege formatieproblemen is de Expertisepool niet volledig van start gegaan, zoals initieel bedoeld was. Er is sprake van een voordeel van € 0,375 mln. voor 2024 en van € 0,35 mln. 2025.
- Voor jeugdigen die zijn uitgevallen in het regulier onderwijs is in Q4-2023 de Onderwijs-behandelgroep opgezet. Jeugdigen krijgen hier een combinatie van onderwijs en behandeling met als doel om terug te keren in het onderwijs. Voor de Onderwijs-behandelgroep en de pilot Expertisepool is budget beschikbaar gesteld voor een projectleider. Het budget voor de projectleider (€ 0,05 mln.) is in 2024 niet nodig, omdat de inzet is bekostigd vanuit bestaande formatie van de afdeling Sociaal Domein.
- Er was nog budget gereserveerd voor nagekomen declaraties over het jaar 2023. Er is minder gedeclareerd dan gereserveerd. Dit leidt tot een voordeel van € 0,5 mln.
2. Programma Toekomstbestendige Jeugdhulp (voordeel € 200.000)
De raad heeft voor de uitvoering van het programma Toekomstbestendige Jeugdhulp (met daarin vijf projecten die bijdragen aan het normaliseren van het jeugdhulpgebruik) voor 2024 en 2025 € 2,8 miljoen beschikbaar gesteld.
Ondanks dat de projectactiviteiten volgens plan lopen (zie voor een toelichting de Rapportage programma's en projecten) wordt in 2024 naar verwachting € 0,2 miljoen minder uitgegeven dan verwacht (jaarbudget 2024: € 1,4 miljoen). Dit komt vooral doordat enkele activiteiten per schooljaar lopen i.p.v. per kalenderjaar.
3. Personeelskosten Jeugd beleid en uitvoering (nadeel € 271.000)
Er is meer personeel ingehuurd als gevolg van (langdurige) zieken, verloop van vast personeel en benodigde capaciteit voor de crisisorganisatie. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het niet eenvoudig om snel vaste vervanging te zoeken. Hierdoor is een nadeel van € 0,271 mln. ontstaan.
4. Prijscompensatie 2023 (nadeel € 116.000)
In 2023 konden organisaties die subsidie ontvingen extra gecompenseerd worden voor de gevolgen van de loon- en prijsstijgingen in 2023. Een aantal organisaties die subsidie ontving voor preventief vrij toegankelijk aanbod voor jeugdigen heeft hier gebruik van gemaakt. De inventarisatie van de financiële problematiek en de daaropvolgende beschikbaarstelling van extra middelen kon in 2023 niet worden afgerond, waardoor in 2024 een bedrag van € 0,116 mln. is toegekend.
5. Wmo huishoudelijke ondersteuning (voordeel € 1,5 mln.)
De huishoudelijke ondersteuning is de meest gebruikte voorziening binnen de Wmo. De vraag naar huishoudelijke ondersteuning is de afgelopen jaren toegenomen. Dat komt door de vergrijzing en het abonnementstarief in de Wmo. Dit jaar worden pilots uitgevoerd om de huishoudelijke ondersteuning te innoveren, waaronder de pilot Powerful Ageing (PA). We zien een verschuiving van de kosten van de reguliere huishoudelijke ondersteuning naar PA, en de kosten van de reguliere huishoudelijke ondersteuning vallen lager uit dan begroot. Het verwachte voordeel bedraagt € 1,5 mln.
6. Wmo hulpmiddelen en woningaanpassingen (per saldo neutraal)
De Wmo-hulpmiddelen, zoals een rolstoel of scootmobiel, worden ingezet om beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie van een cliënt te verminderen. Het budget van de hulpmiddelen (€ 2,6 mln.) zal niet volledig worden aangewend. Er wordt een eenmalige overschot voorzien van € 0,3 mln. Dit voordeel is toe te schrijven aan de afwikkeling van de kosten uit 2023. De opgenomen balanspost was te hoog.
Ook de woningaanpassingen hebben het doel om de zelfredzaamheid van mensen met een hulpvraag of beperking te verbeteren door (langer) zelfstandig thuis te wonen. De verwachting is dat het budget van de woningaanpassingen (€ 1,2 mln.) zal worden overschreden met € 0,3 mln. De krapte op de woningmarkt zorgt er voor dat er vaker gekozen wordt om de huidige woning aan te passen in plaats van een verhuisadvies te geven. Daarnaast speelt de vergrijzing ook een rol. Dit zorgt voor hogere kosten.
7. Wmo Toekomst Sociaal Domein en persoonsgebonden budget Begeleiding (voordeel € 200.000)
De maatwerkvoorzieningen voor begeleiding en dagbesteding zijn per 1 januari 2024 opnieuw regionaal ingekocht met 4 gemeenten onder de naam Toekomst Sociaal Domein Wmo (TSD). Het budget TSD (€ 0,5 mln.) wordt overschreden met € 0,3 mln. Het grotendeel van het nadeel zit op de maatwerkvoorziening begeleiding. Het nadeel is te verklaren door het groeiende aantal klanten met een Wmo-hulpvraag voor begeleiding (Zorg in Natura).
Aan de andere kant, zien we een terugloop van het aantal PGB Begeleiding-klanten. De eisen om zorg via een PGB te regelen zijn verzwaard en wordt vanuit de gemeente ook niet gepromoot bij de inwoners. Daarnaast is het reguliere aanbod van begeleiding ook vergroot, zoals via Inzet (algemene voorziening). Dit maakt dat we de kosten PGB Begeleiding zien teruglopen, maar de kosten van Inzet en TSD zien stijgen. Op het budget van de PGB Begeleiding (€ 1,1 mln.) wordt een onderschrijding voorzien van € 0,5 mln.
De genoemde voor- en nadelen kunnen niet los van elkaar gezien worden; als minder mensen kiezen voor een PGB, stijgt het gebruik van algemene- en maatwerkvoorzieningen in natura.
8. Noodopvang ontheemde Oekraïners (voordeel € 500.000)
Op de noodopvang van de ontheemde Oekraïners is een (aanvullend) voordeel behaald van € 0,5 mln. Het totale voordeel bedraagt hiermee € 4,4 mln. Dit komt ten gunste van het begrotingssaldo. De lagere kosten van € 0,4 mln. zijn vooral ontstaan door een lagere door het Rijk bepaalde normvergoeding voor levensonderhoud. Daarnaast zijn er hogere opbrengsten € 0,1 mln. Door een uitbreiding van de opvang is ook een hogere vergoeding van het Rijk ontvangen. Met ingang van 1 juli 2024 mag de gemeente een eigen bijdrage vragen voor de nutsvoorzieningen. De gemeenten zijn vanaf januari 2025 verplicht deze eigen bijdrage te innen. Ten aanzien van de eigen bijdrage is nog veel onduidelijk over de uitvoerbaarheid van de regeling. We hebben het proces in gang gezet om de bijdragen per januari 2025 te innen.
9. Huisvesting statushouders (per saldo neutraal)
Om de gemeentelijke taakstelling voor de huisvesting van statushouders in 2023 te behalen is vanaf 21 december 2023 voor 69 statushouders gebruik gemaakt van de Hotel- en Accommodatieregeling (HAR). Deze mensen zijn in het NH-hotel geplaatst in afwachting van doorstroom naar passende huisvesting. Alle statushouders zijn uitgestroomd naar een woonruimte in Zoetermeer. De laatste is uitgeplaatst op 13 september 2024. De kosten van het NH-hotel zijn tot 14 augustus voor rekening van COA geweest. Vanaf 14 augustus heeft de gemeente voor de resterende statushouders in het hotel de kosten gedragen. Voor deze kosten hebben we aanvullende middelen vanuit de Hotel- en Accommodatieregeling (HAR) van het COA ontvangen van € 0,118 mln. Vanaf half september zal het NH-hotel niet meer als hotel worden voortgezet.
10. Formatie en inhuur Wmo (nadeel € 320.000)
Er is meer ingehuurd als gevolg van (langdurige) zieken en verloop van vast personeel.
Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn vacatures niet makkelijk in te vullen, waardoor er tijdelijk meer ingehuurd wordt. Hierdoor wordt een nadeel voorzien van € 0,32 mln.
11. Vrijwilligersondersteuning (voordeel € 100.000)
Het budget Vrijwilligersondersteuning (€ 0,653 mln.) wordt naar verwachting niet volledig besteed. Er wordt een overschot van € 0,1 mln. voorzien. Dit komt in overwegende mate door een geringer beroep op de subsidieregeling Vrijwilligersondersteuning Zoetermeer.
12. Onafhankelijke cliëntondersteuning (voordeel € 100.000)
Het budget Onafhankelijke cliëntondersteuning (€ 0,203 mln.) zal niet volledig worden aangewend. Er wordt een onderschrijding voorzien van € 0,1 mln.
De opdracht voor onafhankelijke cliëntondersteuning is in 2021 opnieuw gedefinieerd. Het Adviespunt Zorgbelang is de uitvoerder hiervan.
Gebleken is dat het vooraf inschatten van het aantal inwoners, dat gebruik zou maken van onafhankelijke cliëntondersteuning, lastig is. Dat aantal blijft in 2024 nog achter. Adviespunt Zorgbelang wordt evenwel steeds bekender; de verwachting is dat het beroep op de organisatie verder zal toenemen.
13. Nieuw beleid algemene fysieke toegankelijkheid (voordeel € 290.000)
Op grond van het Coalitieakkoord zijn zogenaamde Impulsmiddelen toegankelijkheid beschikbaar gesteld (tijdvak 2023 t/m 2026, € 0,15 mln. per jaar). Het betreffen middelen bestemd voor nieuw beleid algemene fysieke toegankelijkheid. Deze zijn tot op heden nagenoeg niet aangewend. Het niet bestede budget 2023 is grotendeels naar 2024 overgeheveld.
Uit het raadsbesluit Procesvoorstel participatie Manifest Fysieke Toegankelijkheid Zoetermeer blijkt dat het Manifest zelf als zodanig pas in het vierde kwartaal van dit jaar, tezamen met het participatieverslag, door de raad zal worden vastgesteld. Dit impliceert dat de Impulsmiddelen ook in 2024 grotendeels niet tot besteding komen.
Het voorstel zal worden gedaan een bedrag van afgerond € 0,29 mln. over te hevelen naar 2025.
Op programma 4 is een afwijking gemeld met betrekking tot de uitvoering van het plan van aanpak Toegankelijkheid gemeentelijke accommodaties. Dit betreft bestaand beleid.
14. Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) (per saldo neutraal)
Vanaf 2023 ontvangt de gemeente de zogenaamde Brede specifieke uitkering GALA. Deze spuk is beschikbaar om de afspraken uit het Hoofdlijnen Sportakkoord II, het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en het Preventieakkoord te kunnen uitvoeren.
Van de specifieke uitkering 2023 kan, overeenkomstig de voorwaarden van de rijksregeling, een deel worden bestemd voor het lopende jaar 2024. Het gaat om een bedrag van afgerond € 0,231 mln., dat op de balans per 31-12-2023 is opgenomen als Vooruitontvangen 2024.
Het voorstel is dit bedrag toe te voegen aan het budget 2024. Dat budget komt dan uit op een bedrag van in totaal € 1,524 mln. De verwachting is dat het budget dit jaar volledig wordt besteed. Anders dan voor het afgelopen jaar is overheveling van 2024 naar 2025 niet mogelijk.
15. Sociaal Innovatiefonds (per saldo neutraal)
Voor het jaar 2024 staat er €1,217 mln. aan uitgaven begroot verdeeld over 4 projecten en het programmamanagement. Totaal wordt er € 0,901 mln. besteed. Bij de jaarrekening zal een voorstel worden gedaan voor herfasering van het restant.
- Voor het project Resultaat gedreven inzet voor jeugd & gezinnen zijn de kosten voor de dataverzameling lager dan geraamd. Daarnaast is het projectonderdeel van de wijkprogrammering later gestart.
- Het project Positieve gezondheid en het huishouden is afgerond. Het restant van het budget zal worden toegevoegd aan de reserve Sociaal Innovatiefonds.
- Voor Preventie in de praktijk zijn er minder casussen behandeld dan gepland omdat het eigen maken van de methodiek meer tijd heeft gekost. Hierdoor is de planning verschoven en zal het restant benodigd zijn in 2025.